...

Vorige week blikten we met dokter Moens in deze krant terug op 30 jaar beroepsverdediging. Marc Moens legt zijn uiteenlopende mandaten voor de BVAS geleidelijk stil, naarmate opvolgers zich aandienen. Zijn echtgenote zou hem graag meer thuis zien, nu hij met pensioen is. "Maar mijn agenda is nog altijd erg gevuld", vertelt hij.Het laatste jaar van het voorzitterschap was nog een druk jaar. De minister drukte er de laagvariabele zorg door: "Dat was voor ons geen geschenk."Dat eind februari het parlement alsnog de wet op de ziekenhuiswerken goedkeurde, was wel goed nieuws: "Om verschillende redenen. Sinds juni 2015 hebben we heel wat uren besteed aan het overleg over de ontwerptekst. We hadden het medezeggenschap van de artsen in het netwerkbestuur verkregen. De Vlaamse ziekenhuizen stonden al ver met de netwerken en ook de medische raden zaten op een wet te wachten. We geloven in samenwerking: niet ieder ziekenhuis moet 1,5 à 2 miljoen euro besteden aan de aankoop van een robot die dan maar een paar dagen in de week gebruikt wordt.""Maar de fundamentele onderfinanciering van ziekenhuizen verhelp je niet met netwerken. Het volume van patiënten dat zorg moet krijgen, blijft hetzelfde. Bovendien zullen we acute diensten moeten ombouwen tot diensten voor chronische zorg. Er zijn meer geriatrische bedden nodig. We hebben te weinig verpleegkundigen, te weinig handen aan het bed.""Wanneer diensten gesloten worden, schiet bovendien de toegankelijkheid erbij in. Een kraamkliniek met nog geen 400 bevallingen per jaar, die dag en nacht een ploeg standby houdt voor gemiddeld een bevalling per dag, had vanuit het oogpunt van effi ciëntie misschien al langer de deuren moeten sluiten. Maar populair is dat niet.""In de zeven maanden tegen januari 2020 moet er nog veel in gang gezet worden. Men zal moeten proberen de algemene regeling in ziekenhuizen die samenwerken, beter op elkaar af te stemmen. Dat kan moeilijk worden. Er zijn grote verschillen in de afhoudingen. Het gemiddelde is 41% maar in één ziekenhuis kan dat 60% zijn, in een ander ziekenhuis voor dezelfde verstrekking maar 20%.""Wanneer diensten sluiten zullen artsen allicht naar een ander ziekenhuis moeten gaan. Artsen zullen in meerdere ziekenhuizen aan het werk gaan. BVAS wil de medische raden die op de reorganisatie moeten toezien, daarbij begeleiden. Niet iedereen is even beslagen in de complexe wetgeving. Gelukkig zijn er steeds meer artsen die een opleiding volgen in ziekenhuismanagement."Syndicaten moeten ook mensen blijven vinden voor het overleg met de overheid. "Ze groeien als kool, de adviesorganen, vooral sinds de Zesde Staatshervorming. BVAS stuurt er liefst mensen naartoe die met beide voeten in de praktijk staan. Maar vergaderen in het Riziv of de FOD Volksgezondheid, bijvoorbeeld, betekent dat je inkomsten als zelfstandig arts verliest. De FOD betaalt 4,96 euro voor een halve dag vergaderen, plus verplaatsingskosten. Voor zijn vergaderingen betaalt het Riziv de BVAS-vertegenwoordigers een zitpenning van 20 à 30 euro. En daar legt BVAS een bescheiden eigen bijdrage bovenop. Maar de financiering van de syndicaten mag alleen maar dienen voor overleg binnen de Riziv-context. Je moet je ook bedenken dat het doornemen van dossiers vooraf tijd vraagt. In Vlaanderen vergaderen ze bovendien alleen overdag, maar geven ze wel een betere vergoeding.""Maar Vlaanderen erkent geen representatieve beroepsorganisaties. Ik heb het daar tot vervelens toe met minister Vandeurzen over gehad. Al in de tijd van Wivina Demeester stuurden we daarover brieven. Verandering zit er evenwel niet in. Vlaanderen heeft zijn eigen structuren gecreëerd, zoals de Strategische Adviesraad WVG - een gezellige organisatorische cocoon. Men groeit weg van de dagelijkse realiteit. Er ontstaat een kloof tussen de denkers en zij die het klinische werk doen. Hoeveel volk dat daar zit te denken en schrijven! Ik probeer dat gelezen te krijgen, ondanks het jargon, maar het volume is veel te groot.""De nadruk in Vlaanderen ligt thans op de oprichting van de 60 eerstelijnszones. Ik ben vooral bang dat dat administratieve waterhoofden zullen worden. De zorgraden zullen boven de hoofden van de huisartsen beslissen. Er wordt erg veel gepraat - maar zelfstandige zorgverleners zoals artsen hebben geen tijd om daar regelmatig aan deel te nemen. Vraag is of ze zich gaan laten vertellen wat ze moeten doen door een of andere manager van de eerstelijnszone.""Het grote risico voor artsen, vooral in Vlaanderen, is de rigiditeit, het keurslijf van regels waarin men het beroep gaat steken. Iedereen smeekt om minder administratie. In 30 jaar beroepsverdediging heb ik nooit gezien dat men iets vereenvoudigde, het werd altijd maar ingewikkelder.Dat komt de kwaliteit niet noodzakelijk ten goede. We hebben dat in het ziekenhuis meegemaakt met de accreditering. 'De intocht van de auditoren' houdt je zo bezig, dat je vergeet dat er nog echt klinisch werk is. Ik ben niet tegen kwaliteitsregels, ons laboratorium had als een van de eerste een accreditatie - maar dat mag de zorg niet in het gedrang brengen.