...

Monumentale sculpturen zult u niet vinden op deze expositie. Giacometti is met L'Homme qui Marche (74 mio euro in 2010) en L'Homme au Doigt (141,2 mio dollar in 2015) de duurste beeldhouwer aller tijden, de verzekeringsprijzen zijn navenant. Dat wil niet zeggen dat het geen 'grote' tentoonstelling is in Luik. Heel wat bronzen figuren in klein formaat en een interessante serie van een 60-tal lithografieën illustreren mooi het thema van de expo waarvan de ondertitel luidt L'Humanité absolue. Als toemaatje krijgt de toeschouwer nog een aantal tekstfragmenten van Giacometti en Sartre voorgeschoteld die hun intellectuele vriendschap illustreren, een serie uitvergrote foto's, een mooie replica van zijn Parijse atelier en een film waarin beelden te zien zijn van dat atelier in Montparnasse waar de kunstenaar op de voordeur de naam Giacometto heeft aangebracht. Zou het een fictief enkelvoud zijn van de Italiaanse naam Giacometti? Om zich te onderscheiden van zijn vader en zijn broers die ook kunstenaar waren? En om zichzelf als mens, als individu - verschillend van alle anderen - voor te stellen? Ecce homo, zie de mens. De mens ontdaan van al zijn franje is het thema dat Giacometti maakte tot wat hij is: een van de grootste beeldhouwers aller tijden. Zoals een Francis Bacon de mens met zijn verfborstels herschiep en herleidde tot een karakter, zo ging Giacometti met zijn duimen te keer om de menselijke figuur te kneden en tot de essentie te herleiden. Het is pas na een lange zoektocht door een labyrint van kubisme, dadaïsme en surrealisme dat Giacometti tot zijn ware roeping kwam: de mens, alleen de mens voorstellen. Door de surrealisten werd hij verstoten toen hij zich vastklampte aan de menselijke figuur. In de periode 1935 tot 1945 maakte hij ganse series minuscule beeldjes van de menselijke figuur of het menselijke hoofd. Simone de Beauvoir die meermaals door Giacometti geportretteerd werd in sculpturen (eentje is op de expo aanwezig, 13 cm hoog) en tekeningen, schrijft in La Force de l'Age (1960) over Giacometti's overgang van het surrealisme naar de figuratie: "Hij (Giacometti) wou terugkeren naar wat hij oordeelde dat vandaag het echte probleem van de beeldhouwkunst is: de menselijke figuur herscheppen...". In 1945 keert Giacometti vanuit zijn geboorteland terug naar Parijs en wordt de relatie met Sartre-de Beauvoir hechter. Zij gaan vaak samen uit eten in de beroemde Brasserie Lipp aan de Boulevard Saint-Germain en discussiëren over kunst en filosofie. Tussen de drie ontstaat een intellectueel vuurwerk. De gesprekken krijgen hun weerslag in de geschriften van Sartre. Giacometti vindt in het existentialisme de bevestiging van zijn artistieke zoektocht naar de essentie van de mens. Sartre vond in de kunst van Giacometti de artistieke bevestiging van zijn theorieën. "En acceptant d'emblée la relativité, Giacometti a trouvé l'absolu", schrijft Sartre in La Recherche de l'Absolu. En hij voegt eraan toe: "Hij (Giacometti) is de eerste die de mens uitbeeldt zoals men hem ziet, namelijk vanop afstand". De figuren van Giacometti lijken wel mensen zoals je ze in de verte ziet opdoemen, ontdaan van al hun franjes. Het beeld maakt zich los van de materie, krijgt een irreëel karakter. "L'art est libéré", besluit Sartre. In 1947 creëert Giacometti de eerste versie van zijn meest iconische werk dat de bevestiging lijkt te vormen van de theorie van Sartre, L'Homme qui Marche. Een jaar later schrijft Sartre zijn filosofisch tractaat over de kunst, A la recherche de l'Absolu, dat als voorwoord verschijnt in de catalogus van Giacometti's tentoonstelling in de galerie van Pierre Matisse in New York, en wordt overgenomen in het tijdschrift Les Temps Modernes. Giacometti zelf zag zijn kunst niet als het absolute orgelpunt van een evolutie. Hij plaatste zich op dezelfde hoogte als de kunstenaars van de rotstekeningen van Lascaux waar hij openlijk naar verwees als bron van inspiratie. Los van het filosofische discours is het op deze tentoonstelling vooral genieten van die prachtige miniatuurbeeldhouwwerkjes, sommige amper 10 centimeter hoog, en van de serie tekeningen die hij maakte naar model, of vanop de terrassen van de Parijse brasseries waar hij zijn artistieke en intellectuele zuurstof haalde.