...

Je gelooft niet wat je ziet, en toch is het echt! Herwig Ilegems benadert rustig en beheerst een struisvogel, een waterbuffel, een alpaca, een stier... Er ontspint zich een gesprek zonder woorden. Schijnbaar moeiteloos wint de homo sapiens het vertrouwen van het dier, er ontstaat contact, eerst aarzelend, even proberen, uiteindelijk leggen ze liefdevol hun hoofd tegen elkaar, ze ruiken elkaar, ze communiceren zonder woorden, alleen met hun gevoelens van tederheid. "We raken als mens steeds verder verwijderd van de natuur", zegt Ilegems tijdens de avant-première van de film in het museum. "Dat merkte ik tijdens het maken van Head to Head. Bij de dieren voelde het alsof ik in een andere realiteit belandde." Als kijker word je overmand door gevoelens: dat gaat naargelang de aard van het beestje van verwondering tot verbijstering. Wat je ziet is een spel van toenadering tot lief zijn, balancerend tussen een boerengevoel en arcadia. Maar hoe gaat deze man te werk om samen met een cameraman naar de dieren toe te stappen, behoedzaam maar niet bevreesd, contact te leggen, vertrouwen te winnen, en tenslotte het dier helemaal in te palmen zodat beiden één worden. Zo zou men zich een hemel kunnen voorstellen, gesteld dat die zou bestaan. Ilegems haalde de inspiratie uit de sculpturen van Dirk Hendriks waarin de relatie tussen mens en dier vaak centraal staat. "Dat wou ik omzetten in de realiteit", zegt Ilegems. "Een tête-à-tête met dieren." Aanvankelijk liep dat nochtans niet van een leien dakje. "De eerste pogingen waren geen succes. Ik imiteerde het dier teveel, dat werkte niet. Je moet je helemaal leegmaken, afwezig aanwezig zijn, dat heb ik moeten leren." De beelden werden telkens gemaakt tijdens een eerste contact met het dier. "Soms lukt het, soms niet, en dan moet je ook niet aandringen", zegt Ilegems. Dat hij als acteur geleerd heeft om zich zowel in the picture te plaatsen als zichzelf weg te cijferen, heeft hem bij dit prachtige avontuur misschien wel geholpen. Is dit kunst? Het heeft alleszins met kunst gemeen dat er een creatie achter zit, een in contact treden, dat het eindwerk diverse gevoelens opwekt, van tederheid, begrip, samenhorigheid, dat het aanzet tot denken: de mens die zijn comfortzone verlaat, die zich gelijk met het dier opstelt, een les in bescheidenheid. Museum Voorlinden heeft de film Tête à Tête aangekocht zodat het werk onderdeel wordt van de vaste collectie. In die interessante museumcollectie is een andere kunstenaar, Rinus Van de Velde, op zijn beurt gaan grasduinen om werken te tonen in aanvulling van zijn autobiografisch verhaal waarin fictie en realiteit door elkaar meanderen. Tijdens de persvoorstelling zat de kunstenaar in een rolstoel, als gevolg van een ski-ongeval, en zelfs dan twijfel je of het echt is, of integendeel een onderdeel van het Gesammtkunstwerk dat de tentoonstelling vormt. "Ik verbeeld mij een leven dat ik nooit heb geleefd", zegt Rinus Van de Velde. "Voor mij is dagdromen belangrijker dan wat er in de realiteit gebeurt. In gedachten kun je immers zoveel meer meemaken dan je in werkelijkheid kunt doen." Medereizigers zijn o.a. René Magritte, Claude Monet, Joseph Beuys, Marcel Broodthaers. Allen worden ze meegezogen in een caleidoscoop van verhalen waarin Van de Velde de touwtjes in handen lijkt te hebben. Of toch niet. Voortdurend balancerend tussen realiteit en fictie, tussen droom en werkelijkheid. En zo loopt er een rode draad doorheen de twee expo's. Zowel Ilegems als Van de Velde zijn prominent aanwezig in hun werk. Ze zijn het hoofdpersonage in enerzijds een documentaire over de relatie mens-dier, anderzijds in een autobiografische fictieve reis doorheen de kunst en het brein van de kunstenaar.