...

Alcoholverslaving is erg moeilijk te behandelen. We kijken dan ook uit naar nieuwe therapeutische mogelijkheden. Misschien biedt de intestinale microbiota wel soelaas. De intestinale microbiota is een opmerkelijk ecosysteem van honderden miljarden bacteriën die onze darmen koloniseren. Het wordt almaar duidelijker dat die microbiota belangrijk is voor de gezondheid van de mens en met name invloed kan hebben op verschijnselen zoals depressie en alcoholverslaving. In 2014 onderzocht Sophie Leclercq, onderzoekster aan de UCLouvain, dit samen met Peter Starkel, hoofd van de geïntegreerde eenheid voor leverziekten (alcohologie) van de Cliniques universitaires St-Luc. In een eerste studie (1) vergeleek Leclercg de intestinale microbiota van alcoholverslaafde patiënten vergeleken met die van patiënten die niet alcoholverslaafd waren. Zo stelde de onderzoekster een dysbiose (verandering van de samenstelling van de intestinale microbiota) en een toename van de permeabiliteit van de darmwand vast bij alcoholverslaafden. Ook een ander gegeven was relevant in het onderzoek: de laatste jaren werden meerdere studies gepubliceerd die aantoonden dat de darmbacteriën kunnen 'communiceren' met de hersenen en invloed kunnen hebben op het gedrag en de gemoedsstemming. De groep van de UCLouvain toonde nu aan (2) dat de intestinale microbiota een interessante therapeutische target zou kunnen zijn bij de behandeling van alcoholverslaving. "We onderzochten de pathogenese van de emotionele en cognitieve symptomen die kenmerkend zijn voor een alcoholverslaving. We wisten al dat alcoholverslaafden die afwijkingen vertonen van de microbiota, vaker depressief worden en depressief blijven, ook na een ontwenningskuur, en dat dat bij hen correleert met een speciale inflammatoire toestand", zegt Nathalie Delzenne, hoogleraar metabolisme en voeding aan de UCLouvain, die de nieuwe studie superviseerde samen met Philippe de Timary. "Concreet, Sophie Leclercq transplanteerde feces van alcoholverslaafden bij muizen. De muizen van de controlegroep kregen feces van gezonde mensen die niet verslaafd waren aan alcohol. Resultaat? De muizen die feces van alcoholverslaafde patiënten hadden gekregen, waren depressiever, meer gestrest en vertoonden minder sociaal gedrag." "We stelden ook veranderingen vast van de neurobiologische wegen in hersenstreken die het beloningscircuit bij gebruik van drugs regelen", vervolgt de voorzitster van het Louvain Drug Research Institute. "We hebben een daling van de plasmaconcentratie van bètahydroxyboterzuur gemeten. Bètahydroxyboterzuur is een metaboliet die door de lever geproduceerd wordt, heilzame effecten heeft op hersenfuncties die meespelen bij het gedrag, en beschermt tegen depressie en zelfs tegen sociale afwijkingen." En Nathalie Delzenne geeft een verklaring voor de daling van bètahydroxyboterzuur. "Sommige bacteriën in de intestinale microbiota van alcoholverslaafde patiënten produceren zelf ethanol, dat de synthese van het beschermende bètahydroxyboterzuur remt. Dat heeft niet alleen invloed op het levermetabolisme, maar ook op het gedrag. Bij alcoholverslaafde patiënten ontdekten we inderdaad dat de plasmaconcentraties van bètahydroxyboterzuur correleren met de ernst van de psychische symptomen. Patiënten met een lage bètahydroxyboterzuurspiegel waren depressiever, minder sociaal en werden sterker aangetrokken door alcohol." Deze experimentele en klinische studies tonen aan dat het niet een directe as tussen de darmen en de hersenen is die meespeelt bij alcoholproblemen, maar wel een as die gaat via de lever. Hoe dan ook, de intestinale microbiota zou een nieuwe therapeutische target kunnen worden bij de behandeling van patiënten met een alcoholverslaving. "Daarom hebben we een interventiestudie opgestart waarin we tijdens een ontwenningskuur in het ziekenhuis het nut gaan evalueren van toediening van voedingsvezels. Hiermee willen we de ontwikkeling stimuleren van bacteriën waarvan de hoeveelheid gedaald is bij alcoholverslaafden", duidt Nathalie Delzenne."Soms moet je het niet te ver gaan zoeken. Gewoon een verandering van voeding, vooral bij patiënten bij wie de respons op behandeling en een ontwenningskuur naar verwachting minder goed zal zijn, zou de depressie en het sociale gedrag kunnen verbeteren. Zo stijgt de kans dat een relaps vermeden kan worden."