...

Towards new standards in colorectal cancer wil digestieve oncologen, colorectale chirurgen, radiotherapeuten en radiologen uit heel België vertrouwd maken met recente inzichten die in de (zeer) nabije toekomst de praktijkvoering bij colorectale kanker (CRC) mee zullen bepalen. Een internationaal panel van experts licht toe hoe de jongste gegevens uit de literatuur binnen afzienbare tijd naar de praktijk zullen worden overgeheveld, om standard-of-care te worden. Dat panel is multidisciplinair samengesteld, met zowel colorectaal chirurgen als digestief oncologen, radiotherapeuten en radiologen. Ook in het gehoor zijn al deze disciplines vertegenwoordigd. Dankzij deze formule kunnen de verschillende disciplines achteraf samenwerken op basis van een eenduidig begrippenkader. Een greep uit de topics van dit jaar. Heel wat patiënten hebben na chirurgische behandeling (low anterior resection) van een rectaal carcinoom een reeks ongemakken die men samenbrengt onder de noemer LARS (low anterior resection syndrome). Het kan bijvoorbeeld gaan om frequente stoelgang, urgente stoelgang, fecale incontinentie, diarree, enzovoort. Bij ongeveer de helft van de geopereerde patiënten zijn deze klachten invaliderend, met een significante weerslag op de levenskwaliteit. Daarom komt LARS eveneens op de eerste dag van het symposium aan bod in de Healthcare Teammate Workshop. Deze wordt georganiseerd voor en door gespecialiseerde verpleegkundigen en andere leden van het multidisciplinaire team. Ze zullen samen met verschillende zorgprofessionals (chirurgen, kinesitherapeuten, seksuologen, ...) de noden van patiënten met LARS in kaart brengen, alsook de mogelijke opties om de klachten te bestrijden. Op vrijdag zullen de meest recente resultaten omtrent de rol van sacrale zenuwstimulatie voor LARS worden toegelicht. Een ander belangrijk thema is de neoadjuvante behandeling van rectumkanker. Meer en meer beoogt deze behandeling een volledige tumorrespons te induceren, zodat chirurgie niet meer noodzakelijk is - men spreekt van een watch-and-wait-protocol. Een beperking hierbij is dat 65% van de patiënten weliswaar die volledige tumorrespons ontwikkelt, maar 35% niet. "We hebben momenteel weinig criteria om bij de individuele patiënt het optreden van een volledige tumorrespons te voorspellen", stelt prof. D'Hoore vast. Die responspredictie zal op het symposium aan bod komen. Een tweede beperking is dat één op de vier patiënten bij wie men een volledige tumorrespons diagnosticeert, binnen het jaar opnieuw tumorgroei heeft - wat betekent dat er in werkelijkheid residueel tumorweefsel aanwezig was. Vandaar een tweede thema voor reflectie: kunnen we een complete respons op een accuratere manier vaststellen? Prof. D'Hoore denkt dat artificiële intelligentie hiertoe in de toekomst mogelijk een bijdrage kan leveren. Een derde vraag luidt: als men die nieuwe tumorgroei wegneemt, is de prognose dan dezelfde als wanneer men de patiënt na de neoadjuvante behandeling sowieso opereert? Er zijn immers aanwijzingen dat (zelfs het vroegtijdig) wegnemen van hernieuwde tumorgroei het risico op longmetastasen met 30% doet toenemen ten opzichte van de werkwijze waarbij de resectie onmiddellijk na de neo-adjuvante behandeling plaatsvindt. De vraag is niet alleen welke weerslag deze gegevens moeten hebben op het behandelingsalgoritme van rectaal carcinoom, maar ook hoe ze moeten worden ingebouwd in het overleg met de patiënt. Nieuw is de sessie PRIME-TIME van de vrijdagnamiddag, met gegevens die zonder meer heet van de naald zijn. De aandacht gaat hier onder andere uit naar de resultaten van de recent gepubliceerde TRANSMET-studie (The Lancet, september 2024), bij patiënten die na resectie van een colorectale tumor alleen in de lever metastasen hebben (liver only metastatic disease), maar waarbij heelkundig verwijderen niet mogelijk blijkt. De studie toont aan dat levertransplantatie bij deze patiënten een optie is, op voorwaarde dat men de metastasen voorafgaand gedurende een jaar met chemotherapie onder controle kan houden. "Het is belangrijk dat de deelnemers aan het symposium weten dat er misschien voor deze patiënten toch nog een perspectief op langere termijn is", overweegt prof. D'Hoore. Voorts is een sessie gewijd aan verschillende types anastomose en bijbehorend risico op lekkages. Deze complicatie komt voor bij 10 tot 12% van de patiënten en geeft aanleiding tot ernstige situaties zoals sepsis. Daarom krijgen de meeste patiënten een tijdelijk stoma, wat de kans op lekkage halveert. Tegelijk worden nieuwe chirurgische technieken ontwikkeld. Eén daarvan is de transanale techniek TTSS (transanal transection single-stapled anastomosis), waarvoor er aanwijzingen zijn dat ze minder lekkage veroorzaakt. Daarnaast kent een oudere techniek, de coloanal pull-through, een revival. Hierbij kan geen lekkage ontstaan, omdat het colon rechtstreeks aan het anale kanaal wordt gehecht. Beide technieken worden op het symposium met elkaar vergeleken. "Dit is niet alleen relevant voor chirurgen, maar ook voor andere disciplines zoals gastro-enterologen en radiologen, zodat iedereen op de kliniek met de nodige kennis aan multidisciplinair overleg kan deelnemen", weet de Leuvense chirurg. Als rode draad door dit symposium wijst prof. D'Hoore op het feit dat de behandeling van (colo)rectale tumoren meer en meer gepersonaliseerd wordt, zoals dat ook in andere domeinen van de oncologie het geval is. Hij legt er de nadruk op dat personalisatie niet alleen rekening moet houden met gegevens zoals de moleculaire kenmerken van de tumor en andere aspecten van de tumorziekte, maar dat er ook aandacht moet zijn voor het feit dat heelkunde weliswaar doeltreffend is (met weinig lokale recidieven), maar meteen een zware impact kan hebben op de levenskwaliteit van de patiënt. Dit besef is des te belangrijker omdat steeds meer jongere mensen kanker krijgen. Het is daarom onontbeerlijk de situatie van de patiënt multidisciplinair te bekijken - en hemzelf bij die reflectie te betrekken - zodat men hem behandelingsopties biedt die het best aansluiten bij zijn individuele noden.