...

Door een verandering in de pensioenwet werd het onmogelijk nog verder een aanvullend pensioen op te bouwen, op het moment dat men wettelijk met pensioen ging. Artsen die na hun pensioen bleven werken, en die voldeden aan alle voorwaarden voor het 'sociaal statuut', liepen daardoor die bonus toch mis. Er werd afgesproken dat de artsen die in dat geval verkeren, wel een premie zouden krijgen. Die moest even groot zijn als het sociale voordeel. Het KB dat dat mogelijk maakt verscheen pas onlangs in het Staatsblad.De voorwaarden waar men als gepensioneerd arts moet aan voldoen zijn dezelfde als die voor andere artsen, voor het gewone 'sociaal statuut'. De aanvraag voor de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019 kunt u nog indienen tot 29 februari. Het formulier vindt u op de website van het Riziv.De artsensyndicaten zijn blij dat het KB eindelijk verschenen is. Kritiek is er op het lange uitblijven van de regeling. Daarnaast sleepte lange tijd ook de discussie aan over wat 'even groot' eigenlijk betekende. De artsen die de premie krijgen, krijgen bruto hetzelfde bedrag als artsen die het 'sociaal statuut' krijgen. Maar er is in het KB geen sprake van een bijzondere fiscale regeling. De premie voor gepensioneerde artsen dreigt 'netto' dus een stuk kleiner uit te vallen dan het 'sociaal statuut'. Vooral Kartel/ASGB hield vast aan een oplossing waarbij het verschil verdween.BVAS vraagt nu dat de overheid voor de premie dezelfde gunstige fiscale regeling zou hanteren als voor de Impulseopremies. Dat is een tarief van 16,5%. ASGB blijft de regeling discriminerend noemen voor gepensioneerde artsen.