...

De doelstellingen van de revalidatie zijn veranderd: we beogen tegenwoordig de fysieke prestaties van de patiënt te verbeteren en hem tot inspanning aan te zetten, waarschuwt Michel Lamotte, die als kinesitherapeut verbonden is aan het centrum voor multidisciplinaire revalidatie van het Erasmusziekenhuis in Brussel. "Veel patiënten gaan erbij neerzitten zodra ze een beetje buiten adem zijn of zweten. We moeten hen duidelijk maken dat deze ongemakken normaal zijn en hen geruststellen."Patiënten met hartfalen die voor revalidatie in aanmerking komen, hebben zware fysieke beperkingen en veel risicofactoren. Hun VO2max bedraagt zowat 8-16 ml/min/kg bij vrouwen en 8-20 ml/min/kg bij mannen. Dat is tienmaal minder dan een sportbeoefenaar en viermaal minder dan iemand met een zittend leven.Na een cardiaal incident gaat 20% van de patiënten op Europees niveau in revalidatie. In België schommelt het cijfer tussen 0 en 50%. "Nochtans is de bijdrage van het ziekenfonds niet min: een multidisciplinaire revalidatiesessie kost 1,5 euro voor een verzekerde met recht op verhoogde tegemoetkoming en 3,5 euro voor een gewoon verzekerde", aldus de Brusselse kinesitherapeut. "Opmerkelijk is dat we vooral die patiënten behandelen die er het minste nood aan hebben: meer mannen dan vrouwen, jongere personen, mensen met een relatief hoge LVEF."De oefeningen aanvatten is één zaak, ze voortzetten is een ander paar mouwen. Belangrijk is de patiënt te motiveren met voldoende informatie. "Veel patiënten stoppen ermee na de revalidatieperiode. We kunnen de oefeningen aanleren, maar de patiënt moet ze zelf op langere termijn volhouden. Zes maanden revalidatie kunnen volstaan voor een verbeterde levenskwaliteit na tien jaar. Op voorwaarde dat de patiënt zijn dagelijkse levensgewoonten aanpast."Vóór men met de revalidatie start, komt het erop aan de inspanningscapaciteit van de patiënt te beoordelen met een inspanningsproef. De cardiopulmonale en perifere beperkingen worden geëvalueerd. Contra-indicaties kunnen meespelen, maar zijn zeer zeldzaam. "Wat we vooral moeten verbeteren, is de VO2max", weet Michel Lamotte. "Dat is dé voorspeller van de l evensverwachting. De LVEF is niet echt indrukwekkend als prognostische factor. Volgens de classificatie van Weber zijn 9 op de 10 patiënten met een VO2max > 20 (ml/min/kg) na 4 jaar nog in leven. Met een waarde < 10 schiet er na vier jaar niemand meer over. Als een patiënt zijn VO2max met 1 ml doet stijgen, neemt zijn sterfterisico met 10% af."Vandaag weet men dus dat revalidatie niet alleen moet mobiliseren, maar ook verbetering induceren. Om dat tot stand te brengen, zijn twee aspecten belangrijk: het volume en de intensiteit van de oefeningen.Wat het volume betreft, moet men voor ogen houden dat bewegen beter is dan niets doen. Maar als men wat meer doet, is dat meegenomen. Een follow-upstudie over een periode van 12 jaar heeft aangetoond dat patiënten met coronair lijden die tussen 1,5 en 3 km per dag stapten een duidelijk betere overleving hadden dan patiënten die zich tot 1,5 km beperkten.Een tweede belangrijk gegeven is de intensiteit. Michel Lamotte: "Dat weten we pas sinds een tiental jaar. Je kan zoveel matige inspanning doen als je wil - zeg maar, 100 minuten per dag -, je zal nooit hetzelfde rendement hebben als wanneer je een wat grotere inspanning doet, ook al beweeg je dan iets minder lang.""Als de patiënt geen vorderingen maakt, is dat meestal omdat hij onvoldoende traint. Aan de hand van een reeks biologische parameters heeft men kunnen vaststellen dat intensievere inspanningen veeleer een gunstig effect hebben. Vroeger zei men dat hypertensiepatiënten, bijvoorbeeld, beter geen forse inspanningen konden doen. Dat klopt niet."Ten slotte nog dit: een doeltreffende revalidatie combineert dynamische oefeningen met spierversterkende maatregelen. "Dat is des te belangrijker bij patiënten met hartfalen, die meestal verzwakte spieren hebben. Nu is het duidelijk dat men geen spieren kweekt met fietsen, wandelen of zwemmen. Alleen specifieke spierversterkende oefeningen kunnen de patiënt helpen om vlot uit zijn zetel recht te staan of de trap op te gaan."Volgens de huidige inzichten moet revalidatie dus zo snel mogelijk worden ingeschakeld, met intensieve oefeningen en spierversterking. "Dertig jaar geleden beschouwde men rust als een ideale maatregel bij een patiënt met hartfalen. Sinds een tiental jaar hebben we het geweer van schouder veranderd: wie deze patiënten geen revalidatie aanbeveelt, maakt een beroepsfout", concludeert Michel Lamotte.