...

Zoals wettelijk bepaald moest de Algemene Raad op de derde maandag van oktober stemmen over het voorstel voor begroting 2025 dat het Verzekeringscomité eerder quasi unaniem goedkeurde. In dit voorstel hadden de artsensyndicaten ingestemd met de gevraagde besparingen ten belope van 217 miljoen euro (zie Artsenkrant 2784). Dat voorstel werd door minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke nog bijgeschaafd - wat niet ongebruikelijk is. Echter, "de eerste minister wenste binnen de regering geen beraadslaging te organiseren over het gedetailleerde voorstel dat minister Vandenbroucke op punt heeft gesteld ter operationalisering van het voorstel van het Verzekeringscomité", deelde het kabinet van Vandenbroucke mee.Daarom lag het voorstel van het Verzekeringscomité voor het budget 2025 op de Algemene Raad ongewijzigd ter stemming voor. Volgens onze bronnen stemden de vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen en van de werknemers unaniem voor, de vertegenwoordigers van de werkgevers onthielden zich. Op de regeringsbank werd verdeeld gestemd: drie voor, één onthouding (MR), één tegenstem (Open VLD). Hoewel de meerderheid voor stemde, was niet voldaan aan de wettelijke bepaling dat de begroting unaniem moet worden goedgekeurd door de regeringsbank. Het initiatief ligt nu bij de ministerraad, zoals bepaald in de ZIV-wet (art. 40, §2). Die ministerraad lijkt daarbij geen haast te willen maken. Ontslagnemend premier Alexander De Croo verklaarde op 24 oktober in de Kamer dat het niet aan een regering in lopende zaken is om een beslissing te nemen over de RIZIV-begroting voor volgend jaar. Die maakt deel uit van de algemene begroting en is dus voor de volgende regering, stelde De Croo. Hij verwees naar een precedent uit 2019, toen de RIZIV-begroting door de toenmalige regering in lopende zaken pas op 22 november werd goedgekeurd.