Bedrog en zelfbedrog

...

Ian Buruma is een Nederlands-Amerikaanse schrijver en kenner van het Verre Oosten, geprezen om zijn eruditie en genuanceerde beschouwingen. In De fantasten verweeft hij in tien hoofdstukken de levensverhalen van drie bijzondere, wonderlijke figuren. De oorspronkelijke Engelse titel The Collaborators maakt duidelijk dat het gaat om mensen die tijdens de tweede wereldoorlog op een of andere manier samenwerkten met de vijand. De Mantsjoeprinses Kawashima Yoshiko, Himmlers privémasseur Felix Kersten en de Joodse immigrant Friederich Weinreb brachten hun tijdgenoten en de latere historici op een dwaalspoor. Zij bedrogen vriend en vijand met hun verhalen waarin ze zelf begonnen te geloven. Misdadig bedrog wordt verblindend zelfbedrog. Buruma illustreert hoe gemakkelijk leugens leiden tot lijden. Over het brein zijn al ontelbare boeken geschreven. In die veelheid verdient de Atlas van ons brein een vermelding want hij onderscheidt zich naar de vorm en de gehanteerde aanpak: groot formaat, opgebouwd rond infografieken en illustraties, heldere en toegankelijke teksten. Neurowetenschapper Lara Wierenga van de Universiteit Leiden en grafisch ontwerper Dirma Janse zoeken naar de antwoorden op tientallen vragen: Hoe werken neuronen? Waarom doet muziek ons huilen of bewegen? Worden jonge hersenen lui van digitale snufjes? Hoe leert het brein (het best)? Zijn er breinverschillen tussen man en vrouw? Hoe hard de auteurs ook proberen alle aspecten van ons meest complexe en grotendeels nog onbegrepen orgaan visueel inzichtelijk te maken, het blijft moeilijke materie waar je voor moet gaan zitten en alle hersencellen bijzetten om alles te begrijpen. Historicus Korneel De Rynck schreef eerder de kleine bestseller Vroeger was alles anders over het dagelijkse leven in de jaren vijftig in België. Het (chrono)logische vervolg ligt nu in de boekhandel: De golden sixties. Het was een tijd met doorbraken van talloze zaken die we nu als heel gewoon beschouwen: wc's in huis, badkamers, wasmachines, autostrades, supermarkten, tankstations, telefoon en televisie, tot en met de eerste pastarecepten in Ons Kookboek. We gingen onze tanden poetsen en de pil kwam beschikbaar. De kiem werd gezaaid voor een Vlaanderen van vooruitgang met (vrouwen)emancipatie, innovatie en groei, inclusief neveneffecten zoals milieuvervuiling, lintbebouwing of files. Het boek is een feest van herkenning, vol nostalgische anekdotes en ironische vaststellingen. Culinair journalist Joël Broekaert, ook bekend van televisie en een culinair- wetenschappelijke theatershow, is gefascineerd door de (neuro)chemie van de keuken. Hoe proeven en ruiken wij wat we eten en drinken? Hoe ontstaan smaken en wat doen koken, braden, roken of fermenteren met aroma's? In zijn Proefles neemt Broekaert de nieuwsgierige proever mee op een reis langs de wetenschap van de neurogastronomie. Met dit boek worden keuken en tafel een laboratorium waarin je proefondervindelijk aan de slag kan met zongedroogde tomaten, chocola, wodka of vanille. Broekaert presenteert, goed verteld en met een aanstekelijk enthousiasme, een wervelende combinatie van de olfactorische wetenschap, aanlokkelijke recepten en straffe verhalen gelardeerd met een flinke schep evolutiebiologie en een snuif geschiedenis. Ezelsoren is een met fraaie foto's van Gwenny Cooman verluchte bundel met een keuze uit essays, artikelen en opiniestukken van Johan Braeckman, hoogleraar filosofie aan de UGent, gedurende de afgelopen 15 jaar geschreven voor een breed publiek. In heldere taal verdedigt hij de wetenschap als zelfcorrigerende kennismachine. Kritisch denkt hij over de meest uiteenlopende onderwerpen, zoals euthanasie, UFO's, complotdenken, democratie, (ir)rationaliteit, hervonden herinneringen, evolutie, wiskunde, denkfouten of (on)geloof. Braeckman is erudiet en eloquent en biedt met deze verzameling korte en behapbare overpeinzingen een mooie staalkaart van zijn gedachtegoed. De ezelsoren van de titel ontstaan vanzelf als je bij elke spitse of overwegenswaardige gedachte de hoek van het blad omplooit. En dat zijn er wel wat. Leuvenaar Jos Peeters is diagnostisch geschoold klinisch en gerechtelijk psycholoog. Hij werkte jarenlang in het Jongerencentrum Cidar, een diagnostisch centrum in het jongerenwelzijn. Wat en hoe mensen denken en denken te weten wat waar is, intrigeert hem. Mensen gaan er (te) vaak vanuit dat ze goed denken en staan er niet bij stil dat een denkfout snel gemaakt is. Daarom werkte hij een vragenlijst uit waarmee kan gepeild worden naar de kennistheoretische opvattingen van mensen. Dat is de DJDJD-vragenlijst geworden (Dacht Je Dat Je Dacht) waarbij je als invuller uitgedaagd wordt om stil te staan bij wat je weet en waarom je dat denkt. Met DJDJD kan je denkfouten leren herkennen en een kruimelspoor leggen door het bos van waarheid en onwaarheid. Peeters introduceert een handzame aanzet voor toegepaste experimentele (wetenschaps)filosofie.