...

Het hele verhaal dat Anna als een lange brief aan haar overleden zusje schrijft is pijnlijk en wrang door het gedrag van de ex, 'de man wiens naam zij niet zal noemen - moge zijn zweet veranderen in cyanide'.Anna omschrijft hem met vrolijke maar genadeloos bezwerende formules. Zo geeft zij haar woede vorm want zij heeft haar zus verloren maar is daarmee ook haar neefjes kwijt. Want de ex (moge het riool zijn voeten overspoelen) heeft bepaald dat Anna de jongens, voor wie ze veel zorgde en met wie ze een innige band had, nooit meer mag zien.De reden is onbekend, de man regeert het leven van zijn familie als een drieste dictator. Hij zag het leven als een nulsomspel - wat de een wint verliest de ander, ergens samen beter van worden bestaat niet. Toen die jongens nog klein waren eiste hij borstvoedingsbeurten op, anders was het oneerlijk. Het echtscheidingscontract regelde meticuleus alles, tot en met afspraken bij de kapper inclusief de daarbij in te stellen tondeusestand. Dit is het schrijnende, treurige maar waargebeurde verhaal van Bibi Dumon Tak, schrijfster van een veel gelauwerd oeuvre van boeken (vaak over dieren, eigenlijk altijd over mensen) voor kinderen en andere volwassenen. Zoals de magnifieke non-fictie-poëziebundel over evenhoevigen. Ze zei wel eens: 'Ik schrijf non-fictie, omdat ik de werkelijkheid nodig heb om mijn verhalen te kunnen schrijven.' Dat doet ze met De dag dat ik mijn naam veranderde op onnavolgbare wijze.Het is een roman die er geen is, een beklijvend en beklemmend verhaal waarin een particuliere familiegeschiedenis epische dimensies krijgt. De scheiding van haar ouders, de gesprekken met haar psycholoog, de begrafenis van haar vader worden evenzoveel mijlpalen als literaire hoogtepunten. Ook dankzij het feit dat de man wiens naam niet genoemd wordt, moge zijn hersenen door zijn eigen gal verteerd worden, in zijn waarde gelaten wordt. Dumon Tak weet haar woede te bezweren en maakt zo van haar relaas een pleidooi voor mildheid. Het leven is vaak geen pretje en mensen zijn dikwijls de nagels aan de doodskist van een ander. En toch moet je verder. Kwaad moet je worden, maar wederzijdse destructie is ook niet goed. Ondertussen wordt gaandeweg duidelijk dat er nog een thema meeklinkt. De vrouwen in hun familie worden stelselmatig weggedrukt door een dominante mannencultuur die hen als minderwaardig beschouwt. Daarom wil Anna haar naam veranderen. Wat niet eens zo gemakkelijk blijkt te gaan. Hilarisch en kafkaiaans is de scène waarin ze geconfronteerd wordt met de bureaucratie van de naamsveranderingen. De naamsverandering gaat uiteindelijk niet door, Anna hervindt vrede met haar vaders naam. Na tragiek en woede komt rust en mededogen.