"Onze zuiderburen leggen een onmiskenbaar plezier aan de dag voor het bizarre en de vervreemding", lezen we op de muurtekst in zaal 1 van de expositie 'Belgische meesters' in Singer Laren. Het Nederlandse museum presenteert werken uit het in verbouwing zijnde Museum van Elsene in een schitterende tentoonstelling die toont hoe Nederland kijkt naar Belgische kunst.
...
Recht tegenover de hierboven geciteerde tekst hangt een groot schilderij van de in ons land nauwelijks bekende Léon Frédéric. In Intérieur d'Atelier (1882) portretteert hij een man naakt met op zijn schoot een geraamte gehuld in een geborduurde voile. Een intrigerend werk als openingsbeeld van de tentoonstelling, dat de toeschouwer meteen wakker schudt.Inderdaad, kunst met een hoek af. Toegegeven, de stelling van onze noorderburen heeft een grond van waarheid. Wat dacht u van het schilderij van Jean de la Hoese waarop een dame aandachtig luistert naar de woorden van ... een ledepop die we vanop de rug in een zetel zien zitten: ( De Mannequin, 1886). Dubbele bodems zijn een veel gebruikte stijlfiguur bij onze kunstenaars. En dan hebben we het niet eens over Ensor, Delvaux en Magritte die uiteraard ook met sterk werk aanwezig zijn op deze tentoonstelling. De expo focust op de periode 1850-1950, de verschillende stijlinrichtingen zijn netjes over zes zalen verdeeld. Alle grote namen van de Belgische kunst in die periode zijn vertegenwoordigd, meestal met topwerken: Van Rysselberghe, Claus, Khnopff, Desmet, Vandenberghe, Permeke, Spilliaert, Ensor, Delvaux, Magritte, noem maar op. Meteen valt het op hoe rijk die collectie van het Museum van Elsene is. "Toen ik in Lodève een selectie zag van werken uit datzelfde museum, was ik meteen gebiologeerd", zegt curator Jan Rudolph de Lorm die ons rondleidt. "Ik heb toen contact genomen met Claire Leblanc, directeur van het Museum van Elsene, die meteen gewonnen was voor het idee om in Singer Laren te exposeren. Deze tentoonstelling hoort hier thuis, er zijn vele links tussen Belgische kunstenaars en Nederland, en omgekeerd tussen Nederlandse kunstenaars en België geldt dat ook." Zo hebben Gust Desmet en Frits Vandenberghe in de jaren 1922 in Laren gewoond en gewerkt. Théo Van Rysselberghe heeft ook in Nederland gewerkt, getuige daarvan het schilderijtje Natuurstudie in Spaarnwoude dat in de expositie werd opgenomen. Rik Wouters heeft tijdens WOI in Amsterdam gewoond, waar hij ook is doorgebroken. Anderzijds heeft een kunstenaar als Jan Toorop, waarvan hier ook werk getoond wordt, in Brussel aansluiting gezocht bij Les XX. "Er was dus heel wat kruisbestuiving tussen Nederlandse en Belgische kunstenaars", aldus Jan Rudolph de Lorm.Hoogtepunt is onmiskenbaar de zaal met Maritte en Delvaux. Maar naast de grote namen uit de Belgische kunst is het prettig ook minder in de kijker lopende kunstenaars te zien schitteren, zoals Louis Thévenet ( Après la Messe) en Jean Delville ( L'Amour des Ames) bijvoorbeeld. Van Anna Boch, vooral bekend omdat zij de enige is die tijdens zijn leven een schilderij van Van Gogh heeft gekocht, is ook een prachtig duinlandschap te zien. Singer Laren is best wel een gezellig museum waar de Belgische kunst zich thuis voelt.