...

Het gemotoriseerd personen- en vrachtverkeer via de weg is de facto niet de grootste milieuvervuiler, in de perceptie van heel wat mensen is het dat wel. Lees er de sociale media op na en je wordt er geconfronteerd met de zotste verhalen, wat niet bijdraagt aan een sereen en constructief debat over maatregelen die het autorijden minder belastend kunnen maken voor mens en natuur. Voor alle duidelijkheid: het zijn niet alleen de berichten op Twitter en/of de dramatische gevolgen van de klimaatverandering die de politieke beleidsmakers aan het denken hebben gezet. Het is een publiek geheim dat dieselgate in 2015 voor een ernstige vertrouwensbreuk heeft gezorgd tussen de politieke beleidsmakers en de auto-industrie. De gewezen Duitse kanselier Merkel voelde zich persoonlijk beledigd door de leugenachtige verklaringen van de toenmalige Volkswagen-topman Winterkorn over het gebruik van sjoemel- software door de Duitse autogroep om een gunstige CO2-uitstoot te bekomen. De vertrouwensbreuk heeft onrechtstreeks geleid tot almaar strengere Europese CO2-doelstellingen waarvan de Europese constructeurs nu beweren dat die hun concurrentiepositie in gevaar brengen. Zij dringen aan op steun van Europa om de transitie van conventionele naar alternatieve aan- drijving in goede banen te kunnen leiden. Komt die steun er niet, dan dreigt er een sociaal bloedbad in de Europese autosector. In Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje gaat het om honderdduizenden banen die op de tocht staan, in ons land om enkele tienduizenden jobs.Over de noodzaak van die omslag bestaat nauwelijks discussie. Het Klimaatakkoord van Parijs heeft de lijnen uitgetekend en het Europese programma Fit for 55 borduurt daarop voort. Vaststaat dat de auto van de toekomst elektrisch rijdt, de Europese Commissie is daar duidelijk over. De discussie gaat over de manier waarop de zero-uitstoot moet worden gerealiseerd - nodig om de klimaatverandering af te remmen. Nooit eerder zoveel fake news gezien en gehoord als over elektrisch auto- rijden. Het verontrust te moeten vast- stellen dat het fake news ook afkomstig is van zeer gerenommeerde communi- catie- en onderzoeksbureaus. Afhan- kelijk van de opdrachtgever leveren hun enquêtes vaak compleet contraire resultaten op over de voorkeuren of meningen van jan modaal. Wat vragen oproept over de ernst van het onderzoek en twijfels doet rijzen over de betrouwbaarheid van de uitkomst. Meer dan ooit geldt dat wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Alles is marketing en marketing is alles! Volgens de meest recente statistieken telde ons land vorig jaar 5,9 procent nieuwe inschrijvingen van e-auto's. Dat is weliswaar een nieuw record maar het slechte nieuws is dat het percentage ver beneden het Europese gemiddelde van 9,1 procent ligt. België bevindt zich op het niveau van Roemenië en andere Centraal- en Oost-Europese landen. Ter vergelijking: Nederland staat met een percentage van 19,9 procent op plaats één in Europa, gevolgd door Zweden met 19,1 procent. In Duitsland bedraagt het marktaandeel van elektrisch auto's 13,6 procent, tendens stijgend. Van de 22.600 elektrische voertuigen die vorig jaar in ons land werden ingeschreven, zijn bijna negen op de tien voor rekening van een bedrijf of leasingmaatschappij. Particuliere klanten zijn op de vingers van één hand te tellen, bij wijze van spreken. Om de eenvoudige reden dat een elektrische auto voor hen gewoon (veel) te duur is en het aanbod aan betaalbare elektrische auto's petieterig klein. Omdat die laatste te weinig winst opleveren voor de constructeurs. In een aantal buurlanden stimuleert de overheid de verkoop van elektrische auto's aan particulieren door het ver- lenen van premies die kunnen oplopen tot 9.000 euro, waardoor het prijsverschil tussen een auto met een verbrandings- of elektromotor plots veel kleiner wordt. Waarbij zich de vraag stelt of het de taak is van de overheid om via die weg belastinggeld in de zakken van de automerken te doen belanden of om fiscale aftrekken toe te kennen aan bedrijven en zelfstandigen die overschakelen op elektrisch auto's. Het verlies aan fiscale inkomsten wordt immers verhaald op de belastingbetaler, die betaalt uiteindelijk de rekening. Wordt vervolgd.