...

We staan aan het begin van een mogelijke corona-epidemie die we trachten in de kiem te smoren. Met enige bewondering staren we naar beelden van spoedartsen die in een Nasa-outfit zieken screenen in een steriele omgeving. Huisartsen kijken ook naar deze beelden, zij het met gemengde gevoelens. Weer eens spelen zij bij het opsporen van risicopatiënten een centrale rol. Want wie ziek is en uit een risicozone komt, moet vooral eerst de huisarts contacteren die dan aan huis komt. Voor deze groep is echter geen beschermende kledij voorzien, zelfs geen mondmasker.Tsjernobylgewijs trachten wij het besmettingsrisico tot een minimum te beperken met hygiënische maatregelen, die echter onvoldoende zijn om ons efficiënt te beschermen. Het is even slikken maar huisartsen zullen zelden publiek hun ongenoegen uiten. Intern heerst er echter al langer grote bezorgdheid, hoewel die niets met het coronavirus te maken heeft.De huisarts als persoon staat onder grote druk. Er wordt van haar/hem een snelle en adequate hulp verwacht bij een toenemend en steeds complexer aanbod van ziektebeelden. Hij is het eerste aanspreekpunt voor lichamelijke, psychologische en sociale problematiek. Het zal niemand verbazen dat wij ervaren dat vooral de laatste twee veel aandacht en tijd opeisen.Als groep van 13 huisartsen in een middelgrote Brabantse gemeente met 14.000 inwoners worden wij al jaren geconfronteerd met het toenemend spanningsveld van vraag en aanbod in de eerstelijnszorg. In onze groep zijn er met hun 65+ reeds twee artsen ver in 'overtime', nog eens vier leunen tegen de zestig aan. De jongere artsen zijn allen vrouwen die in een spagaat zo goed als mogelijk de beste kwaliteit trachten aan te bieden, zowel op vlak van zorg voor hun patiënten als binnen hun gezin.Bovendien stellen we enerzijds vast dat oudere artsen hun praktijk stoppen, en anderzijds dat jongere artsen na enkele jaren kiezen voor een andere richting in hun leven, niet altijd een medische is. Patiënten die hiermee geconfronteerd worden, ervaren dat meer en meer huisartsen een patiëntenstop inlassen om de kwaliteit voor hun ingeschreven patiënten te kunnen garanderen. Ingeschreven worden bij een nieuwe huisarts is als het ware een race tegen de klok.Voor elke nog werkende huisarts wordt de druk voor een goede continuïteit van zorgen groter. Als we ermee rekening houden dat één derde van de huisartsen zestigplussers zijn en de aanvoer van jonge artsen de uittocht van de senioren niet compenseert, is het duidelijk dat de toekomst van het huidige model van huisartsgeneeskunde problematisch is.Als we willen vermijden dat er binnen enkele jaren ganse regio's met een ernstig tekort aan huisartsen zullen geconfronteerd worden, en dat het huidige model van de persoonlijke band tussen arts en patiënt afbrokkelt, dienen we als maatschappij te zorgen voor het voortbestaan van een belangrijke pijler van ons medisch en sociaal functioneren.Bovenop hulp verlenen qua infrastructuur, moeten we ook naar de vragen en wensen van de mens-huisarts luisteren. Ongetwijfeld zal dat iets kosten, maar we menen dat het een investering betreft die zich onmiddellijk terugbetaalt. JFK parafraserend, kunnen we besluiten: "Vraag niet wat de huisarts voor u kan doen, maar stel u eens de vraag: 'wat kunnen we doen voor de huisarts?'.