...

Het verhaal start in de Sint-Michielswijk in de Arteveldestad. Rond 1200 stelde een telg van de lokale patriciërsfamilie Utenhove een van haar huizen ter beschikking om armen, zieken en behoeftige passanten in een hospitaalsetting te verzorgen. "In die tijd keken overheden niet naar zieken om. Gegoede families deden dat wel", stelt de Gentse overste van de cisterziënzerzusters. De zusters werden relatief snel betrokken bij de zorg en het Mariagasthuis. Maar aangezien de religieuzen hun abdij in Lokeren hadden, dienden ze dagelijks naar Gent te 'pendelen' voor de zorg van patiënten en hospitaal.Goed een kwarteeuw na de oprichting van het gasthuis besliste men daarom tot nieuwbouw: zowel het hospitaal als de abdij kregen een nieuwbouw op de Bijlokesite, op gronden geschonken door de graven van Vlaanderen én voorzien van de pauselijke zegen. Gent, toendertijd een belangrijk centrum voor de lakenhandel, was ter zake niet uniek: in diverse steden in Noordwest-Europa verrezen aan de stadsrand soortgelijke hospitaalsites. De beroemde ziekenzaal (nu concertzaal en Unesco-werelderfgoed) dateert uit diezelfde 13e eeuw. Een tweede ziekenzaal, het zogenaamde Craeckhuys, stamt uit de 16e eeuw en bleef tot 1976 in gebruik. Eertijds waren de mores anders: mannelijke en vrouwelijke patiënten lagen samen in de oude ziekenzalen, die tevens dienst deden als operatiekwartier. Daarin komt pas verandering onder impuls van de Oostenrijkse keizer-koster Jozef II, toen men zieken 'per ziekte' begon samen te leggen. Hierin ligt allicht de kiem voor de ontwikkeling van ziekenhuizen voor gespecialiseerde medische behandelingen en verzorgingen, luidt het. Dit gezegd zijnde, de abdij annex hospitaal is doorheen de eeuwen niet gespaard gebleven van tegenslagen. De Beeldenstorm, de Franse Revolutie en de stedelijke Commissie voor Burgerlijke Godshuizen hebben elk op hun manier impact gehad: het patrimonium werd beschadigd of geconfisqueerd, en ook de ziekenzorg deelde in de klappen. "De kwaliteit van de patiëntenzorg (in handen van leken) liep zienderogen terug", constateerden de toenmalige artsen.In de eerste decennia van de 19e eeuw kreeg de site op de Bijloke twee nieuwe ziekenzalen, voor besmettelijke ziektes en gewonden. Ook de nieuw opgerichte universiteit deed beroep op de infrastructuur: bij gebrek aan eigen ziekenhuis werden Gentse artsen en verpleegkundigen hier opgeleid - wat op zijn beurt aanleiding gaf tot de bouw van onder meer een anatomisch amfitheater, apotheek, leslokalen en zo meer.Vanaf de jaren 1870 wijkt men uit en wordt de grondslag gelegd voor uitbreiding, met het Refugeziekenhuis. De voortdurende expansie van de medische wetenschap en disciplines, en dito patiëntengroei, zeker na 1945, doet de medische zorgverstrekking in de binnenstad echter stilaan op haar fysieke grenzen botsen. Zowel de universiteit met de UZ Gent als AZ Jan Palfijn trekken naar verschillende uithoeken van Gent, terwijl de Bijloke zoals bekend intussen als een culturele en erfgoedsite een nieuwe functie krijgt.Ook de cisterziënzerzusters hebben geanticipeerd: al in het interbellum wijkt de congregatie uit, met in haar zog een stukje van de zorgfaciliteiten, naar de groene rand aan de Ringvaart, naar het domein Le bois dormant (met tuinen die soms het Vlaamsche Versailles werden genoemd). De site wordt herdoopt tot Maria Middelares. Het initiële kasteelziekenhuis annex verpleegstersschool zal in de daaropvolgende decennia geleidelijk aan uitgroeien tot een algemeen en multidisciplinair ziekenhuis - waar in 1982 ook patiënten en diensten van de Refuge naartoe verhuizen. Tijdens het afgelopen decennium is het (voorlopig) laatste hoofdstuk van dit verhaal geschreven. Met een toekomstgeoriënteerde nieuwbouw ('toparchitectuur met een ecologische inslag, waar kunst en zorg mekaar vinden', aldus uw vakblad, in een speciaal themanummer in 2018) heeft Maria Middelares resoluut gekozen om 'geen klassieke beddenhuis, maar een innoverend interventiecentrum' te zijn waar gezondheidszorg, zowel in situ als via thuishospitalisatie, nog steeds met een ziel wordt bedreven. Dat laatste was trouwens de uitdrukkelijke wens van de zusters toen ze zich terugtrokken uit het bestuur van het ziekenhuis.