...

Het aandeel daalt wat de uitgaven betreft. Want huisartsen zijn niet minder gaan voorschrijven. Ze schreven alles bij elkaar genomen gemiddeld elke dag 951 daily defined doses per 1.000 inwoners voor in 2009, en 983 DDD in 2018. DDD zijn geen erg precieze maatstaf voor een vergelijking tussen verschillende jaren maar geven hier toch aan dat niet het gebruik is verminderd. Van de geneesmiddelen die huisartsen het meest voorschrijven is ondertussen het patent vervallen en is de prijs sterk gedaald.Statines zijn de meest voorgeschreven subklasse van geneesmiddelen: 8,4% van het totale volume van alle voorgeschreven middelen in 2009 en zelfs 9,9% in 2018 - bij de huisartsen zijn ze goed voor respectievelijk 9,1% en 10,8% van het voorgeschreven volume uitgedrukt in DDD. Maar in 2009 waren de statines die bij de apothekers over de toonbank gingen tezamen 250 miljoen euro waard - 226 miljoen daarvan kwam op rekening van de huisartsen. In 2018 is de waarde van het 'verhandelde' volume fors afgeslankt tot 105,5 miljoen euro - 90 miljoen daarvan is voorgeschreven door huisartsen. Voor het Riziv waren statines in 2009 de subklasse van geneesmiddelen die de grootste uitgave vertegenwoordigde, maar wat dat betreft komen ze in 2018 pas op de vijfde plaats (wat huisartsen alleen betreft op de derde plaats).Hetzelfde fenomeen - uitgaven dalen hoewel het volume zelfs stijgt - zie je bij veel andere subklassen van geneesmiddelen die tot het kernarsenaal van de huisarts behoren. Voor cardiovasculaire middelen zoals ACE-remmers en angiotensine II-antagonisten, al dan niet in combinatie met een ander middel, bijvoorbeeld. Of voor protonpompinhibitoren en voor antidepressiva.In de rangschikking volgens uitgaven die het Riziv maakt, prijken bovenaan de lijst voor alle artsen in 2018 de TNF-alfa-remmers. Deze subklasse van medicijnen was in 2018, met 250 miljoen euro, goed voor 8% alle uitgaven voor voorgeschreven geneesmiddelen in de open officina. Ze hebben de laatste jaren de plaats ingenomen van de statines in de lijst uit 2009. Alleen nemen deze biologicals niet zoals de statines ook een hoge plaats in in de rangschikking volgens volume. In die laatste lijst komen ze pas op de 96ste plaats.Nieuwkomers in de 'top tien' volgens de uitgaven in vergelijking met 2009 zijn verder de directe orale anticoagulantia (DOAC's), combinatiepreparaten tegen een hiv-infectie en de interleukineremmers (zoals ustekinumab) en, ten slotte de bloedstollingsfactoren. Vaak innoverende geneesmiddelen met een navenant prijskaartje, die aan een belangrijke behoefte voldoen voor een beperkt aantal patiënten. De DOAC's zijn de enige middelen in dit lijstje die hoofdzakelijk door huisartsen worden voorgeschreven. Ze staan bij de huisartsen helemaal op de kop van de lijst volgens uitgaven. Ze komen op plaats 26 in het lijstje volgens volume.TNF-alfa-remmers zijn een voorbeeld van geneesmiddelen die helemaal niet door de huisartsen worden voorgeschreven. Het aandeel van specialistische ambulante voorschriften in de apothekersfactuur aan het Riziv is gestegen. Dat van de reumatologen bijvoorbeeld. In 2003 vertegenwoordigden geneesmiddelenvoorschriften van reumatologen maar 0,6% van de uitgaven voor voorschriftplichtige middelen in de apotheken, in totaal nog geen 17 miljoen euro. In 2004 verdubbelde dat aandeel. Etanarcept en adalimubab verschenen toen op de markt. In 2009 waren voorschriften afkomstig van een reumatoloog goed voor een bedrag van 105 miljoen in openbare apotheken, 3;2% van het totaal van terugbetaalbare geneesmiddelen.In 2018 zijn de uitgaven voor reumatologenvoorschriften opgelopen tot 212 miljoen euro - 6,8% van het totaal. De reumatologen - die 89% van de ambulante voorschriften voor etanarcept leveren, en van sommige interleukineremmers zo goed als alle voorschrijften - zijn stevige 'klanten' geworden van de apothekers in de straat.