...

Let op: ik ben geen expert inzake stotteren, laat de arts meteen vallen. "Maar als we met dit kinderboek bij huisartsen, andere eerstelijnshulpverleners en leerkrachten aandacht kunnen creëren en hen alert maken van het belang van snel ageren als een kind stottert, dan zet ik daar met dit kinderboek naar aanleiding van Wereldstotterdag (22 oktober, n.v.d.r.) graag mijn schouders onder", klinkt het. Kaat Ponnet (47) was naar eigen zeggen zelf ook geschrokken van de beschikbare cijfers over stotteren. Uit onderzoek van doctor in de logopedie Sabine Van Eerdenbrugh (Thomas More Hogeschool) blijkt immers dat stotteren bij maar liefst een op de 20 Belgische en Nederlandse kleuters voor komt. De oorzaak blijkt erg complex te zijn, althans volgens de literatuur: het is vaak een combinatie van een anders lopende verwerking van spraak in de hersenen en genetische factoren."Als kinder- en jeugdpsychiater ben ik uiteraard getriggerd als stotteren een impact gaat hebben op het welzijn van het kind", stelt Kaat Ponnet. Maar evenzeer werd ze als mama aangesproken toen haar jongste dochter duidelijk aangaf dat stotteren haar, zeker in de klas, dwars zat en hinderde.Er zijn immers niet enkel de zichtbare kenmerken van stotteren. Een kind dat gaat stotteren, kan zich ook angstig en/of eenzaam gaan voelen, boos of gefrustreerd worden, vermijdingsgedrag gaan vertonen. "Dan is het belangrijk om alert te zijn en die signalen op te pikken, en daar mee aan de slag te gaan bij een stottertherapeute. Met de juiste adviezen en behandeling is de kans op herstel voor de leeftijd van zes jaar immers groter", luidt het. Meer zelfs: dokter Ponnet vertelt dat "opvallend veel mensen mij nu toevertrouwen dat ze als kind zelf hebben gestotterd. Dat lijkt wel aan te geven dat de problematiek een beetje onder de radar blijft". Dit gezegd zijnde: blijkens cijfers zou één procent van die jonge stotteraars daar op oudere leeftijd nog steeds last van hebben. In haar zoektocht naar therapie en aangepaste (kinder)boekjes waarin stotteren aan bod komt, "ervaarde ik dat het niet evident is om stotteren bij kinderen bespreekbaar te maken, onder meer omdat er weinig pyscho-educatieve boeken voorhanden zijn voor jonge kinderen. Ik wilde zelf ooit wel eens een kinderboek schrijven en aangezien mijn man vond dat ik het vlot en mooi kon verwoorden, heb ik een poging gewaagd. Maar dat is niet mijn hoofdjob, ik heb meerdere versies gemaakt vooraleer we tot dit eindresultaat zijn gekomen", vertelt ze. Er zitten meerdere verwijzingen in naar haar eigen situatie, zo blijkt. "Dat een rupsje het hoofdpersonage in het kinderboek is, heeft te maken met het feit dat mijn dochter zelf graag heel snel loopt. Ronel is dan weer een anagram voor Loren." Als rupsje Ronel tijdens een klasmoment er niet in slaagt om zijn verhaal te doen voelt hij zich verdrietig en pinkt hij een traan weg. Maar aangespoord door zijn vrienden wil hij het graag opnieuw proberen, zonder druk ditmaal. En dan lukt het hem, met enige aarzeling, wel! "Schrijven is ook schrappen," heeft de auteur ervaren. "Zo had in een eerdere versie van het manuscript op het eind van het boek het rupsje helemaal geen last meer van stotteren. Maar samen met een stottertherapeute die het manuscript had gelezen, besloten we dat rupsje best nog wat mocht stotteren, daar af en toe stotteren best wel oké is. Het is vooral belangrijk dat je leert omgaan met die kwetsbaarheid en jezelf en je omgeving technieken aanleert om, als je toch vastloopt, bijvoorbeeld tot rust te komen en trager te spreken." Dat is voor dr. Ponnet geen onbekend terrein: in haar privépraktijk werkt ze met gelijkaardige technieken en therapieën om kinderen en jongeren en hun omgeving te helpen. Maar terug naar haar pennenvrucht. "In het boek zitten heel veel elementen die professionals meteen zullen kunnen oppikken. Maar je kan het boek ook gewoon lezen als leek. Voor stotterende kinderen is het belangrijk dat er nu een boekje is waarin ze voelen dat ze niet alleen staan en dat stotteren geen onoverkomelijke hinderpaal hoeft te zijn om te kunnen zijn wie je bent. Iedereen heeft talenten."