...

De casus werd uitgelicht in het academisch tijdschrift Nature Communications(1) en bereikte nadien volop de internationale media. Terecht, want het betreft revolutionair, Belgisch onderzoek dat een soort medisch mirakel mogelijk maakte. Artsenkrant sprak met prof. Lavigne (hoofd van het lab en hoogleraar aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen) over de toepassingen en struikelblokken van deze therapie en hoe België erin slaagde een pioniersfunctie te vervullen. "We doen fundamenteel onderzoek naar de mechanismen waarmee fagen bacteriën infecteren en afdoden. Van daaruit bestuderen we verschillende manieren om de virussen in te zetten als aanvulling op of alternatief voor antibiotica, om bepaalde gevaarlijke pathogenen te bestrijden", vertelt prof. Lavigne. Implantaat-geassocieerde (bot)infecties, zoals in het geval van het terreurslachtoffer, vormen niet de enige indicatie, al staat de kennis hier het verst. Fagen kunnen ook dienen voor ernstige, chronische huid-, long- of neusinfecties. "Het gaat dan om zeldzame, levensbedreigende situaties of extreme gevallen met grote impact op de levenskwaliteit, waarvoor andere therapieën geen soelaas boden. Denk maar aan een diabetische voet, of luchtweginfecties met Pseudomonas aeruginosa - een van de belangrijkste doodsoorzaken bij mucopatiënten", zegt prof. Lavigne. De fagen worden op een welgekozen manier geformuleerd in de hospitaalapotheek en toegediend door de arts- chirurg: in een zalf of hydrogel voor wonden, rechtstreeks via drains op de operatietafel, of via nebulisatie. Virussen gebruiken om bacteriën af te doden, is dat niet gevaarlijk? "Ik begrijp dat virussen inschakelen voor medische doeleinden nogal contra-intuïtief klinkt. Maar een nieuwe pandemie hoeven we niet te vrezen. (lacht) De stap bij dit type fagen om over te springen op de mens, is onnoemelijk veel groter dan bij het coronavirus. De volledige biologie van deze fagen is gericht op het infecteren en doden van één enkele bacteriesoort en zelfs -stam", vertelt de viruswetenschapper. Daarnaast wordt het menselijk lichaam al op natuurlijke wijze blootgesteld aan bacteriofagen: ze maken deel uit van onze natuurlijke darmflora en helpen het microbioom in balans te houden.In België staat de veiligheid centraal: de toegelaten virussen hebben een soort microbiologisch paspoort, men brengt het genetisch DNA in kaart en er is een afgetekend stappenplan met te volgen protocollen als ingrediënten in magistrale bereidingen. "Waar men in de Oosterse landen op een zeer intuïtieve, empirische manier werkt met fagen, nemen we hier geen risico's", weet prof. Lavigne. De situatie in België is uniek, wat maakt dat ons land een voortrekkersrol in Europa en zelfs de wereld innam. "Doorheen de jaren slaagden we erin om, aan de hand van een aantal essentiële samenwerkingsverbanden, een echte keten op te richten die faagtherapie faciliteert." Prof. Lavigne verduidelijkt: "Er is een taskforce binnen het UZ Leuven die de cases bekijkt en nagaat of aan alle criteria voldaan wordt. Er is ook volledige transparantie naar het FAGG(2) toe. In onze eigen faagcollecties en ver daarbuiten zoeken we naar de optimale faag die zowel doeltreffend als veilig is voor een bepaalde patiënt en infectie. Het tweede luik betreft het produceren van de geschikte fagen, wat gebeurt in de clean rooms van het Brandwondencentrum in Neder-Over-Heembeek (dr. J-P Pirnay, Militair Hospitaal Koningin Astrid). Vervolgens voert Sciensano een onafhankelijke kwaliteitscontrole. Het faagproduct kan dan naar de hospitaalapotheek waar de faagcocktail wordt aangemaakt en geformuleerd voor toediening. Hier kunnen we rekenen op een nauwe samenwerking met de artsen. Een aantal Belgische chirurgen scholen zich actief bij om zich te bekwamen in faagtherapie. Tijdens het behandelingsproces gaan wij dan weer alles monitoren vanuit microbiologisch oogpunt." Een heleboel actoren dus die de handen in elkaar slaan. Alles gebeurt intramuraal: faagtherapie thuis opvolgen, is nog niet echt mogelijk. De rol van de eerstelijnsarts binnen de keten blijft dus voorlopig beperkt tot de communicatie met het ziekenhuis. Als huisarts kan men een patiëntcasus voorstellen aan het team van het UZ Leuven of het Koningin Astrid Ziekenhuis, om te kijken of die in aanmerking komt voor behandeling.(3) Twee jaar geleden kreeg faagtherapie een wettelijk kader: het werd opgenomen in de Belgische wetgeving rond magistrale bereidingen. "Er is nu een duidelijke monografie, duidelijke richtlijnen. Hierdoor kunnen we individuele patiënten helpen, zonder een papierwinkel aan administratie te hebben (3)", aldus prof. Lavigne. Uniek bij faagtherapie is dat wanneer één enkele faag de infectiehaard bereikt, dat leidt tot een zelfvermenigvuldiging. Het virus infecteert de bacterie, injecteert genetisch materiaal, en vormt de bacterie om tot een soort virus-producerende machine. Wanneer de bacterie sterft, komen die nieuwgevormde faagpartikels vrij. Waar (de werking van) antibiotica alsmaar uitdunt, gebeurt hier het omgekeerde: een aanrijking van fagen, een soort lokaal lawine-effect op de plaats van infectie. Het tweede voordeel van faagtherapie is dat er geen collateral damage is. Doordat de fagen zo lokaal maar vooral zo specifiek werken, blijven andere goedaardige, essentiële micro-organismen gespaard. Het gastro-intestinaal systeem houdt stand, schimmels kunnen niet doorbreken en het immuunsysteem krijgt geen klappen. Jammer genoeg zijn er niet alleen voordelen. Faagtherapie is zeer tijds- en kostenintensief, doordat ze zo patiënt- specifiek is. Antibiotica zijn algemeen toepasbaar, werken breedspectrum. Hier moet voor elk individueel geval de hele keten van triage, productie en controle opgezet worden. Op die manier werden al een honderdtal patiënten behandeld in België. De kostprijs is een belangrijke bottleneck: doordat er nog geen terugbetalingssysteem is, absorberen de universiteit en ziekenhuizen het kostenplaatje van deze (zeer dure) behandelingen. "Maar in de aangewezen situaties brengen we vaak een echte kentering teweeg in het leven van de patiënt. Daarvoor doen we het", besluit prof. Lavigne.