Onlangs stelde het Partnership for Health System Sustainability and Resilience (PHSSR) een rapport voor met aanbevelingen om de Belgische gezondheidszorg duurzamer en veerkrachtiger te maken.
...
Het PHSSR is een non-profitorganisatie die empirisch onderbouwde oplossingen en aanbevelingen aanreikt om de duurzaamheid en veerkracht van gezondheidssystemen te verhogen. Vorig jaar werd prof. dr. Lieven Annemans (UGent) gevraagd om het Belgische gezondheidssysteem volgens het stramien van het PHRRS door te lichten, met een combinatie van literatuuronderzoek en diepte-interviews met stakeholders. Dat resulteerde in een rapport met 70 aanbevelingen op zeven domeinen: bestuur, financiering, personeel, geneesmiddelen en technologieën, dienstverlening, volksgezondheid en ecologische duurzaamheid. Het eindrapport werd op 13 februari in aanwezigheid van een 150-tal personen uit de gezondheidssector voorgesteld in Brussel en besproken door beleidsmakers en stakeholders. "Tijdens dat debat is meermaals gezegd dat de tijd nu rijp is om ons gezondheidssysteem te hervormen", zegt prof. Annemans. "De respons op de covid-19-pandemie heeft de sterke en zwakke punten van het huidige systeem duidelijk gemaakt. Het is nu het moment om de koe bij de horens te vatten en te werken aan een duurzaam gezondheidssysteem dat bestand is tegen externe schokken, en dat tegen 2040 nog altijd overeind staat." Een deel van de aanbevelingen uit het rapport gaat over bekende pijnpunten, maar er zijn ook nieuwere voorstellen waarvan sommige snel in de praktijk kunnen gebracht worden, zoals een verbeterde samenwerking tussen de verschillende stakeholders en de patiënt. Annemans licht zelf een aantal voorstellen toe. "De gezondheidszorg is in ons land georganiseerd vanuit het aanbod, en niet vanuit een public health-perspectief. Een van de aanbevelingen is dan ook om aan langetermijnplanning te doen, zeker voor de belangrijkste ziektebeelden: waar willen we bijvoorbeeld in 2030 en 2040 staan inzake diabetes? Daarmee samenhangend: ons land heeft historisch ondergeïnvesteerd in het gezond houden van de mensen. Zweden geeft per inwoner dubbel zoveel uit aan preventie. Gezondheid is dus niet alleen de verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezonheid, maar ook van de minister van Onderwijs, van de minister van Werk, van gemeenten, van sport- en vrijetijdsclubs..." De Belgische staatsstructuur staat een dergelijke aanpak soms in de weg, al is Annemans ervan overtuigd dat er oplossingen te vinden zijn. "We geven het voorbeeld van valpreventie voor ouderen. Het zijn de gemeenschappen die de kosten daarvan dragen. Preventie vermindert effectief de kans op heupfracturen, en de winsten zijn voor het federale niveau. Het meest logische zou dan zijn dat het federale niveau bijdraagt aan valpreventie, zoals nu al gebeurt in de bilaterale samenwerking rond screening." Andere aanbevelingen streven naar gezondheidszorg met een hart. "Daarmee bedoelen we een hart voor de patiënt en een holistische benadering van diens gezondheid, maar ook een hart voor de zorgverleners zelf. Veel zorgverleners zitten op hun tandvlees. Mede door de pandemie heeft men ingezien dat mensen in de gezondheidszorg geen goede zorg kunnen leveren als ze zich zelf niet goed voelen; en dus is hun 'wellbeing at work' een prioriteit geworden", zegt Annemans. Het rapport beveelt ook aan om het beroep van huisarts aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld door de administratieve last te verminderen. "We doen ook aanbevelingen over 'multistakeholder involvement', waarmee we bedoelen dat er nu nog te veel protectionisme is in de zorg; iedereen verdedigt zijn eigen terreintje. Dat kan opgelost worden door meer geïntegreerde zorg, dus meer samenwerking, vooral tussen eerste lijn en ziekenhuizen", zegt Annemans. "Dat alles kan je dan weer niet los zien van de financiering, die vandaag nog vooral gebaseerd is op 'fee for service', prestaties dus. Want natuurlijk wil niemand bij een hervorming geld verliezen. Als er dankzij valpreventie bijvoorbeeld 30% minder heupfracturen zouden zijn, moet je een oplossing vinden voor de gespecialiseerde chirurg die daardoor minder werk heeft. Dat kan bijvoorbeeld door samenwerking en kwaliteit beter te gaan belonen." De ervaringen uit Portugal leren dat aanbevelingen uit een PHSSR effectief omgezet kunnen worden in de praktijk. Annemans hoopt dat dat ook in België gebeurt. "Zo'n rapport is geen doel op zich, maar een middel om zaken te verbeteren. Ik zou het jammer vinden als het in een lade zou belanden en er niets mee gedaan wordt. Maar mede door de covid-19-pandemie is het momentum er nu. De timing is ook ideaal: 2024 is een verkiezingsjaar, en het rapport kan als inspiratie dienen voor de beleidsplannen die de verschillende politieke partijen dit jaar zullen opstellen."