Het is Elisabeth Persoons die ons te woord staat. Haar kabinet bevindt zich achter deur zes. In praktijk 'Blauwput', in Kessel-Lo, werken zeven huisartsen. Dokter Persoons vervoegde het team in oktober vorig jaar. Nog niet zo lang dus, maar ze vond er ondertussen haar draai. Vooral de goede verstandhouding met de andere huisartsen vindt ze fijn. "De samenwerking verloopt vlot en we moedigen elkaar een goede work-life balance na te streven."

Meningen en ervaringen

Als huisarts vindt dokter Persoons het erg belangrijk om te werken op basis van evidence-based medicine (EBM). Zelf grijpt ze tijdens consultaties regelmatig terug naar elektronische beslishulpen. Niet alle huisartsen doen dit. Wat zijn succesfactoren voor het gebruiken van elektronische beslishulp voor richtlijnimplementatie? Wat zijn valkuilen? Om een antwoord op deze vragen te formuleren, maakte Elisabeth Persoons samen met haar drie collega's een synthese van bestaand kwalitatief onderzoek.

Meningen en ervaringen van gebruikers van elektronische beslishulpen - zijnde artsen _, en de context waarin zo'n beslishulp gebruikt wordt, zijn belangrijk om het succes of falen van de toepassing te verklaren, duidt dr. Persoons. "Uit interviews en focusgroepen met artsen in de literatuur, blijkt bijvoorbeeld dat elektronische beslishulpen eerst en vooral gebruiksvriendelijk moeten zijn. Niet te veel gedoe, geen extra belasting. Ten tweede vinden artsen het belangrijk dat de softwareontwikkelaar instructiemateriaal ter beschikking stelt. Ten derde willen artsen snappen waarom ze de toepassing gebruiken. Het nut ervan moet met andere woorden duidelijk zijn."

Met deze bevindingen ondersteunt het viertal de checklist die het Norwegian Institute of Public Health ontwierp op basis van kwantitatief onderzoek. Deze checklist moet ontwikkelaars van elektronische beslishulpen toelaten om hun toepassingen te optimaliseren. Ze bestaat uit vier 'pijlers'; zo moet er een context zijn voor het decision support system, de inhoud moet wetenschappelijk betrouwbaar zijn, het systeem moet goed werken en de elektronische beslishulp dient correct geïmplementeerd te worden in de praktijk. Deze vier pijlers worden op hun beurt nog eens uitgewerkt in vier elementen, zeg maar adviezen, elk.

Zo'n checklist of kader is handig omdat er vandaag nogal wat elektronische beslishulpen op de markt zijn die niet allemaal even gebruiksvriendelijk zijn, zegt Elisabeth Persoons. "Daardoor haken artsen af, terwijl het doel van elektronische beslishulpen net is om EBM in de praktijk te brengen." De checklist moet softwareontwikkelaars - en uiteindelijk artsen --- daarbij helpen.

CRA

Momenteel lopen besprekingen om het onderzoek te publiceren. Zelf zou dr. Persoons dit de kers op de taart vinden. Op dit ogenblik is ze nog erg druk met het uitbouwen van haar praktijk en het schrijven van een masterproef sportgeneeskunde, maar in de nabije toekomst wil ze zeker nog een engagement opnemen buiten de muren van de praktijk. Door verder te gaan in onderzoek, bijvoorbeeld. Maar ook een rol opnemen als CRA spreekt haar aan. "Als ik op huisbezoek ga in een woonzorgcentrum, stel ik mij vaak vragen bij de oorsprong en reden voor een bepaald beleid. Als CRA zou ik dat beleid mee vorm kunnen geven."

Perceptions and experiences on using computerized clinical decision support systems to implement recommendations: a qualitative evidence synthesis.Promotor: Mieke Vermandere (KU Leuven); copromoter: Stijn Van de Velde Stijn (Norwegian Institute of Public Health, KU Leuven).

Masterproef in het kort

Deze masterproef onderzocht enerzijds de succesfactoren en anderzijds de valkuilen van een elektronische beslishulp (decision support system) voor richtlijnimplementatie. Het viertal deed dit aan de hand van een synthese van bestaand kwalitatief onderzoek.

Waarom is jullie masterproef belangrijk?

Elektronische beslishulpen kunnen de huisarts dagdagelijks ondersteunen in het toepassen van richtlijnen in de zorg voor de patiënt. Echter, niet alle beslishulpen zijn gebruiksvriendelijk. Onze masterproef maakt deel uit van een internationaal project (www.guidesproject.org), dat een framework biedt aan ontwikkelaars om beslishulpen te optimaliseren.

Wat is nieuw in jullie masterproef?

Bestaand onderzoek naar succesfactoren van beslishulpen was tot nu toe hoofdzakelijk gericht op kwantitatief onderzoek. Meningen en ervaringen van gebruikers, en de context waarin een beslishulp gebruikt wordt, zijn belangrijk om het succes of falen van een beslishulp te verklaren. Daarom gebruikten wij kwalitatieve studies om onze data te verzamelen.

Waarom is het zo belangrijk dat andere artsen kennisnemen van jullie onderzoek?

Kwaliteit van zorg gaat arm in arm met innovatie. Beslishulpen kunnen een grote rol spelen om de veelheid aan wetenschappelijke informatie tot bij de huisarts te brengen op het moment dat beslissingen genomen moeten worden. Hiermee kan de implementatie van richtlijnen in de dagelijkse praktijk verbeteren. We verwachten dat het gebruik van beslishulpen in de toekomst alleen maar belangrijker zal worden.

Het is Elisabeth Persoons die ons te woord staat. Haar kabinet bevindt zich achter deur zes. In praktijk 'Blauwput', in Kessel-Lo, werken zeven huisartsen. Dokter Persoons vervoegde het team in oktober vorig jaar. Nog niet zo lang dus, maar ze vond er ondertussen haar draai. Vooral de goede verstandhouding met de andere huisartsen vindt ze fijn. "De samenwerking verloopt vlot en we moedigen elkaar een goede work-life balance na te streven."Als huisarts vindt dokter Persoons het erg belangrijk om te werken op basis van evidence-based medicine (EBM). Zelf grijpt ze tijdens consultaties regelmatig terug naar elektronische beslishulpen. Niet alle huisartsen doen dit. Wat zijn succesfactoren voor het gebruiken van elektronische beslishulp voor richtlijnimplementatie? Wat zijn valkuilen? Om een antwoord op deze vragen te formuleren, maakte Elisabeth Persoons samen met haar drie collega's een synthese van bestaand kwalitatief onderzoek. Meningen en ervaringen van gebruikers van elektronische beslishulpen - zijnde artsen _, en de context waarin zo'n beslishulp gebruikt wordt, zijn belangrijk om het succes of falen van de toepassing te verklaren, duidt dr. Persoons. "Uit interviews en focusgroepen met artsen in de literatuur, blijkt bijvoorbeeld dat elektronische beslishulpen eerst en vooral gebruiksvriendelijk moeten zijn. Niet te veel gedoe, geen extra belasting. Ten tweede vinden artsen het belangrijk dat de softwareontwikkelaar instructiemateriaal ter beschikking stelt. Ten derde willen artsen snappen waarom ze de toepassing gebruiken. Het nut ervan moet met andere woorden duidelijk zijn."Met deze bevindingen ondersteunt het viertal de checklist die het Norwegian Institute of Public Health ontwierp op basis van kwantitatief onderzoek. Deze checklist moet ontwikkelaars van elektronische beslishulpen toelaten om hun toepassingen te optimaliseren. Ze bestaat uit vier 'pijlers'; zo moet er een context zijn voor het decision support system, de inhoud moet wetenschappelijk betrouwbaar zijn, het systeem moet goed werken en de elektronische beslishulp dient correct geïmplementeerd te worden in de praktijk. Deze vier pijlers worden op hun beurt nog eens uitgewerkt in vier elementen, zeg maar adviezen, elk.Zo'n checklist of kader is handig omdat er vandaag nogal wat elektronische beslishulpen op de markt zijn die niet allemaal even gebruiksvriendelijk zijn, zegt Elisabeth Persoons. "Daardoor haken artsen af, terwijl het doel van elektronische beslishulpen net is om EBM in de praktijk te brengen." De checklist moet softwareontwikkelaars - en uiteindelijk artsen --- daarbij helpen.Momenteel lopen besprekingen om het onderzoek te publiceren. Zelf zou dr. Persoons dit de kers op de taart vinden. Op dit ogenblik is ze nog erg druk met het uitbouwen van haar praktijk en het schrijven van een masterproef sportgeneeskunde, maar in de nabije toekomst wil ze zeker nog een engagement opnemen buiten de muren van de praktijk. Door verder te gaan in onderzoek, bijvoorbeeld. Maar ook een rol opnemen als CRA spreekt haar aan. "Als ik op huisbezoek ga in een woonzorgcentrum, stel ik mij vaak vragen bij de oorsprong en reden voor een bepaald beleid. Als CRA zou ik dat beleid mee vorm kunnen geven."Perceptions and experiences on using computerized clinical decision support systems to implement recommendations: a qualitative evidence synthesis.Promotor: Mieke Vermandere (KU Leuven); copromoter: Stijn Van de Velde Stijn (Norwegian Institute of Public Health, KU Leuven).