Dokter An Everard (*) heeft al jaren een moeilijke verstandhouding met haar collega-huisarts. Toen ze haar eigen praktijk opstartte, is het pesten begonnen, zegt ze. "Ze mag niet te weten komen dat ik dit vertel."
...
Zo'n 20 jaar geleden begon An Everard als haio bij een oudere collega in de buurt. "Van in het begin is het financiële plaatje een groot twistpunt geweest. Ik mocht geen GMD-honoraria innen. Geld om te investeren in nieuwe apparatuur was er niet. Zo heb ik jaren uitstrijkjes genomen met een'mijnwerkerslamp'. Verwarming in de winter? Dat kostte te veel geld. Ik moest patiënten ontvangen bij 12 tot 15 graden Celsius. Een telesecretariaat inschakelen was geen optie, alle telefoontjes moest ik beantwoorden.""Elke maand moest ik een aanzienlijk deel van mijn loon afdragen. Ik maakte de fout om ons contract nooit te laten bekijken door de Orde der artsen. Twee keer kreeg ik een tegemoetkoming, omdat ik telkens dreigde weg te gaan als er niets zou veranderen. Maar dan claimde ze plots allerlei kwaaltjes, opdat ik toch zou blijven. Om u een idee te geven: de laatste jaren heb ik maandelijks tussen de 2.000 en 2.500 euro afgedragen.""Niet alleen op financieel vlak waren er problemen. Het is meermaals gebeurd dat ik mijn vakantie moest afzeggen omdat zijo ok net in die periode op verlof wilde gaan. Soms beet ik van me af, soms niet. Ik was bang van haar temperament. Ooit belde ze me op toen ik onderweg was met de auto omdat ze computerproblemen had. Ze ging tekeer als een gek en eiste dat ik me aan de kant parkeerde om haar te helpen."Haio"In de aanloop van haar pensioen bouwde mijn 'collega' steeds verder af - tot voor kort werkte ze nog 3,5 dagen op 5. Ze ging ook tot zeven keer per jaar op vakantie. Ondertussen zat ik alleen in de praktijk. Op een gegeven moment vroeg ik of er geen derde huisarts kon bijkomen. Maar geen enkele kandidaat wilde de praktijk vervoegen. Dat verbaasde mij natuurlijk niet, het is een ouderwetse praktijk en dan is er nog de aanzienlijke financiële afdracht. Als jonge arts zou ik het vandaag ook niet meer doen.""Uiteindelijk heb ik me geëngageerd om een opleiding tot praktijkopleider te volgen. Ik kocht een leegstaande winkel in het dorp die ik ombouwde tot een praktijk met drie kabinetten. Aan de haio die zich aandiende, verzekerde mijn collega dat er werk genoeg zou zijn. Maar enkele dagen voor de jongeman aan de slag zou gaan, verkondigde mijn collega plots te willen doorwerken. Sindsdien is het een echte beproeving om in hetzelfde dorp te werken." "'Er zijn patiënten die specifiek voor An kiezen, de rest komt bij mij', verwoordde mijn collega het en zo is het. Ze heeft er een streefdoel van gemaakt om zoveel mogelijk patiënten naar zich toe te trekken en mij als arts zwart te maken.""Sommige van mijn patiënten heb ik zo al acht maanden niet meer gezien. Blijkt dat de verpleegkundige van het labo waarmee we samenwerkten, 's morgens voortaan bloed bij hen trekt. Achter mijn rug geregeld door mijn collega. Ze maakt hen wijs dat ik pas rond de middag kom. Als ik patiënten vraag of ze dat oké vinden, is dat vaak niet zo, maar ze beweren niet tegen haar in te durven gaan.""Het is ook al gebeurd dat patiënten die ik vroeger regelmatig zag, plots hun hoofd draaien als we elkaar in de winkel of op straat kruisen. Door leugens die mijn collega heeft verteld? Toen we nog een praktijk deelden, beweerde ze dat ze mij somsm oest 'verdedigen' tegenover patiënten die zogezegd niet tevreden over mij waren.""Op de dagen dat de haio consultatie heeft, houdt mijn collega plots ook weer consultatie. Geen enkele patiënt gaf ze aan mijn haio! Dus geef ik hem werk, maar doordat mijn collega nu weer voltijds werkt, is er geen overvloed aan werk. Als ze met vakantie is, stuurt ze patiënten naar een huisarts in een dorp verderop om toch maar niet naar ons te moeten doorverwijzen."Verlammend"Financieel en juridisch is er niets meer dat ons bindt, maar ze probeert me op deze manier te kraken. Kijk, mijn collega is nog twee jaar geaccrediteerd. Maar twee jaar is lang als je de hele tijd dit soort pesterijen moet doorstaan. Er zijn avonden waarop ik wenend thuiskom. Ik slaap slecht, door het piekeren. Met mijn administratie sta ik maanden achter omdat ik me er in het weekend niet toe kan brengen - zorgen werken verlammend. Ook voor mijn partner is het zwaar om mij telkens zo te zien. Het enige wat me moed geeft, is dat de nieuwe praktijk draait.""De laatste jaren probeerde ik wat meer in te zetten op patiëntopvoeding. Maar vandaag is het zo dat als de consultaties voorbij zijn en een patiënt nadien nog belt, ik terug naar de praktijk zal gaan. Mijn collega ontvangt immers nog patiënten om tien uur 's avonds..." "Stappen om hulp te zoeken heb ik nog niet gezet. Het lijkt erop dat dit mijn leven is geworden, ik heb niet het gevoel dat iemand hier iets aan kan veranderen. Gewoon mijn verhaal eens kunnen doen, betekent al veel voor mij."(*) Om de identiteit van de betrokkenen te beschermen, werden fictieve namen gebruikt.