...

Met grote gedrevenheid spreekt professor Nyree Claes over het vergader- en opleidingscentrum dat ze samen met haar echtgenoot dokter Johan Vijgen uit de grond stampte. Het gebouw zelf dateert uit de 19de eeuw. Plaats van gebeuren is Stevoort, een dorpje vlak bij Hasselt. In 2000 kocht het echtpaar daar een vervallen vierkantshoeve. "Eigenlijk", corrigeert professor Claes, "was het in oorsprong geen vierkantshoeve. Het oudste deel werd gebouwd voor het jaar 1800. Dat is het bakhuis, samen met de varkens- en koeienstallen met troggen, in leem. Toen we het kochten, hingen de rode gordijntjes nog aan de raampjes. Zoals in Bokrijk. Dat deel maakten we helemaal leeg aan de binnenzijde en het is nu ons woonhuis." De lemen koeien- en varkensstallen en het bakhuis vormen samen met de kasseien binnenkoer en het stucwerk van de stenen 'nieuwbouw' (een soort herenhuis) het geklasseerde gedeelte. De restauratie zou uiteindelijk meer dan 20 jaar aanslepen. "Ik was net afgestudeerd", zegt Nyree Claes, "en aan mijn doctoraat begonnen. Johan startte pas als cardioloog in het Jessa ziekenhuis. Het was evenwel geen impulsaankoop. We wilden dit echt, we wisten waaraan we begonnen. Van bij de aanvang opteerden we voor een langetermijnplanning: tien jaar. In werkelijkheid waren we in 2010 zelfs nog niet aan de restauratie van het gebouw begonnen ( lacht). Bij een geklasseerd pand weet je niet altijd waaraan je begint." In 2005 zou er op het belendende perceel een gigantische perenloods gebouwd worden. "Toen", aldus prof. Claes, "vroeg Monumentenzorg of we nog gingen restaureren. Want ze wilden niet enkel het pand klasseren maar ook van de omgeving een beschermd landschap maken. We spraken met de administratie af om eerst het landschap aan te pakken. Nadat het geklasseerd was en in samenspraak met Regionaal Landschap Limburg hebben we honderden meters meidoornhagen aangeplant, typisch voor de streek. En daarna kwam er een oude appelboomgaard met hoogstam. En zo ging het stapje voor stapje tot in 2014 het buitenlandschap was aangelegd. Pas in 2014 volgde de restauratie van de gebouwen. "Dat is geen toeval", zegt Nyree Claes. "Het heeft alles met financiële slagkracht te maken. Toen pas waren we er klaar voor. We zagen de hoeve meer en meer vervallen en zeven jaar geleden moesten we beslissen: verkopen of eraan beginnen. Want het was natuurlijk meer dan een likje verf aanbrengen ( lacht)." Het echtpaar zocht en vond een goede architect, een bouwcoördinator en de juiste vakmensen. De lemen muren zijn pas sinds vorige zomer klaar. "Dat is natuurlijk een vak apart en achter vakmensen kan je beter niet jagen. Het is ook een heel proces. Men bekleedt de muren eerst met leem. Vervolgens moeten ze een half jaar drogen en uitzweten. Er staan dan vochtpareltjes op en fris ruikt dat niet. De leem krimpt opnieuw en moet terug bijgesmeerd en hersteld worden. En dan nogmaals opnieuw drogen. Je moet liefde voor oude gebouwen hebben anders verdraag je dat niet." Het gevolg is ook dat er tussen 2014 en 2020 vrijwel continu bouwploegen aan de slag waren. Aan het woonhuis - de voormalige koeienstallen - hangt eveneens een spectaculair verhaal vast. Prof. Claes: "De stallen werden helemaal leeggehaald en twee kranen tilden het hele bouwwerk op. Het hing in de lucht. Vervolgens groeven vaklui de bodem uit en goten er een plaat in. Toen kon het gebouw terug naar beneden. Balk per balk heeft men de rotte balken uitgefreesd en vervangen. Achter die balken werd de binnenkant van ons woonhuis opgetrokken dat voor 75% uit glas en staal bestaat." "Na de restauratie", vervolgt Claes,"rees de vraag welke invulling we aan een deel van het vierkant zouden geven. Oorspronkelijk wilden we er alleen in wonen. Het is echter heel groot. Van bij het begin wou Johan koeien en paarden maar echte landbouwers zijn we niet. En koeien melken... Het resultaat is dat we nu koeien houden maar ze zijn niet van ons. Wel van jeugdvrienden. De ruil bestaat eruit dat zij ze verzorgen maar dat de dieren op onze grond staan. Idem dito voor de schapen, dat gebeurt via Natuurpunt. En een imker zet hier gratis zijn bijen af, in ruil nemen we een aantal potten honig af. Dat alles heeft natuurlijk wel de nodige voeten in de aarde gehad. Dat komt niet vanzelf." Ook het idee om met een vergader- en opleidingscentrum te starten, rijpte langzaam. "Er was nog zoveel ruimte over. Zelfs nu kunnen we nog acht B&B-kamers bijbouwen. Maar het centrum leiden, is wel 'vrijetijdsbesteding'. Mijn man werkt als cardioloog in het Jessa ziekenhuis. En ik ben voorzitter van het Wit-Gele Kruis Limburg, huisarts bij mensen met een beperking, prof aan de UHasselt en mama van twee prachtkinderen Anaïs en Sander. Met dat alles was het Busselhof 'runnen' een nieuwe uitdaging... Zo volgde ik een opleiding 'foodcostberekening' en vroeg een horecastatuut aan. En toen alles klaar was, volgde de corona-crisis... We zijn drie maanden open geweest. Tijdens de lockdown moesten we wel heel creatief zijn. Onder meer lieten we coronaproof enkele jazzevents met onze dochter Anaïs doorgaan. Dat lukte goed. Nu hebben we vier flexijobbers in dienst en het is superleuk om te doen", besluit professor Nyree Claes.