Tien jaar nadat het Museum voor Moderne Kunst plaats moest ruimen voor het Musée du Fin-de-Siècle, hebben de KMSKB in coronatijden 150 werken van 1910 tot heden uit de depots gehaald. 'Highlights uit de vergeetput', zoals kunstcriticus Geert Van der Speeten blokletterde in de Standaard. Desalniettemin is het een knappe tentoonstelling geworden die snakt naar meer, naar een nieuw Museum voor Moderne Kunst bijvoorbeeld.
...
Met de expositie Be Modern leggen de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België de vinger op de wonde. Noodgedwongen omdat de geplande toptentoonstelling van Ai Weiwei vanwege het door corona veroorzaakte deficit diende te worden geannuleerd. Dan maar in de eigen kelders gaan kijken, waar zo'n 12.000 kunstwerken van Belgische en buitenlandse meesters liggen te rusten. Het resultaat van de zoektocht in de reserves is verbluffend. Topwerken van Paul Klee, Picasso, Matisse, Dali, Francis Bacon, Hockney, Calder, Vasarely, Karel Appel, Boltanski... gaan er in dialoog met het crème de la crème van de Belgische moderne kunst, van Rik Wouters tot Prosper De Troyer, van Permeke over Frits Van den Berghe tot Desmet, de surrealisten uiteraard, Marcel Broodthaers, Raveel, Evelyne Axelle, Panamarenko en noem maar op. Voor de Belgische moderne kunst is het een zegen om zich te kunnen meten met buitenlandse toppers. De tentoonstelling opent met een prelude, bestaande uit recent aangekochte kunstwerken. Hier zien we onder meer werk van de Congolese topper Chéri Samba, een schitterende houtskool van Rinus Van de Velde voorstellende Renoir aan de schildersezel in de tuin, een intrigerende drieluikvideo van Agnès Guillaume, maar ook enkele knappe werkjes van Hugo Claus... Het bewijs dat de KMSKB in het recente verleden nog wel degelijk moderne kunst hebben aangekocht. Wat volgt is een wandeling in de ondergrondse ruimten van het museum doorheen de moderne kunst van de jaren 1910 tot heden. De curatoren hebben gekozen voor een selectie van topwerken. Wat een plezier om talrijke bekende werken na vele jaren terug te zien. Neem nu, De Man in de wolken (1927) van Frits Van den Berghe, op het snijpunt tussen expressionisme en surrealisme, of het ei zo na abstracte De Naaister van Prosper De Troyer (1920). De Belgische kunstenaars worden in juxtapositie geplaatst met meesters uit het buitenland. Bijvoorbeeld: Walter Leblanc naast Lucio Fontana, Serge Vandercam naast Christo, Reinoud naast Appel en Jorn, Denmark naast Boltanski... De tentoonstelling eindigt met een geweldig slotakkoord met werk van Luc Tuymans, Dirk Braeckman en een film van Lily Dujourie. Wat verheugend is, de Belgische kunst houdt stand in dit hoge gezelschap. Wat niet vanzelfsprekend is na een jarenlange verbanning naar de kelders. Rust roest, is een citaat dat immers ook in de kunst opgaat. Als een kunstenaar of een kunststroming niet getoond wordt, dan kwijnt die onvermijdelijk weg. Zie de val van het Vlaamse expressionisme op de kunstmarkt. De absolute topper van de tentoonstelling is het cultwerk van Francis Bacon, De paus met de uilen uit 1958. Bacon laat zich inspireren door Velazquez en geeft zijn paus volgens sommige interpretaties de trekken van Pius XII die verweten werd tijdens en na de Holocaust een ijzige stilte te hebben bewaard. De twee uilen flankeren de paus als roofvogels die hun prooi in het vizier hebben en geduldig wachten om geruisloos en genadeloos toe te slaan. Hoe moet het nu verder met de collectie moderne kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België? Hopelijk komt de bouw van een nieuw museum weer op de agenda. De collectie in het bezit van de nationale instellingen vormt de basis voor een museum dat voor Brussel dezelfde uitstraling zou kunnen hebben als Tate Modern voor Londen en Centre Pompidou voor Parijs. Moderne kunst is bovendien heel in trek bij de citytripper die na de coronacrisis allicht zijn schade zal willen inhalen en kan dus aanzienlijk bijdragen tot de glorie van Brussel. Eerdere pogingen om de collectie een nieuwe thuis te geven in de Espace Vanderborght aan de Muntplein of in de vroegere garage Citroën aan het kanaal zijn echter op niets uitgedraaid. Ondertussen is er dus de expo Be Modern. Hopelijk krijgt die tentoonstelling ook een vervolg. Maar met de coronapandemie duikt een nieuw probleem op. Het aantal bezoekers in de KMSKB daalde in 2020 met 75%, de financiële verliezen worden geschat op 4,8 miljoen euro. Algemeen directeur Michel Draguet windt er geen doekjes om: "De vernietigende economische impact van covid-19 brengt de werking van de culturele instellingen in gevaar". Wat natuurlijk ook betekent dat de aankooppolitiek van de musea onder druk staat, met alle gevolgen van dien voor het updaten van de collecties, maar ook voor de kunstenaars voor wie het erg belangrijk is tot de grote musea te kunnen doordringen. Van 26 maart tot en met 1 augustus loopt in de KMSKB een retrospectieve tentoonstelling van Pierre Alechinsky met werk van een nieuwe uitzonderlijke schenking en van de eigen collectie! We kijken er reikhalzend naar uit.