Hoe wordt een kind een volwassene? En hoe kunnen ouders daar bij helpen? Dat zijn de vragen die Alison Gopnik beantwoordt in een verhelderend boek waarin biologie, psychologie en pedagogie samenkomen. Verplichte lectuur voor ouders bij de aanvang van het nieuwe schooljaar.
...
De ondertitel van Alison Gopniks boek De ouder als tuinman of timmerman verwijst naar een metafoor over opvoeden die de basis vormt van haar betoog over de relatie tussen ouders en kinderen. De timmerman-ouder probeert een kind vorm te geven. Met schaaf, zaag, spijker en hamer wordt het gemodeleerd naar het beeld van een ideale mens. Tuiniers daarentegen denken niet dat zij de rozen of de tomaten eigenhandig maken. De tuinier-ouder zorgt vooral voor omstandigheden waarin een kind kansen krijgt om op te groeien tot een uniek en liefst gelukkig individu. Elke metafoor heeft zijn beperkingen maar Gopniks beeld is inzichtelijk. Het is geënt op een eeuwenoude discussie over zin en onzin in onderwijs en opvoeding. Leren kinderen op school vooral slagen voor bepaalde examens, zoals bepaald in de eindtermen? Of leren ze onafhankelijke, kritische burgers worden die hun rol in de maatschappij kunnen opnemen? OpvoedbiologieAlison Gopnik, hoogleraar psychologie en filosofie aan de Universiteit van Californië, gaat op zoek naar inzichten over het cognitief en emotioneel opgroeien van kinderen. Zij doet dat vanuit biologische en neurologische inzichten in de werking van het (kinder)brein en het sociale gedrag dat met leren gepaard gaat. Zij en haar onderzoeksgroep hebben er veel experimenteel werk rond verzet en ze is een uitstekende gids doorheen de relevante vakliteratuur.Vanuit een evolutionair perspectief bekeken is de mens een soort waarvan de kinderen lang onvolwassen blijven, met een relatief groot brein en een navenant grote leercapaciteit. Wij blijven leren en spelen tot op hoge leeftijd. Ze steunt daarbij op de theorie die haar collega primatologe en antropologe Sarah Blaffer Hrdy uitbouwde in Een kind heeft vele moeders (vorig jaar heruitgegeven). Menselijke baby's, peuters en kleuters blijven lang afhankelijk en er wordt voor hen gezorgd door verscheidene leden van de groep waarin ze opgroeien. Het distributief ouderschap bij de menselijke soort verklaart wellicht mee, via de evolutie van een groot brein en een flexibele taal, de hoge culturele vlucht die de mensheid genomen heeft. Tot voor kort werd een kind nog door de uitgebreide familie of een half dorp opgevoed. Nu zijn er steeds meer ouders die niet eerder in hun leven voor een kind gezorgd hebben omdat ze zelf altijd op school en daarna op hun werk zaten.Gopnik illustreert de gevolgen van sociaal ingebedde leerprocessen voor onze leerbiologie met talloze studies die aantonen dat kinderen het best leren door te luisteren naar en het observeren van veel verschillende mensen. Exploratief spel (waardoor je flexibel leert zijn) en samenwerking (waardoor je oefent in stabiele relaties) leveren de meest capabele volwassenen op.OpgroeifilosofieIn haar slothoofdstukken schetst Gopnik het maatschappelijke belang van deze inzichten. Ze ontzenuwt de schrik van velen voor de vermeende negatieve effecten van de nieuwe digitale technologieën voor kind en gezin. Buiten de storende invloed van ledschermen op de slaap, ziet Gopnik vooral voordelen en een onvermijdelijke evolutie waarvan we de echte impact hoe dan ook pas over een generatie zullen kunnen beoordelen. Ze maakt ondertussen kanttekeningen bij de normatieve druk die op vele ouderschouders is komen te liggen om het 'goed' te doen, om 'goede' kinderen af te leveren. Ze laat daarbij zien hoe moeilijk dat kan zijn, omdat je hen moet leiden en beschermen in hun afhankelijkheid terwijl je ze tegelijkertijd onafhankelijk moet laten worden.Ieder kind is anders en daar zal hun opvoeding niets aan veranderen. Ze onderstreept het belang van die variabiliteit van mensen die er vanaf de kindertijd is en die we moeten koesteren, want ze is essentieel voor de robuustheid van de samenleving. Haar meest indringende vraag is daarbij: Hoe krijgen kinderen de middelen en de omgeving die ze nodig hebben om te gedijen?Er zijn nog altijd veel te veel kinderen die een stimulerende, stabiele en veilige context ontberen om op te groeien. Ouderen geven hun inzichten, cultuur en tradities door aan kinderen waarmee die zullen opgroeien om de wereld op hun beurt vorm te geven. Dat loopt niet altijd van een leien dakje, wat ze illustreert aan de hand van belevenissen met haar eigen kinderen en kleinkinderen die als een levendige rode draad door haar verhaal lopen. Zo leidt haar onderzoek naar wat het betekent 'ouder' (of 'opvoeder') te zijn naar bespiegelingen over werk, spel, kunst, wetenschap en samenleving. Gopniks boek levert veel meer dan de titel ervan zou doen vermoeden.Alison Gopnik, De opvoedparadox. Over de ouder als tuinman of timmerman. Oorspronkelijke titel: The gardener and the carpenter - What the new science of child development tells us about the relationship between parents and children, vertaald door Diederik Wouterlood. Uitgeverij Nieuwezijds/EPO distributie, 285 blz, 22,95 euro.