...

In totaal worden 23 componisten onder de loep genomen, te beginnen met de barokcomponisten Jean-Baptiste Lully en Georg-Friedrich Händel, om in de 20ste eeuw te eindigen met Béla Bartók en George Gershwin.Een voor een zijn het muzikale grootheden die voor de hoogtepunten van de Europese en/of Amerikaanse muziekgeschiedenis gezorgd hebben. Naast een beknopte omschrijving van hun muzikale verdiensten focust de auteur vooral op hun biografie. Daarbij worden hun lichamelijke of mentale problemen belicht, en wordt vaak ook hun doodsoorzaak onder de loep genomen.De doofheid van Ludwig van Beethoven of de psychische problemen waar Robert Schumann mee kampte, waren bepalend voor hun carrière en voor de aard van de muziek die ze schreven. Bij de bacteriële endocarditis die Gustav Mahler fataal werd of de hersentumor waaraan George Gershwin op 38-jarige leeftijd overleed, maar ook de vroege dood van Wolfgang Amadeus Mozart of Georges Bizet, is de impact op hun artistieke output beperkt, maar hier rijst dan weer de bedenking: "wat als deze genieën nog enkele decennia langer hadden geleefd?"Dankzij deze bijzondere levens- beschrijvingen, en ook door de paginavullende knappe portretten van elke componist, beseft de lezer dat ook voor deze buitengewone muzikale talenten het leven broos was, en dat ze - ondanks hun vaak onsterfelijke muzikale erfenis - ook gewoon mensen van vlees en bloed waren.