...

Het idee voor de film kwam eigenlijk van een vriend van jou, de Franse schrijver Eric Orsenna? Eric sprak over de Koning Elisabethwedstrijd als een arena - wat het ook is -en dan meer specifiek over de afzondering van de artiesten plus de strijd die gepaard gaat met die competitie. Raar dat nog geen enkele filmmaker daar iets mee deed. Dat vond ik ook, maar ik zag geen insteek. Toen mijn zoon piano begon te spelen, had ik die wel. Ik herkende elementen uit mijn jeugd, mijn ambities, hoe mijn ouders tegenover mijn ambities stonden en ik tegenover die van mij zoon. De relatie ouders-kind en de ouders of het kind die vinden dat het kind talent heeft, is het centrale gegeven van The Chapel. Eigenlijk gaat Iedereen Beroemd daar ook over, met dat verschil dat het daar iemand betreft met heel veel ambitie maar geen talent, terwijl de protagoniste in The Chapel barst van het talent maar niet noodzakelijk van ambitie. De vraag die je je moet stellen: groot talent, is dat een zegen of een vloek? Moet je wel jaloers zijn op mensen met veel talent met al de opofferingen die ze moeten maken? Je zei ooit: "Ik maak steeds dezelfde film, waarschijnlijk te wijten aan mijn eigen trauma's en de relatie met mijn vader." Het zijn andere films maar sommige dingen houden je je hele leven bezig en je vraagt je dingen af. Op een bepaald moment zegt de moeder in Iedereen Beroemd: "Waarom kan niemand gelukkig zijn met een gewoon leven?" Om in de context van Artsenkrant te blijven, je mag al blij zijn als je gezond wakker wordt (luid lachend). Je kent veel topartiesten en bent er zelf een. Is het wel gezond een groot talent te hebben? Neen, want je betaalt er een prijs voor. Mijn eigen zoon heeft zich letterlijk fysiek kapot gespeeld op de piano, chronische tendinitis, geen chronische luiheid zoals het grapje in de film. Hij kan maximum nog een uur spelen. Vroeger oefende hij zeven uur per dag. Over naar een topactrice: Taeke Nicolaï. Wat een talent? The Chapel is het soort film dat staat of valt met zo'n persoon. Wat een cadeau is Taeke. Ze speelt nochtans geen piano. Gedurende drie, vier maanden leerde ze zich de 'body language' van de pianist aan. Hoe beweegt een pianist aan zijn instrument? Ze begreep waar ik naartoe wilde en excelleert in het vertolken van de kilheid (met een reden) van het personage. Hoe ze later ook ontdooit, zichzelf vindt en zich van haar trauma bevrijdt: ongelooflijk. Klein maar ontzettend krachtig: de rol van Josse De Pauw? Hij speelt dat zo fantastisch pompeus. Ik moest Josse opnieuw casten want als ik dat niet doe, dan flopt de film (giert het uit). Jouw goede vriend Jan Decorte kwam in het nieuws naar aanleiding van de bekroning van Chantal Akermans Jeanne Dielmann en de hetze die er ontstond tussen cinefiele en mainstreamcinema. Jouw films lijken aan die vakjes te ontsnappen, want interessant genoeg voor cinefielen en toegankelijk genoeg voor het grote publiek. Zo ook The Chapel? Blij dat je dat zegt, want dat is helemaal de bedoeling. Lijstjes en competities in cultuur vind ik onzin. Wat brengen die de artiest bij? Met schilderijen doet men dat toch ook niet. Heel die discussie nu ook over het subsidiëren van arthousefilms, "want daar komt toch niemand naar kijken". Natuurlijk moet dat blijven net zoals mainstreamfilms hun plaats hebben. De twee vullen elkaar aan. Zelf ondervond ik de tweestrijd toen ik werd afgeschoten wegens de film Firmin. Men wou zelfs niet inzien dat ik die voor kinderen gemaakt had, met een duidelijk anti-racistische boodschap. Meer ambitie dan een verhaal te vertellen dat mensen pakt, ken ik niet. Ik heb mijn trots als filmmaker en probeer samen met mijn ploeg het onderste uit de kan te halen en zo diep te gaan als we kunnen. Dat is film maken.