...

De tentoonstelling in het MAS geeft een beeld van hoe de uitgebreide Congo-collectie van de stad Antwerpen tot stand kwam en hoe België eind 19de en begin 20ste eeuw inwoners uit Congo naar Antwerpen verscheepte om er op te treden in kolonialistische shows tijdens de Wereldtentoonstellingen van 1885 en 1894. In een film komen een 25-tal jongeren uit Congo en uit de diaspora aan het woord over de mogelijke restitutie van de kunstvoorwerpen. Kortom, dit is een meerlagige tentoonstelling, gecureerd door Els De Palmenaer en Nadia Nsayi Madjedjo, die geen enkel thema uit de weg gaat. De toch wel felle kritiek waarmee de nieuwe opstelling van het Afrika Museum in Tervuren ontvangen werd, heeft het debat in ons land in alle hevigheid doen losbarsten over hoe omgaan met het Belgische koloniale verleden, hoe de kunstwerken uit Congo tonen, maar ook of het niet stilaan tijd wordt om over te gaan tot restitutie van kunstwerken, wie moet daarvoor het initiatief nemen en hoe moet dat dan wel gebeuren. Precies 100 jaar geleden werd dankzij een aankoop en een schenkingen de basis gelegd van de Congo-collectie van de stad Antwerpen en die gelegenheid neemt het MAS te baat om in alle openheid de debatten te openen. Aanleiding (of alibi) voor de expositie is de aankoop door de stad Antwerpen in 1920 van 1600 Congolese objecten van de gepassioneerde verzamelaar en handelaar Henri Pareyn die onder anderen André Breton en Tristan Tzara als klanten had. Eveneens in 1920 schonk de voormalige minister van Koloniën, Louis Franck, aan de stad Antwerpen kunstvoorwerpen die hij tijdens een reis in Congo had verzameld. Zo werd de basis gelegd van een indrukwekkende collectie. De expo focust echter ook op de Wereldtentoonstelling van 1894 in Antwerpen toen 144 Congolezen naar ons land werden verscheept om er in een geënsceneerde mensenzoo te kijk worden gezet. Ze moesten er allerlei scenes uitbeelden voor een gereconstrueerde hut of een Congolees landschap, om zich door de bezoekers als curiositeit te laten fotograferen. Een 40-tal van hen worden ziek en worden in het ziekenhuis opgenomen, 8 van hen overlijden en belanden in de vergetelheid. In het kader van het vooronderzoek voor deze tentoonstelling heeft men hun stoffelijke resten kunnen situeren in een na WOII aangelegd massagraf. Voor de curatoren die rond Congo willen werken is het vandaag op eieren lopen. Kritiek is in deze kwestie onvermijdelijk: voor de enen gaat men te ver, voor de anderen niet ver genoeg. De curatoren hebben er voor gekozen 100 kunstobjecten van de verschillende volkeren van Congo te selecteren, sommige omwille van de artistieke kwaliteit, andere omwille van het verhaal. Zo worden verhalen geëvoceerd over de relatie kerk-Congo, over het veldwerk van etnografische specialisten, over verzamelaars en handelaars, over industrie en macht. Het zijn allemaal verhalen met dubbele bodems.Haast provocerend is de aanwezigheid van enkele typevoorbeelden van roofkunst: een daarvan is een nkisi of krachtbeeld van de Songye dat toebehoorde aan een dorpschef die rebelleerde tegen de koloniale bezetter en gedood werd, waarna het beeld samen met andere objecten werd geroofd. Hoe kan je nu roofkunst in een museum tonen aan het publiek, zeggen de enen. Het MAS provoceert en grijpt de gelegenheid aan om het debat te openen. In een bijzonder interessante film, gerealiseerd door Faire-Part en opgenomen in Antwerpen en Kinshasa, worden jongeren uit Congo en uit de diaspora aan het woord gelaten over het thema. De meningen over restitutie zijn zeer gevarieerd en vaak ook zeer goed geargumenteerd. Het MAS haast zich dan ook om te zeggen dat het "open staat voor officiële vragen uit Congo voor teruggave van kunst- en gebruiksvoorwerpen. Het museum wil niet zelf niet beslissen welke objecten hiervoor in aanmerking komen. Dat zou een paternalistische aanpak zijn. Die beslissing moet bij Congo zelf liggen". Maar - zo voegt het MAS eraan toe - "wij zijn een stedelijk museum en als er een vraag zou komen, ligt die beslissing bij het College van Burgemeester en Schepenen". Ga beslist kijken. U kan zich laten gidsen in het Nederlands, Frans, Engels, Lingala en Swahili. Wat ook de kritiek mag zijn, dit is een tentoonstelling die met een open geest is samengesteld en ook de Congolezen zelf aan het woord laat over de toekomst van hun kunstpatrimonium. Met zijn diversiteit van volkeren, zijn enorme artistieke kracht en verscheidenheid heeft Congo een van de meest interessante kunstproducties van Afrika.