...

In Gent brengt Le Poème Harmonique een programma dat opgebouwd is rond exotische taferelen uit de balletten van Lully. Aan het hof van Louis XIII en de Zonnekoning raakte men geprikkeld door oosterse motieven en verhalen over nieuwe producten, sieraden, porselein en fantasievolle tekeningen die uit Azië kwamen overwaaien.Le Poème Harmonique neemt de luisteraar mee op een tocht langs Franse muziek die door de zijderoute geïnspireerd werd. Muziek van Jean Marie Amiot of Charles Tessier is echter niet meteen dagelijkse kost. "Ik heb Le Poème Harmonique in 1998 opgericht omdat ik de nood voelde om muziek te verdedigen die niet zo bekend én die niet zo gemakkelijk toegankelijk is", vertelt hun artistiek leider Vincent Dumestre."Muziek van Vivaldi, Bach of Pergolesi kan meteen gesmaakt en verteerd worden, en dat is goed ook, maar ik hou meer van muziek die haar geheimen minder snel prijsgeeft. Dat ligt meer in mijn aard: ik ga ook liever om met mensen die wat complexer en mysterieuzer zijn of met mensen die zich niet meteen helemaal bloot geven. Ik heb de ervaring dat de omgang met deze types rijkere contacten oplevert. Hetzelfde geldt voor muziek. Als je een compositie niet van de eerste keer begrijpt, daagt het werk je uit. Je kan in dat geval niet op vooroordelen terugvallen. Je moet je aanpassen en dat biedt kansen om jezelf te verrijken."In het Concertgebouw Brugge komen de muzikale erfgenamen van de Venetiaanse muziek zoals Allegri, Cavalli, Rossi en Monteverdi aan het woord. Het wordt een ontmoeting tussen sacraal en profaan rond Allegri's Miserere. Muziek die felle menselijk emoties en sensuele wendingen laat horen en die een droom van passie, erotiek en extase tot klinken kan brengen. Hoe reconstrueert Dumestre die rijke muzikale traditie van de Italiaanse barok?"We leven vandaag in een rijk amalgaam van culturen en dat is interessant en boeiend, maar het maakt het tegelijk moeilijk om op een periode of één componist uit het verleden te focussen", zegt Vincent Dumestre. "Heel wat tradities op sociaal, politiek en cultureel vlak zijn ondertussen vernietigd. Gelukkig kunnen historische bronnen ons helpen de leefwereld van de componist te reconstrueren, voor welke muziekkapel en welk instrumentaal of vocaal effectief hij componeerde. Daaruit moeten we als uitvoerders ideeën distilleren. Maar we mogen niet in dogmatisme vervallen. Een muzikant doet onderzoek naar historische feiten, maar hij voedt zich met de resultaten van zijn onderzoek en doet er iets creatiefs mee. Pas dan maakt hij iets dat niet de maatschappij van vier eeuwen geleden, maar ook onze samenleving iets te bieden heeft."