...

Dokter Francken stamt uit een doktersfamilie in Essen. "Alhoewel het religieuze mijn eerste roeping was, ben ik toch, zoals twee van mijn broers, geneeskunde gaan studeren", legt hij uit. Met zijn medische bagage en als lid van de missionarissen Oblaten kon de jonge arts zijn droom om in een ontwikkelingsland aan de slag te gaan realiseren. "Ik heb uiteindelijk voor Bolivia gekozen. Daar werkten toen - in 1976 - al een aantal Vlaamse Oblaten."Voor een goed begrip: Bolivia is twee keer zo groot als Frankrijk en 36 keer België. "Vergeet dus maar dat ik alles gezien heb. Ook nu nog heb ik amper de helft van het land bereisd", benadrukt dr. Edgard. "Maar uiteraard ben ik voor een stuk ambassadeur van het land. Ik post wel eens een mooi promotiefilmpje of andere weetjes over het land op mijn Facebookpagina."Toch waren de werkomstandigheden aanvankelijk niet van de poes. "Ik ben begonnen in een regio nabij de Chileense grens, zo groot als half België, met slechts 60.000 inwoners. Daar waren we met vijf collega-artsen verantwoordelijk voor de gezondheidszorg in kleine, vaak afgelegen dorpsgemeenschappen. Ik had geluk: ik had een auto, mijn Boliviaanse collega's niet. Ik heb doorheen de jaren langzaam het vertrouwen kunnen winnen van de Aymara- en Chipaya-bevolking. Dat was veel moeilijker voor de jonge Boliviaanse dokters die vaak uit de stad afkomstig waren en vreemd waren aan de indigena-cultuur." Francken en zijn collega's deden er vooral aan preventieve geneeskunde: kinderen vaccineren tegen polio, DPT, mazelen, tbc-opsporing en de vorming van locals die basisgezondheidszorg konden toedienen. "Serieuze medische faciliteiten waren immers enkel in Oruro aanwezig. De meeste veehoeders waren tijdens de week actief op hun afgelegen estancias. Ze kwamen enkel in de weekends terug naar hun dorpen, als de kinderen hun werk konden overnemen. Dan moesten wij er ook zeker zijn." Het was werken in vaak eenzame omstandigheden, herinnert de dokter zich. Toch houdt de oom van huidig staatssecretaris Theo Francken heel mooie herinneringen over aan die tijd. "Op Facebook kwam ik onlangs een discussie tegen tussen twee inwoners uit Huachacalla. Iemand vroeg aan de andere waarom hij Edgar heette. De man antwoordde: 'Mijn moeder vertelde dat hier een dokter had gewerkt die mijn leven gered heeft en die ook Edgard heette'. Zoiets doet deugd als je dat leest", klinkt het niet zonder trots. Of nog: "Een oudere man heeft me ooit bedankt omdat ik zovele jaren hun compañero (reisgezel) ben geweest."Gelukkig is Bolivia, dat nog steeds bij de armste landen van Zuid-Amerika hoort, met rasse schreden in positieve zin geëvolueerd in de voorbije vier decennia: "Het wegennet is verbeterd, er is drinkbaar water, ziekenwagens, en zo meer. Waar artsen voordien afhingen van medische literatuur die hen met mondjesmaat bereikte, kan iedereen nu bijscholen via internet." Ook de gezondheidszorg kan positieve cijfers voorleggen: de extreme armoede is met meer dan de helft gedaald, de kindersterfte is flink teruggedrongen, kinderen onder de vijf jaar en zwangere vrouwen genieten gratis zorg en de levensverwachting is toegenomen. Toch duiken steeds meer beschavingsziekten op: diabetes, hypertensie en obesitas komen frequent voor, net als aids en een aantal kankers: darm-, galblaas-, huid-, long-, prostaat- en baarmoederhalskankers. "De Andeslanden hebben wereldwijd de hoogste incidentie voor galstenen en galblaaskanker. Dat ook wij jonge mensen met die problemen moeten behandelen, gebeurt geregeld", klinkt het. Edgard Francken heeft te midden van al zijn werkplekken in Bolivia steeds een vaste stek gehad in de mijn- en carnavalstad Oruro. Hier zal hij ook zijn actieve loopbaan afsluiten: "Ik doe nu vooral nog vervangingen. We werken er met een team van 13 mensen, onder wie een chirurg en vier andere Boliviaanse artsen, in een soort polikliniek." De reflex om als vreemdeling een stap opzij te zetten had dr. Francken ook bij het vorige pausbezoek in 1988, meldt hij terloops. Daar wil ik meteen het fijne van weten: "De lokale bisschop had me gevraagd om als back-up-arts op te treden voor het bezoek van Johannes Paulus II. Dat kon ik niet maken, vond ik. Ik heb voorgesteld om een Boliviaanse collega te nemen, want lokale artsen zijn heel bekwaam."Ook opmerkelijk: het gezondheidscentrum waar dr. Francken actief is, werkt met een eigen ziekenfondssysteem: "De mensen betalen een jaarlijkse bijdrage en kunnen dan een heel jaar kosteloos op consultatie komen. Kinderen onder de vijf jaar mochten bij ons gratis op doktersbezoek, lang voor dat veralgemeend is in Bolivia."Dezer dagen focust de arts op zijn boomgaard. Het zit zo: "Uit onze statistieken blijkt dat veel patiënten ooit met kanker te maken krijgen. De aanwezigheid van eeuwenoude vervuilende mijnbouw, de hoogtezon, een erg verontreinigend autopark, fijn stof en pesticiden hebben ons acht jaar geleden doen besluiten om een kankerstichting op te richten. We hebben al voorlichtingscampagnes gevoerd. Het departement Oruro komt volgens de WHO-richtlijnen in aanmerking om een eigen oncologisch centrum te bouwen. Nu moeten onze mensen naar La Paz, Cochabamba, Santa Cruz of het buitenland voor behandeling."Een lokale boer heeft alvast een handje toegestoken. "De man wilde niet dat zijn land door de lokale goudmijn zou worden ingepalmd. Hij heeft die 36 hectare aan onze stichting verkocht. Het land ligt zoals Gasthuisberg in Leuven even buiten de stad, vlak naast de universiteit. Een ideale plek dus om zo'n kankerkliniek te vestigen. De 1.200 bomen, die we geplant hebben, kunnen deel uitmaken van een park rond de kliniek." Dat park is trouwens een heuse krachttoer: de bomen groeien er op 3.800 meter hoogte, boven de normale bomengrens dus!Het idee klinkt aannemelijk, maar van overheidswege valt voorlopig weinig te verwachten. Edgard Francken: "De gouverneur is ons plan genegen, maar wij zijn geen topprioriteit. President Morales, van geboorte Orureño, heeft weet van ons project. Hij heeft tot nog toe veel geïnvesteerd in onderwijs, te weinig in gezondheidszorg, dus zou een oncologisch centrum een mooi prestigeproject kunnen zijn. Maar de middelen ontbreken voorlopig." De geesten moeten nog een beetje rijpen, denkt de zestiger. Eén ding laat hij wel duidelijk verstaan: "De stichting kan zo'n kliniek niet zelf bouwen. Ik heb voorlopig genoeg werk om de bomen op de altiplano te laten groeien."Erik BrustenMeer info: www.facebook.com/francken.edgard of edgaromi@hotmail.com