...

"Dit is de grootste Bosch-tentoonstelling ooit gehouden", declameerde men in februari dit jaar in 's Hertogenbosch bij de opening van de tentoonstelling 'Bosch. Visioenen van een genie'. Minder dan vier maanden later gebruikt het Prado dezelfde woorden bij de opening van de expositie 'El Bosco. La exposición del V centenario', er fijntjes aan toevoegend "de grootste én de meest kwalitatieve ooit". Bosch vs. El Bosco: de echte winnaar is de kunstliefhebber.This is not a battle!, klonk het uit de mond van José Pedro Pérez-Llorca, voormalig minister van Buitenlandse Zaken in Spanje en voorzitter van het Museo Nacional del Prado. In Nederland houdt men er een andere mening op na. Als er toch sprake was van een gevecht, dan was het een gevecht van David tegen Goliath. Het Noordbrabants Museum in 's Hertogenbosch beschikte immers over geen enkel werk van zijn illustere stadsgenoot, terwijl het Prado de kast maar hoefde open te trekken om een halve Bosch-tentoonstelling te vullen. Dankzij Filips II, fan bij uitstek van El Bosco, heeft het Prado de grootste Bosch-collectie van de wereld, inclusief toppers als De Tuin der Lusten, De Hooiwagen, Het Driekoningen drieluik én De zeven hoofdzonden.Hoe daar tegen opboksen? Wie niet sterk is moet slim zijn, weten de Hollanders en zij bedachten een deus ex machina om de grote musea te overtuigen om werk uit te lenen. In ruil daarvoor investeerde Nederland een smak geld in het zogeheten Bosch Research and Conservation Project dat wetenschappelijk onderzoek en restauratiewerken zou uitvoeren. De Nederlandse onderzoekers gingen wel erg voortvarend te werk en zo desavoueerden ze liefst drie van de zes aan Bosch toegeschreven schilderijen die het Prado bezit. Met als gevolg dat het Madrileense museum twee van deze gedegradeerde werken thuis hield van de expositie in 's Hertogenbosch.De drie werken waar het om gaat, De verzoeking van de heilige Antonius, De keisnijding en De zeven hoofdzonden (vooral dit laatste werd tot dusver aanzien als een van Bosch' meesterwerken), zijn uiteraard te zien op de tentoonstelling in het Prado, waar ze geafficheerd worden als authentieke schilderijen van de meester. Aan het eind van de persvoorstelling in het Prado kwam de kat trouwens op de koord. De argumenten van het Nederlandse Bosch Research and Conservation Project om de drie werken niet langer aan Bosch toe te schrijven, werden een voor een in een vurig betoog ontzenuwd door de curatoren van de Prado-tentoonstelling. "Wij respecteren de wetenschappelijke bevindingen van het Bosch Research and Conservation Project, maar wij onderschrijven ze niet", klonk het. "Daarom besluit ik dat de drie werken waar het hier over gaat van de hand van Bosch zijn. Meer zelfs: ik beweer dat ze door niemand anders dan Bosch kunnen geschilderd zijn", eindigde Bosch-specialiste Pilar Silva vorig haar betoog. Het Prado volgt trouwens dezelfde redenering als het Gentse Koninklijk Museum van Schone Kunsten dat de afwijzing van De Kruisdraging als een authentieke Bosch betwist en een tegenonderzoek heeft aangekondigd.Echt balen doet men natuurlijk niet in Nederland. De tentoonstelling in Den Bosch kreeg welgeteld 421.700 toeschouwers over de vloer, tijdens het slotweekend bleef het museum zelfs 39 uur aansluitend open om de stroom van bezoekers te kunnen opvangen. De winnaar van de strijd is alleszins de kunstliefhebber die in een en hetzelfde jaar twee prachtige Bosch-tentoonstellingen te zien krijgt. Zelfs als u de expositie in 's Hertogenbosch heeft gezien, dan raden we u toch aan om naar Madrid te reizen. Al was het maar om De Tuin der Lusten te bewonderen, de spil en het uithangbord van de Madrileense expositie.Bijzondere aandacht gaat uiteraard naar de werken die in opspraak werden gebracht. En dan in de eerste plaats naar De zeven Hoofdzonden, dat een bijzondere plaats in het oeuvre van de meester inneemt. Vermoed wordt dat het werk als tafelblad dienst deed, vandaar dat het horizontaal wordt tentoongesteld in het Prado. Het is een meesterwerk, qua thematiek en techniek vintage Bosch in een originele vormgeving met cirkels waarin de hoofdzonden worden verbeeld in verscheidene taferelen.De architectuur van de tentoonstelling in het Prado is bovendien briljant. Afgestapt werd van het principe van de opeenvolging van zalen. De toeschouwer meandert tussen in elkaar vloeiende ruimtes waarin de triptieken telkens centraal opgesteld staan zodat ze recto-verso kunnen bewonderd worden. Bovenal verbreedt deze tentoonstelling de kennis en het inzicht in een kunstenaar die op een scharniermoment tussen de late middeleeuwen en de renaissance een wereld van verbeelding wist te creëren die tot vandaag blijft boeien.Als u dan toch in het Prado bent, loop dan nog even langs bij El Greco, Velàzquez, Goya, Rubens om u ervan te vergewissen "dat het Prado geen museum van schilderijen is, maar een museum van schilders", zoals het mooi werd uitgedrukt tijdens de presentatie. Aan ieder van deze schilders zijn meerdere zalen gewijd, alsof ze ieder een retrospectief overzicht krijgen.Als u dan toch in Madrid bent, dat gaat u uiteraard ook een kijkje nemen in het Museo Thyssen-Bornemisza, diat een overzicht biedt van de Europese schilderkunst tijdens het tweede millennium, en het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofia waar vooral gefocust wordt op de 20ste eeuw, met als hoogtepunt Guernica van Picasso. Het Prado, Thyssen-Bornemisza en Reina Sofie vormen samen een gouden museumdriehoek. De briljante tentoonstelling El Bosco. La exposición del V centenario bevestigt nog maar eens de status van Madrid als een van de kunsthoofdsteden van de wereld.