De briljante tekeningen in het boek zijn van de hand van Edward Hall.

Het heeft bitter weinig gescheeld of we hadden nooit van JJ Cale gehoord. Toen een zoveelste poging om zijn muziek te slijten andermaal de mist inging, stond hij op het punt een klassiek baantje aan te nemen. Tot die nacht in januari 1970 een telefoontje hem wakker rinkelde. Zijn ouwe maat, saxofonist Bobby Keys klonk extatisch: "We hebben net jouw song After Midnight met Eric Clapton opgenomen." Het antwoord aan de andere kant van de lijn: "Ach val me niet lastig in het midden van de nacht Bobby, dat wordt toch niets man."

Dwarsbomen

Dat zowat het tegenovergestelde gebeurde en zoveel meer kan u lezen in de eerste biografie ooit rond de man wiens nummers veel bekender zijn dan hijzelf. Of men heeft nog nooit van de man gehoord of men verwart hem met John Cale (The Velvet Underground). Jammerlijke zaak waar JJ _ zo blijkt uit de biografie van Wouter Bulckaert _ zelf een verpletterende verantwoordelijkheid in draagt.

Cale schuwde zijn hele leven lang de schijnwerpers en leek er alles aan te doen om zijn eigen muzikale carrière te dwarsbomen. Zo weigerde hij bij zijn eerste bescheiden succes Crazy Mama te playbacken in een nationale tv-show die bekend stond om onbekende nummers tot nummer 1 hits te bombarderen. Wat later besloot hij een deal voor een platencontract van 1 miljoen dollar naast zich neer te leggen omdat hij vond dat hij goed zat waar hij was.

Oklahoma City

John Weldon Cale werd op 5 december1938 geboren in Oklahoma City maar groeide op in Tulsa, een stadje aan de legendarische Route 66, de geboorteplek van een muziekstijl met de wonderlijke naam Western Swing en het grootste museum gewijd aan Woody Guthrie.

John begon al op zijn negende gitaar te spelen maar was vooral geobsedeerd door geluidsopnames. Zijn vader bouwde een kamer bij aan hun huis die de kleine John mee omvormde tot iets wat op een opnamestudio leek. Zo groeide hij op tijdens de jaren voor de rock 'n roll. Zowel Django Reinhardt, country, jazz en blues waren zijn eerste invloeden. Zijn vader schilderde de aankondigingsborden voor concerten met zijn vriendjes.

Geluidswizard

De hele periode tot de jaren 1970 zou hij optredens al dan niet op regelmatige basis combineren met jobs als geluidstechnicus. Vaak was hij straatarm en berooid want hij slaagde er niet in de bonzen in Nashville of Los Angeles (waar hij dankzij zijn goede vriend Leon Russel een tijdje woonde) niet te overtuigen.

Toen hij de hoop helemaal dreigde op te geven kwam dat fameuze telefoontje. Van dan af ging alles heel snel. In 1970 nam hij zijn eerste langspeler Naturally op die hij naar eigen zeggen rap rap ineen had moeten flansen. Opvallend is de drumcomputer avant la lettre die JJ Cale daarop hanteert. Geen geld voor een drummer, dan lossen we dat anders op dacht de geluidswizard.

Smeltkroes

Heel veel in het leven van JJ Cale ontstaat uit toeval of genoodzaakt door beperkingen. Elk nadeel heb zijn voordeel, heet zoiets. Naturally met daarop onder andere het magistrale (maar door Cale zelf gehate) Magnolia (dankzij Cale-fan Tom Barman op de soundtrack van Any Way the Wind Blows) mag je zeker als het resultaat zien van 20 jaar destillatie en verfijning van alle muziek die de spons Cale absorbeerde. Wat een debuut op je 32ste. Naturally heeft door die talloze invloeden zeker parallellen met het debuut van Ry Cooder, waarover Wouter Bulckaert eerder een rake biografie wist neer te pennen.

Ditmaal weet hij andermaal de muzikant te vatten. Bulckaert omschrijft de ongrijpbare sound van JJ Cale als een 'swampy smeltkroes van soul, country, funk, geworsteld in zowel blanke Americana als zwarte rhythm and blues'. De biografie vertelt haast niets over het privéleven van JJ Cale want daar vind je met de beste wil van de wereld geen informatie over.

Oneliners

Toen Rolling Stone hem dan toch kon overtuigen tot een interview, kopten ze het stuk met "JJ Cale talks, a little bit." Langer dan twee à drie woorden werden zijn antwoorden nooit. Dus baseerde Bulckaert zich op de talloze oneliners waarvoor Cale bekend staat, zoals bijvoorbeeld rond het feit dat hij zich geen begenadigd zanger vindt: "Ik schrijf songs met teksten. Dus ben ik wel verplicht ze te zingen en zo verdien ik mompelend mijn brood."

Bulckaert kon zijn biografie stofferen met de tekeningen van de Amerikaanse artiest Edward Hall die bekend werd met de reeks Portraits of Strangers, portretten van slapende pendelaars.

De laatste vier decennia kreeg JJ Cale hulde door covers van kleppers als Eric Clapton (Cocaine schreef Cale), Neil Young, Lynyrd Skynyrd, John Mayer, Johnny Cash, Captain Beefheart, Santana, The Band, Beck, Jose Feliciano, Tom Petty & The Heartbreakers, Deep Purple en John Mayall naast vele anderen. Niet slecht voor de man die als bijnaam 'the Breeze' kreeg.

Wouter Bulckaert - Edward Hall (ill.), JJ Cale, Troubadour in de woestijn, Uitgeverij EPO, 224 blz., 22,50 euro.

De briljante tekeningen in het boek zijn van de hand van Edward Hall.Het heeft bitter weinig gescheeld of we hadden nooit van JJ Cale gehoord. Toen een zoveelste poging om zijn muziek te slijten andermaal de mist inging, stond hij op het punt een klassiek baantje aan te nemen. Tot die nacht in januari 1970 een telefoontje hem wakker rinkelde. Zijn ouwe maat, saxofonist Bobby Keys klonk extatisch: "We hebben net jouw song After Midnight met Eric Clapton opgenomen." Het antwoord aan de andere kant van de lijn: "Ach val me niet lastig in het midden van de nacht Bobby, dat wordt toch niets man." DwarsbomenDat zowat het tegenovergestelde gebeurde en zoveel meer kan u lezen in de eerste biografie ooit rond de man wiens nummers veel bekender zijn dan hijzelf. Of men heeft nog nooit van de man gehoord of men verwart hem met John Cale (The Velvet Underground). Jammerlijke zaak waar JJ _ zo blijkt uit de biografie van Wouter Bulckaert _ zelf een verpletterende verantwoordelijkheid in draagt.Cale schuwde zijn hele leven lang de schijnwerpers en leek er alles aan te doen om zijn eigen muzikale carrière te dwarsbomen. Zo weigerde hij bij zijn eerste bescheiden succes Crazy Mama te playbacken in een nationale tv-show die bekend stond om onbekende nummers tot nummer 1 hits te bombarderen. Wat later besloot hij een deal voor een platencontract van 1 miljoen dollar naast zich neer te leggen omdat hij vond dat hij goed zat waar hij was. Oklahoma CityJohn Weldon Cale werd op 5 december1938 geboren in Oklahoma City maar groeide op in Tulsa, een stadje aan de legendarische Route 66, de geboorteplek van een muziekstijl met de wonderlijke naam Western Swing en het grootste museum gewijd aan Woody Guthrie. John begon al op zijn negende gitaar te spelen maar was vooral geobsedeerd door geluidsopnames. Zijn vader bouwde een kamer bij aan hun huis die de kleine John mee omvormde tot iets wat op een opnamestudio leek. Zo groeide hij op tijdens de jaren voor de rock 'n roll. Zowel Django Reinhardt, country, jazz en blues waren zijn eerste invloeden. Zijn vader schilderde de aankondigingsborden voor concerten met zijn vriendjes. GeluidswizardDe hele periode tot de jaren 1970 zou hij optredens al dan niet op regelmatige basis combineren met jobs als geluidstechnicus. Vaak was hij straatarm en berooid want hij slaagde er niet in de bonzen in Nashville of Los Angeles (waar hij dankzij zijn goede vriend Leon Russel een tijdje woonde) niet te overtuigen. Toen hij de hoop helemaal dreigde op te geven kwam dat fameuze telefoontje. Van dan af ging alles heel snel. In 1970 nam hij zijn eerste langspeler Naturally op die hij naar eigen zeggen rap rap ineen had moeten flansen. Opvallend is de drumcomputer avant la lettre die JJ Cale daarop hanteert. Geen geld voor een drummer, dan lossen we dat anders op dacht de geluidswizard.Smeltkroes Heel veel in het leven van JJ Cale ontstaat uit toeval of genoodzaakt door beperkingen. Elk nadeel heb zijn voordeel, heet zoiets. Naturally met daarop onder andere het magistrale (maar door Cale zelf gehate) Magnolia (dankzij Cale-fan Tom Barman op de soundtrack van Any Way the Wind Blows) mag je zeker als het resultaat zien van 20 jaar destillatie en verfijning van alle muziek die de spons Cale absorbeerde. Wat een debuut op je 32ste. Naturally heeft door die talloze invloeden zeker parallellen met het debuut van Ry Cooder, waarover Wouter Bulckaert eerder een rake biografie wist neer te pennen. Ditmaal weet hij andermaal de muzikant te vatten. Bulckaert omschrijft de ongrijpbare sound van JJ Cale als een 'swampy smeltkroes van soul, country, funk, geworsteld in zowel blanke Americana als zwarte rhythm and blues'. De biografie vertelt haast niets over het privéleven van JJ Cale want daar vind je met de beste wil van de wereld geen informatie over. OnelinersToen Rolling Stone hem dan toch kon overtuigen tot een interview, kopten ze het stuk met "JJ Cale talks, a little bit." Langer dan twee à drie woorden werden zijn antwoorden nooit. Dus baseerde Bulckaert zich op de talloze oneliners waarvoor Cale bekend staat, zoals bijvoorbeeld rond het feit dat hij zich geen begenadigd zanger vindt: "Ik schrijf songs met teksten. Dus ben ik wel verplicht ze te zingen en zo verdien ik mompelend mijn brood."Bulckaert kon zijn biografie stofferen met de tekeningen van de Amerikaanse artiest Edward Hall die bekend werd met de reeks Portraits of Strangers, portretten van slapende pendelaars.De laatste vier decennia kreeg JJ Cale hulde door covers van kleppers als Eric Clapton (Cocaine schreef Cale), Neil Young, Lynyrd Skynyrd, John Mayer, Johnny Cash, Captain Beefheart, Santana, The Band, Beck, Jose Feliciano, Tom Petty & The Heartbreakers, Deep Purple en John Mayall naast vele anderen. Niet slecht voor de man die als bijnaam 'the Breeze' kreeg.Wouter Bulckaert - Edward Hall (ill.), JJ Cale, Troubadour in de woestijn, Uitgeverij EPO, 224 blz., 22,50 euro.