...

Godfried Thiers is specialist Tropische Geneeskunde en oud-directeur van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV, intussen herdoopt tot Sciensano). Maar hij behaalde ook de eerste Prijs Zang aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel."Ik ben al jaren lid van het Brussels Chinees koor", vertelt hij enthousiast. "In de periode rond het Chinees Nieuwjaar gaf de Chinese ambassade ons het advies om de koorbijeenkomsten tijdelijk op te schorten en niet meer op te treden. Dat zette een domper op het moreel van de koorleden. Nochtans wilde men, na de uitbraak van het coronavirus, graag een positieve boodschap uitsturen en de Chinezen een hart onder de riem steken. Diverse koorleden hebben mij toen gevraagd om een gezongen videoboodschap op te nemen." De arts-bariton kon naar eigen zeggen ' onmogelijk nee zeggen' op zo'n vraag. "Was het virus elders uitgebroken en moest ik die taal machtig zijn, zou ik dat ook gedaan hebben. Maar ik ken nu eenmaal Chinees, zing graag en kende het lied."De keuze viel op de tweede strofe van een bekend Chinees volkslied. "Als je het vertaalt, is het een soort oproep om een extra inspanning te doen in de strijd tegen het coronavirus", krijg ik te horen. "Het is geen politiek strijdlied, veeleer een bekende melodie uit het rijke Chinese arsenaal aan volksliederen. We hebben de tekst ook niet aangepast."Zang en China blijken twee elementen te zijn die Godfried Thiers reeds als jonge knaap fascineerden. "Toen ik als kind bij mijn grootouders in Pittem op bezoek ging, passeerde ik elke dag langs het beeld van pater Verbiest. Toen stonden op zijn mantel nog Chinese karakters gesculpteerd. ' Dat is het geschrift van de Chinezen en dat is verschrikkelijk moeilijk om te leren', zei mijn vader. Toen al wist ik dat ik ooit Chinees zou gaan studeren. En bij uitbreiding, mijn keuze later om epidemioloog te worden, heeft veel te maken met dat beeld en de fascinatie voor den vreemde", verklaart hij.Tijdens zijn geneeskundestudies werkte de arts in spe al een eerste jaar Chinees af, maar "pas na mijn pensionering in 2005 heb ik me meer systematisch toegelegd op de studie van het Chinees. Ik heb de achtjarige cyclus met succes afgerond, wat me heeft toegelaten om tijdens reizen in het Rijk van het Midden te converseren met de mensen daar. Ik onderhoud nu mijn Chinees door lessen te blijven volgen."De onderdompeling in de Chinese taal en cultuur liet de arts ook kennismaken met de rijke muziekcultuur van het land. "Naast de Chinese opera die veel westerlingen niet kunnen smaken - ik wel -, heb je immers een heel groot repertorium aan volksliederen en een rijke muziekcultuur. Als ik bijvoorbeeld bij Chinezen word uitgenodigd op de barbecue verwacht men dat ik daar ook iets zing. Muziek heeft dus een belangrijke verbindende rol en functie.""Toen ik afgelopen najaar bij de Belgische ambassadeur in Beijing te gast was, organiseerde hij een privéconcertje in zijn residentie waar ik samen met twee medewerksters samen hebben gezongen. Tijdens een wandeling in de stad stootten we op een straatkoor. Ik ben mee gaan zingen, dat vonden die Chinezen fantastisch." Het filmpje dat dokter Thiers recent heeft opgenomen, werd trouwens door de Belgische ambassadeur persoonlijk verspreid op de sociale media in China. "Hij vertelde dat het filmpje een heleboel positieve reacties heeft uitgelokt. Op een vergadering, onlangs in Brussel, kwam trouwens een Chinese dame naar me toe om te vertellen dat ze mijn filmpje had gezien. Dat bewijst toch wel dat mijn blijk van sympathie is opgepikt."Mijn gesprekspartner heeft de voorbije decennia zowel professioneel als privé gelegenheid gehad om met het land zelf kennis te maken. "De allereerste keer was in 1973, vlak na het bezoek van de Amerikaanse president Nixon. Dat was toen nog het China van Mao, dus een heel andere wereld dan vandaag. Ik herinner mij bijvoorbeeld nog dat ik Wuhan toen een lelijke industriestad vond. Het contrast met de beelden die ik van Wuhan dezer dagen zie, kan niet groter zijn. Neem nu de Chinese Muur. Eertijds liepen daar maar een paar Westerse toeristen rond, nu zie je er vooral heel veel Chinezen die in eigen land reizen."Reizen naar en in China is in de afgelopen decennia ook enorm versoepeld, meent hij. "Moest ik vandaag jong zijn, zou ik allicht proberen om er minstens een tijdlang te gaan werken. Zo leer je immers een land pas echt goed kennen. Dit gezegd zijnde, ik denk dat ik via mijn reizen wel een goed beeld heb gekregen van het land. Ik besef echter ook: China is een continent an sich. Dat volledig kennen is onbegonnen werk."