De discussie werd gevoerd door twee specialisten in robotgeassisteerde chirurgie: Henk Van Der Poel (Amsterdam, Nederland) en Steven Joniau (KU Leuven, België). De Belg had de moeilijkste opdracht: hij moest de tegenstanders van robotgeassisteerde chirurgie verdedigen, terwijl hijzelf nagenoeg niet meer opereert zonder robot.

De argumentatie van de Nederlander was gebaseerd op een grote studie die Hu et al. begin dit jaar hebben gepubliceerd (1). De totale en de specifieke sterfte zijn dezelfde na een robotgeassisteerde prostatectomie als na open chirurgie. Na een robotgeassisteerde prostatectomie moet echter minder vaak een aanvullende behandeling worden voorgeschreven: radiotherapie, androgeendeprivatietherapie ... Inzake marges en weggesneden lymfeklieren is robotgeassisteerde prostatectomie vergelijkbaar met open chirurgie. Maar volgens andere studies worden minder lymfeklieren weggesneden bij robotgeassisteerde prostatectomie dan bij open chirurgie. De patiënt verliest wel minder bloed bij robotgeassisteerde prostatectomie en de chirurg moet dan significant minder vaak een transfusie voorschrijven: 7,5-maal minder volgens een studie uitgevoerd in 2012. Yaxley et al. hebben in 2016 in The Lancet gepubliceerd dat robotgeassisteerde chirurgie meerdere voordelen biedt: kortere operatie, minder bijwerkingen, minder bloedverlies, korter ziekenhuisverblijf en minder pijn tijdens de eerste week. Volgens een Zweedse groep (3) is het aantal heringrepen bijna 70% lager na robotgeassisteerde chirurgie.

Geen EMB

Nochtans overtuigd door zijn vele jaren ervaring, moest Steven Joniau erkennen dat het nog altijd niet echt bewezen is dat de robot beter is dan open chirurgie. "Het grootste probleem is dat de studies patiënten van nu vergelijken met historische cohorten. Er bestaat dus kans op een selectiebias." De frequentie van urine-incontinentie en erectiestoornissen is lager na robotgeassisteerde dan na klassieke chirurgie, maar het verschil is niet echt significant: 70,4% erectiestoornissen na een robotgeassisteerde prostatectomie en 74,7% na klassieke chirurgie. Het enige wat volgens de Leuvense specialist telt, is de ervaring van de chirurg, ongeacht de techniek. De aanleercurve ligt in beide gevallen rond 250 interventies. Nagenoeg elke chirurg kan onverschillig welke patiënt met een plaatselijke prostaatkanker genezen. Wat een plaatselijk gevorderde prostaatkanker betreft, ligt het plateau van de curve op ongeveer 70%.

Niet beter en duurder?

Robotgeassisteerde chirurgie zou minder lymfeklieren wegsnijden dan open chirurgie: het aantal weggesneden lymfeklieren zou 5-maal lager zijn. "Ik zou tot slot nog willen vermelden dat we niet beschikken over oncologische resultaten op lange termijn na robotgeassisteerde prostatectomie. Op lange termijn blijkt er ook geen echt verschil te zijn in pijn en levenskwaliteit. Tijdens de aanleerfase zal de patiënt vaak opnieuw moeten worden geopereerd via open chirurgie", preciseerde de specialist. Voeg daar nog de kosten van de operatie aan toe en het plaatje is compleet.

Desondanks zet robotgeassisteerde chirurgie zich overal gestaag door, ook al is de werkzaamheid ervan nog niet bewezen. Het is immers een elegante, aantrekkelijke en technologische techniek. Velen spreken dan ook al van een nieuwe gouden standaard. We kunnen inderdaad niet meer op onze stappen terugkeren. Daar is het nu te laat voor.

Naar de uiteenzettingen van Henk Van Der Poel (Amsterdam, Nederland) en Steven Joniau (KULeuven, België). EAU 2017 Critical review of robotic surgery in uro-oncology

  1. Hu JH et al. Comparative Effectiveness of Cancer Control and Survival after Robot-Assisted versus Open Radical Prostatectomy. J Urol 2017; 197: 115-121Yaxley JW et al. Robot-assisted laparoscopic prostatectomy versus open radical retropubic prostatectomy: early outcomes from a randomised controlled phase 3 study. Lancet 2016; 388: 1057-1066
  2. Wallerstetd A. et al. Short-term Results after Robot-assisted Laparoscopic Radical Prostatectomy Compared to Open Radical Prostatectomy. European Urology 2015; 67: 660-670
De discussie werd gevoerd door twee specialisten in robotgeassisteerde chirurgie: Henk Van Der Poel (Amsterdam, Nederland) en Steven Joniau (KU Leuven, België). De Belg had de moeilijkste opdracht: hij moest de tegenstanders van robotgeassisteerde chirurgie verdedigen, terwijl hijzelf nagenoeg niet meer opereert zonder robot.De argumentatie van de Nederlander was gebaseerd op een grote studie die Hu et al. begin dit jaar hebben gepubliceerd (1). De totale en de specifieke sterfte zijn dezelfde na een robotgeassisteerde prostatectomie als na open chirurgie. Na een robotgeassisteerde prostatectomie moet echter minder vaak een aanvullende behandeling worden voorgeschreven: radiotherapie, androgeendeprivatietherapie ... Inzake marges en weggesneden lymfeklieren is robotgeassisteerde prostatectomie vergelijkbaar met open chirurgie. Maar volgens andere studies worden minder lymfeklieren weggesneden bij robotgeassisteerde prostatectomie dan bij open chirurgie. De patiënt verliest wel minder bloed bij robotgeassisteerde prostatectomie en de chirurg moet dan significant minder vaak een transfusie voorschrijven: 7,5-maal minder volgens een studie uitgevoerd in 2012. Yaxley et al. hebben in 2016 in The Lancet gepubliceerd dat robotgeassisteerde chirurgie meerdere voordelen biedt: kortere operatie, minder bijwerkingen, minder bloedverlies, korter ziekenhuisverblijf en minder pijn tijdens de eerste week. Volgens een Zweedse groep (3) is het aantal heringrepen bijna 70% lager na robotgeassisteerde chirurgie.Geen EMBNochtans overtuigd door zijn vele jaren ervaring, moest Steven Joniau erkennen dat het nog altijd niet echt bewezen is dat de robot beter is dan open chirurgie. "Het grootste probleem is dat de studies patiënten van nu vergelijken met historische cohorten. Er bestaat dus kans op een selectiebias." De frequentie van urine-incontinentie en erectiestoornissen is lager na robotgeassisteerde dan na klassieke chirurgie, maar het verschil is niet echt significant: 70,4% erectiestoornissen na een robotgeassisteerde prostatectomie en 74,7% na klassieke chirurgie. Het enige wat volgens de Leuvense specialist telt, is de ervaring van de chirurg, ongeacht de techniek. De aanleercurve ligt in beide gevallen rond 250 interventies. Nagenoeg elke chirurg kan onverschillig welke patiënt met een plaatselijke prostaatkanker genezen. Wat een plaatselijk gevorderde prostaatkanker betreft, ligt het plateau van de curve op ongeveer 70%.Niet beter en duurder?Robotgeassisteerde chirurgie zou minder lymfeklieren wegsnijden dan open chirurgie: het aantal weggesneden lymfeklieren zou 5-maal lager zijn. "Ik zou tot slot nog willen vermelden dat we niet beschikken over oncologische resultaten op lange termijn na robotgeassisteerde prostatectomie. Op lange termijn blijkt er ook geen echt verschil te zijn in pijn en levenskwaliteit. Tijdens de aanleerfase zal de patiënt vaak opnieuw moeten worden geopereerd via open chirurgie", preciseerde de specialist. Voeg daar nog de kosten van de operatie aan toe en het plaatje is compleet. Desondanks zet robotgeassisteerde chirurgie zich overal gestaag door, ook al is de werkzaamheid ervan nog niet bewezen. Het is immers een elegante, aantrekkelijke en technologische techniek. Velen spreken dan ook al van een nieuwe gouden standaard. We kunnen inderdaad niet meer op onze stappen terugkeren. Daar is het nu te laat voor. Naar de uiteenzettingen van Henk Van Der Poel (Amsterdam, Nederland) en Steven Joniau (KULeuven, België). EAU 2017 Critical review of robotic surgery in uro-oncology