We beschikken nog niet over gegevens over de sterfte bij patiënten met een hoogrisicoprostaatkanker die werden behandeld met een radicale prostatectomie, aldus Marco Bianchi (Milaan, Italië). Daarom hebben hij en een internationaal team van onderzoekers waaronder Belgen een studie uitgevoerd bij bijna 1.900 patiënten bij wie tussen 1986 en 2015 een radicale prostatectomie was uitgevoerd met lymfeklierdissectie in tertiaire ziekenhuizen. De vorsers hebben de volgende eindpunten geëvalueerd: biochemisch recidief, klinisch recidief, de specifieke sterfte en de andere doodsoorzaken.

Een lange follow-up

De mediane follow-up bedroeg 210 maanden en de mediane leeftijd van de patiënten was 66 jaar. Na 20 jaar was de overleving zonder klinisch en zonder biochemisch recidief respectievelijk 36,7% en 76,3%. 12,4% van de patiënten was gestorven aan prostaatkanker en 43,6% aan een andere oorzaak. Na 210 maanden was 44% van de patiënten met een hoogrisicoprostaatkanker nog in leven. Wat de factoren betreft die invloed hebben op de leeftijd waarop de patiënt wordt geopereerd, voorspellen een Gleasonscore van 6, de tijd tot optreden van een biochemisch recidief en het aantal weggesneden lymfeklieren een betere 20-jaarsoverleving. "Na 10 jaar was 39% van de patiënten in remissie en vertoonde 28,8% een biochemisch recidief. Na 20 jaar konden meer dan 100 patiënten worden geëvalueerd. Zelfs dan stierf nog 9% aan de prostaatkanker. Daarom denken we dat de patiënten langer zouden moeten worden gevolgd", concludeerde de Italiaanse specialist.

updates
© updates

Follow-up voortzetten

Danielle Crawley (Verenigd Koninkrijk) et al. hebben het verband onderzocht tussen type 2-diabetes en het welslagen van een in opzet curatieve behandeling van een plaatselijke prostaatkanker met een hoog of intermediair risico. "Type 2-diabetes en prostaatkanker komen vaak samen voor. Volgens de richtlijnen kan de overleving van patiënten met een plaatselijke prostaatkanker 10 jaar bedragen", legde de Britse specialiste uit.

Deze studie heeft onderzocht of diabetespatiënten minder vaak een in opzet curatieve behandeling voor prostaatkanker krijgen. De onderzoekers hebben daarvoor de gegevens van het Zweedse register Prostate Cancer Database (PCBase), doorgenomen. Zo hebben ze 2.210 patiënten met prostaatkanker én type 2-diabetes kunnen vergelijken met 23.071 patiënten met prostaatkanker zonder diabetes. Ze zijn dan gaan kijken hoeveel patiënten een curatieve behandeling hadden gekregen en wat de totale overleving was na acht jaar follow-up.

Het aantal patiënten dat een curatieve behandeling had gekregen, was 22% lager bij de mannen met type 2-diabetes. "Dat geldt zowel voor chirurgie als voor radiotherapie. Verrassend is verder dat de overleving beter was bij type 2-diabetespatiënten met prostaatkanker die een curatieve behandeling hadden gekregen, dan bij type 2-diabetespatiënten met prostaatkanker die een klassieke behandeling hadden gekregen. Hun overleving was ook beter dan die van een historische cohorte met diabetes zonder kanker. 22% van de mannen die een conservatieve behandeling hadden gekregen, is gestorven aan prostaatkanker. Dat wijst erop dat een hoog percentage van die mannen een in opzet curatieve behandeling zou moeten krijgen.

Bianchi M. et al. Assessing the 20-year outcomes of radical prostatectomy for high risk prostate cancer: Results from a large, multi-institutional series. EAU2017- Abstract #22

Crawley D et al. Association between type 2 diabetes and curative treatment in men with intermediate and high risk localised prostate cancer. EAU - Abstract #20

We beschikken nog niet over gegevens over de sterfte bij patiënten met een hoogrisicoprostaatkanker die werden behandeld met een radicale prostatectomie, aldus Marco Bianchi (Milaan, Italië). Daarom hebben hij en een internationaal team van onderzoekers waaronder Belgen een studie uitgevoerd bij bijna 1.900 patiënten bij wie tussen 1986 en 2015 een radicale prostatectomie was uitgevoerd met lymfeklierdissectie in tertiaire ziekenhuizen. De vorsers hebben de volgende eindpunten geëvalueerd: biochemisch recidief, klinisch recidief, de specifieke sterfte en de andere doodsoorzaken.Een lange follow-upDe mediane follow-up bedroeg 210 maanden en de mediane leeftijd van de patiënten was 66 jaar. Na 20 jaar was de overleving zonder klinisch en zonder biochemisch recidief respectievelijk 36,7% en 76,3%. 12,4% van de patiënten was gestorven aan prostaatkanker en 43,6% aan een andere oorzaak. Na 210 maanden was 44% van de patiënten met een hoogrisicoprostaatkanker nog in leven. Wat de factoren betreft die invloed hebben op de leeftijd waarop de patiënt wordt geopereerd, voorspellen een Gleasonscore van 6, de tijd tot optreden van een biochemisch recidief en het aantal weggesneden lymfeklieren een betere 20-jaarsoverleving. "Na 10 jaar was 39% van de patiënten in remissie en vertoonde 28,8% een biochemisch recidief. Na 20 jaar konden meer dan 100 patiënten worden geëvalueerd. Zelfs dan stierf nog 9% aan de prostaatkanker. Daarom denken we dat de patiënten langer zouden moeten worden gevolgd", concludeerde de Italiaanse specialist.Follow-up voortzettenDanielle Crawley (Verenigd Koninkrijk) et al. hebben het verband onderzocht tussen type 2-diabetes en het welslagen van een in opzet curatieve behandeling van een plaatselijke prostaatkanker met een hoog of intermediair risico. "Type 2-diabetes en prostaatkanker komen vaak samen voor. Volgens de richtlijnen kan de overleving van patiënten met een plaatselijke prostaatkanker 10 jaar bedragen", legde de Britse specialiste uit. Deze studie heeft onderzocht of diabetespatiënten minder vaak een in opzet curatieve behandeling voor prostaatkanker krijgen. De onderzoekers hebben daarvoor de gegevens van het Zweedse register Prostate Cancer Database (PCBase), doorgenomen. Zo hebben ze 2.210 patiënten met prostaatkanker én type 2-diabetes kunnen vergelijken met 23.071 patiënten met prostaatkanker zonder diabetes. Ze zijn dan gaan kijken hoeveel patiënten een curatieve behandeling hadden gekregen en wat de totale overleving was na acht jaar follow-up. Het aantal patiënten dat een curatieve behandeling had gekregen, was 22% lager bij de mannen met type 2-diabetes. "Dat geldt zowel voor chirurgie als voor radiotherapie. Verrassend is verder dat de overleving beter was bij type 2-diabetespatiënten met prostaatkanker die een curatieve behandeling hadden gekregen, dan bij type 2-diabetespatiënten met prostaatkanker die een klassieke behandeling hadden gekregen. Hun overleving was ook beter dan die van een historische cohorte met diabetes zonder kanker. 22% van de mannen die een conservatieve behandeling hadden gekregen, is gestorven aan prostaatkanker. Dat wijst erop dat een hoog percentage van die mannen een in opzet curatieve behandeling zou moeten krijgen.Bianchi M. et al. Assessing the 20-year outcomes of radical prostatectomy for high risk prostate cancer: Results from a large, multi-institutional series. EAU2017- Abstract #22Crawley D et al. Association between type 2 diabetes and curative treatment in men with intermediate and high risk localised prostate cancer. EAU - Abstract #20