...

Dankzij de jarenlange follow-up van kinderen van de Franse Eden-studie (rekrutering van 2002 zwangere vrouwen tussen 2003 en 2006 in de openbare kraamklinieken in Poitiers en Nancy hebben vorsers van het Inserm en de Université de Paris de tijd van blootstelling aan schermen en met name de frequentie van blootstelling tijdens de gezinsmaaltijden kunnen meten. De gezinsmaaltijden zijn sleutelmomenten voor verbale communicatie tussen volwassenen en kinderen. De groep heeft 1562 kinderen van 2, 3 en 5 tot 6 jaar gevolgd. De ouders hebben informatie gegeven over de frequentie dat de tv opstond in de eetkamer tijdens de maaltijden. Voor het berekenen van de schermtijd werd enkel rekening gehouden met de tijd die werd doorgebracht voor een tv-toestel, een computer en videospellen.De taalvaardigheid van de kinderen werd door de ouders geëvalueerd toen de kinderen 2 jaar oud waren ( Communicative Development Inventory, CDI) en door getrainde psychologen toen de kinderen op de leeftijd van 3 jaar (NEPSY en ELOLA-testbatterijen) en de leeftijd van 5-6 jaar (verbaal IQ). Bij de statistische analyses werden ook andere variabelen in beschouwing genomen zoals het gezinskomen, het opleidingsniveau van de ouders, de wijze van kinderoppas en de activiteiten met de ouders. Bij koppeling van die gegevens bleek de taalontwikkeling minder goed te zijn in gezinnen waarin de tv vaker opstond tijdens het eten, ongeacht of er dan niet (visuele en geluidsachtergrond) naar werd gekeken.De taalontwikkeling op de leeftijd van 2 jaar was minder goed bij de kinderen van gezinnen waar de tv altijd opstond tijdens de gezinsmaaltijden, dan bij de kinderen van gezinnen waar de tv "nooit" opstond tijdens het eten. Op de leeftijd van 3 en 5-6 jaar waren de taalontwikkeling en het verbale intelligentiequotiënt beter bij de kinderen van gezinnen waar de tv nooit had opgestaan tijdens de gezinsmaaltijden, dan bij de kinderen waar de tv "soms" of vaak had opgestaan.Op de leeftijd van 5-6 jaar waren de taalvaardigheid en het verbale intelligentiequotiënt minder goed bij de kinderen die op de leeftijd van 2 jaar altijd aan de tv waren blootgesteld tijdens de gezinsmaaltijden, dan bij kinderen van gezinnen waar de tv nooit had opgestaan (gemiddeld verschil in IQ van 3 punten).De gezondheidsautoriteiten zouden dus meer aandacht moeten besteden aan de context van het tv-kijken en niet alleen aan het aantal uren dat de kinderen tv-kijken. (referentie: Scientific Reports, 08 juni 2021, doi: 10.1038/s41598-021-90867-3)