Prof. Philip Mease (University of Washington, Seattle) is blijkbaar een veel gevraagde spreker. Tijdens de 'Late Breaking Abstracts'-sessie heeft hij de resultaten gepresenteerd van de SPIRIT-H2H-studie.

Die superioriteitsstudie heeft adalimumab, een TNF-alfa-antagonist, vergeleken met ixekizumab, aan IL-17-antagonist. De studie werd uitgevoerd bij 566 patiënten met een actieve psoriatische artritis bij wie minstens één behandeling met een conventioneel DMARD was mislukt en die nog geen biologisch geneesmiddel hadden gekregen. Het primaire eindpunt was een samengesteld eindpunt van ACR50-respons (wat de gewrichten betreft) en PASI100-respons (wat de huidletsels betreft). Na een follow-up van 24 weken was het aantal patiënten dat het primaire eindpunt had bereikt, significant (p < 0,05) hoger met ixekizumab (36%) dan met adalimumab (28%). Bij verdere analyse bleek het gewrichtslijden even goed te reageren op de twee geneesmiddelen. Het percentage ACR50-respons bedroeg 51% in de ixekizumabgroep en 47% in de adalimumabgroep. Het percentage PASI100-respons (evaluatie van de huidletsels) daarentegen was na 24 weken hoger met ixekizumab dan met de klassieke TNF-alfa-antagonist (respectievelijk 60% en 47%).

Secundaire eindpunten waren dactylitis en nagelletsels. Op dat vlak waren beide geneesmiddelen evenwaardig. Ixekizumab had echter een beter effect op de enthesitis.

Nu dergelijke patiënten almaar vaker worden behandeld met biologische geneesmiddelen, geeft die vergelijkende studie waardevolle informatie, die kan uitmonden in een betere behandeling op maat van die toch wel complexe ziekte, als een conventioneel DMARD niet voldoet.

Ref.: Mease P. et al. Abstract LB0005, EULAR 2019, Madrid.

Prof. Philip Mease (University of Washington, Seattle) is blijkbaar een veel gevraagde spreker. Tijdens de 'Late Breaking Abstracts'-sessie heeft hij de resultaten gepresenteerd van de SPIRIT-H2H-studie. Die superioriteitsstudie heeft adalimumab, een TNF-alfa-antagonist, vergeleken met ixekizumab, aan IL-17-antagonist. De studie werd uitgevoerd bij 566 patiënten met een actieve psoriatische artritis bij wie minstens één behandeling met een conventioneel DMARD was mislukt en die nog geen biologisch geneesmiddel hadden gekregen. Het primaire eindpunt was een samengesteld eindpunt van ACR50-respons (wat de gewrichten betreft) en PASI100-respons (wat de huidletsels betreft). Na een follow-up van 24 weken was het aantal patiënten dat het primaire eindpunt had bereikt, significant (p < 0,05) hoger met ixekizumab (36%) dan met adalimumab (28%). Bij verdere analyse bleek het gewrichtslijden even goed te reageren op de twee geneesmiddelen. Het percentage ACR50-respons bedroeg 51% in de ixekizumabgroep en 47% in de adalimumabgroep. Het percentage PASI100-respons (evaluatie van de huidletsels) daarentegen was na 24 weken hoger met ixekizumab dan met de klassieke TNF-alfa-antagonist (respectievelijk 60% en 47%).Secundaire eindpunten waren dactylitis en nagelletsels. Op dat vlak waren beide geneesmiddelen evenwaardig. Ixekizumab had echter een beter effect op de enthesitis.Nu dergelijke patiënten almaar vaker worden behandeld met biologische geneesmiddelen, geeft die vergelijkende studie waardevolle informatie, die kan uitmonden in een betere behandeling op maat van die toch wel complexe ziekte, als een conventioneel DMARD niet voldoet.Ref.: Mease P. et al. Abstract LB0005, EULAR 2019, Madrid.