...

Dat staat te lezen in het rapport Gebruik van Tabak dat is uitgegeven als onderdeel van het Bevolkingsonderzoek 2018. Tien jaar geleden, volgens het Bevolkingsonderzoek van 2008, rookte nog 20,5% van de bevolking dagelijks. Dat aantal is in die periode met een kwart gedaald.Een op de 20 Belgen (4,7%) is een zware roker - dat wil zeggen: rookt 20 sigaretten of meer per dag. In 2004 ging dat nog om een op de tien Belgen.Het aantal occasionele rokers blijft over de jaren tamelijk stabiel rond de 4%. Het percentage mensen dat nooit gerookt heeft, neemt gestaag toe (45% in 1997, 53% in 2008 en 57% in 2018).Jonge rokersOok het aantal jonge rokers daalt: in 2018 rookt in de leeftijdsgroep van 15 tot 24 jaar 15,4% - in 2008 bedroeg dat percentage nog 26,1%.De gemiddelde leeftijd waarop voor het eerst gerookt wordt, is 16,6 jaar. Op gemiddeld 18,3 jaar start het dagelijks roken. 19% van de dagelijkse rokers start hiermee vóór de leeftijd van 16 jaar.Het aantal sigaretten dat dagelijks gerookt wordt, is gedaald van gemiddeld 17 in 2004 tot 15 in 2018.VerschillenDe grootste vooruitgang is geboekt in het Vlaamse Gewest: Hier is het aantal jonge rokers het sterkst gedaald: in 2018 bedraagt het aantal dagelijkse rokers in deze leeftijdsgroep nog 8%. In de hele Vlaamse bevolking ouder dan 15 jaar bedraagt het nog 13%.Mannen roken vaker dan vrouwen, ook in de jongere leeftijdsgroepen. 14% van de jongens en 8% van de meisjes tussen 15 en 24 jaar rookt dagelijks.Zoals bekend hangt roken samen met het opleidingsniveau en met sociaaleconomische verschillen. Roken is een groter probleem bij lager opgeleiden.Stoppen?De tabaksafhankelijkheid werd nagegaan aan de hand van de vereenvoudigde Fagerström-test. De meeste dagelijkse rokers vertonen een lage (27,4%) tot zeer lage (46,7%) afhankelijkheid van tabak. Slechts 7,2% zou sterk tabaksafhankelijk zijn en 1,2% zeer sterk afhankelijk.Van de dagelijkse rokers heeft 73% al geprobeerd om met roken te stoppen. Bij de meesten (59,3%) dateert de poging van meer dan een jaar voor de bevraging, maar 27,3% heeft nog een poging ondernomen in de zes maanden vóór het interview.Van de rokers die proberen om te stoppen (met succes of niet) gebruikt 77,5% hierbij geen specifieke middelen. Maar weinigen zoeken hulp: 1,7% doet een beroep op een tabakoloog en 1,2% op een huisarts. Het gebruik van geneesmiddelen (5,4%) of klassieke nicotinevervangers (11,0%) is weinig populair. Maar 26,9% stapt wel over op de elektronische sigaret, in de hoop dat dit maar een transitiefase is.Stoppen met roken zonder hulp wordt geassocieerd met het hebben van een sterk karakter. Hulp inroepen wordt beschouwd als een bewijs van een zwakte of een gebrek aan wil. Die houding brengt natuurlijk weinig zoden aan de dijk.Het volledige rapport vindt u hier op de website van Sciensano.