...

In een multicentrische, retrospectieve Franse studie werden patiënten geïncludeerd met gevorderde NSCLC (augustus 2011 tot april 2017), behandeld met PD-1/PD-L1-inhibitoren (acht centra) of met één chemotherapeuticum (vier centra). Voor het bepalen van progressie werden de RECIST-criteria gebruikt, en minimum twee CT's voor behandeling en één tijdens de behandeling waren vereist. Per maand werd de tumorgroei berekend. Hyperprogressieve ziekte werd gedefinieerd als een tumorprogressie >50% ten opzichte van de vorige evaluatie. 406 patiënten werden behandeld met PD-1/PD-L1-inhibitoren: 92,99% kreeg een PD-1-inhibitor als monotherapie in tweede of hogere lijn. De mediane follow-up was 12,1 maanden en de mediane overleving 13,4 maanden. 13,8% werd als hyperprogressief geclassificeerd. Pseudoprogressie trad op bij 4,7% van de patiënten. Hyperprogressieve ziekte ging significant gepaard met de aanwezigheid van twee metastatische locaties vóór de start van de behandeling met PD-1/PD-L1-inhibitoren (62,5% versus 42,6% bij non-hyperprogressieve ziekte; p=0,006). Indien de hyperprogressie optrad in de eerste zes weken van de behandeling, was de overleving significant minder lang (3,4 versus 6,2 maanden; HR 2,18; p=0,003). Bij de 59 patiënten behandeld met chemotherapie waren er slechts drie (5,1%) met hyperprogressieve ziekte. Bijkomend onderzoek moet de moleculaire mechanismen achter hyperprogressie verklaren. Ferrara R et al. Hyperprogressive Disease in Patients With Advanced Non-Small Cell Lung Cancer Treated With PD-1/PD-L1 Inhibitors or With Single-Agent Chemotherapy. JAMA Oncol. Published online September 6, 2018. doi:10.1001/jamaoncol.2018.3676