...

Lokt een negatieve gemoedsstemming een verslavingsgedrag uit of zijn specifieke emoties belangrijker? Om die vraag te beantwoorden, hebben Amerikaanse vorsers vier studies daaromtrent doorgenomen, waarvan longitudinale, representatieve studie die gedurende 20 jaar werd uitgevoerd bij 10 685 mensen.Om het oorzakelijke verband te toetsen, hebben ze 425 rokers in drie groepen ingedeeld. Aan een groep lieten ze een droevige videoclip zien, aan een tweede een neutrale en aan een derde een wansmakelijke video. Ze wilden daarbij nagaan wat aanzet tot roken: droefheid of negatieve gebeurtenissen in het leven die droefheid veroorzaken én aanzetten tot roken.Net zoals de tweede studie waren de twee andere gebaseerd op droevige of neutrale videoclips en een beschrijving van dingen die ze meegemaakt hadden. Eén studie bij ongeveer 700 rokers heeft hun zin om te roken op het moment zelf geëvalueerd. Een andere werd uitgevoerd in een privézaal van het Harvard Tobacco Research Laboratory bij 158 rokers uit de streek van Boston. In die studie werden het totale volume, de snelheid en de duur van de inhalaties en het ongeduld om te gaan roken gemeten.Op grond van al die studies zijn de vorsers tot de onomstotelijke conclusie gekomen dat droefheid mensen meer aanzet tot roken dan andere negatieve emoties (woede, walging, vrees, schaamte ...) en het risico op een terugval tien, twintig jaar later meer verhoogt. Ze hebben ook vastgesteld dat de proefpersonen meer zin hadden om te roken naarmate ze droeviger waren.Op termijn zouden die resultaten interessant kunnen zijn voor een preventieve politiek voor volksgezondheid, hopen de auteurs.(referentie, PNAS, 14 janvier 2020, doi: 10.1073/pnas.1909888116)