...

In neus-, mond- en keelstalen werden 18 verschillende virussen gedetecteerd bij 450 COPD-patiënten (GOLD 2-4). Ze werden gemiddeld 27 maanden opgevolgd: in stabiele periode (n=1909), bij het begin van een URTI (n=391), 10 dagen na een URTI (n=356) en bij een COPD-exacerbatie (n=177). Bewijs van minstens één respiratoir virus was significant hoger bij het begin van een URTI (52,7%), 10 dagen na een URTI (15,2%) en bij COPD-exacerbatie (38,4%), in vergelijking met in een stabiele periode (5,3%, p<0,001). Bij consultatie in een stabiele periode werd het rinovirus gevonden in 54,2% van alle virusinfecties, gevolgd door het coronavirus (20,5%). Geen enkel virus kon in twee opeenvolgende raadplegingen met stabiele COPD worden gedetecteerd. Patiënten met een virale infectie bij de start van een URTI hadden geen hogere incidentie van exacerbaties, vergeleken met patiënten zonder virale infectie (p=0,993). De incidentie van welke virale infectie ook bij een COPD-exacerbatie was dezelfde bij exacerbaties gerelateerd aan een URTI als bij exacerbaties niet gerelateerd aan een URTI (p=0,359). Slechts bij 24% van de patiënten met een exacerbatie gerelateerd aan een URTI werd hetzelfde virus in de bovenste luchtweg als bij de exacerbatie gevonden. Alleen parainfluenza 3 gedetecteerd bij de start van een URTI ging gepaard met een hoger risico voor COPD-exacerbatie (p=0,003). Bij een consultatie voor exacerbatie werden dezelfde virussen als in een stabiele periode het vaakst aangetroffen bij een virale infectie (rinovirus 35,7% en coronavirus 25,9%). Samengevat, de prevalentie van virale infecties bij stabiele COPD is laag. Het risico op exacerbatie na de eerste symptomen van een URTI wordt bepaald door het soort virus, maar was in deze studie alleen significant voor parainfluenza 3.Stolz D et al. Time-course of upper respiratory tract viral infection and COPD exacerbation. Eur Respir J 2019; Early View August 7. DOI: 10.1183/13993003.00407-2019