...

Wetenschappers vragen zich al lang af wat de variabiliteit van de levensduur bepaalt. Genetische factoren zijn belangrijk. De omgeving zou ook invloed hebben. Maar die factoren leggen niet alles uit. Caenorhabditis elegans is een ronde worm die maar enkele dagen leeft. Hij vormt een waardevol model om onderzoek naar het verouderen te verrichten, ten dele doordat elke hermafrodiete moeder honderden genetisch identieke afstammelingen voortbrengt. Amerikaanse en Chinese vorsers hebben proeven op C. elegans uitgevoerd om andere factoren te achterhalen.Zelfs als de afstammelingen in eenzelfde omgeving werden gehouden, bleek hun levensduur toch opmerkelijk te variëren. Sommige wormen leefden maar drie dagen, terwijl andere na 20 dagen nog altijd in leven waren. Waarom dat verschil?De auteurs hebben daar een gedeeltelijke verklaring voor gevonden. Ze hebben immers ontdekt dat elke worm tijdens de ontwikkeling een zeer wisselende hoeveelheid reactieve zuurstofspecies (ROS) produceert. Elk wezen dat lucht ademt, produceert dergelijke ROS. Ze correleren sterk met de veroudering. Producenten van crèmes die verondersteld worden het verouderen tegen te gaan, beweren dat hun crèmes de oxidatieve schade als gevolg van ROS bestrijden.Ursula Jakob et coll. hebben ontdekt dat wormen die tijdens hun ontwikkeling meer ROS produceren, niet minder lang leven, maar integendeel langer. Bij blootstelling van alle jonge wormen tijdens hun ontwikkeling aan externe ROS steeg de gemiddelde levensduur van de populatie.De vorsers weten nog niet wat de oxidatieve stress tijdens de ontwikkeling uitlokt, maar ze hebben wel ontdekt welke processen de levensduur van de wormen verlengen. Een subpopulatie van gesynchroniseerde C. elegans blijkt van nature uit tijdelijk een grotere hoeveelheid reactieve zuurstofspecies tijdens de vroege ontwikkeling. Dat zet processen in gang die de weerstand tegen stress verhogen, de redoxhomeostase verbeteren en uiteindelijk de levensverwachting van die dieren verlengen. Die effecten zijn blijkbaar toe te schrijven aan een daling van de hoeveelheid histon H3K4me3 onder invloed van ROS. Onze studie wijst op een verband tussen gebeurtenissen in het vroege leven, epigenetische veranderingen onder invloed van ROS, weerstand tegen stress en de levensverwachting."Het idee dat gebeurtenissen vroeg in het leven zo'n diepe en positieve effecten hebben later in het leven, is echt boeiend", commentarieert Ursula Jakob.(referentie: Nature Communications, 4 december 2019, doi: 10.1038/s41586-019-1814-y)