...

Meerdere gerandomiseerde, gecontroleerde studies, een grondige review van de wetenschappelijke literatuur en een grote meta-analyse hebben aangetoond dat corticoïden op korte termijn het risico op en de gevolgen van relapsen bij patiënten met een relapsing-remitting MS verminderen in vergelijking met een placebo. Op grond daarvan raden de richtlijnen een eerstelijnstherapie met corticoïden aan bij een relaps. Het is echter niet bekend hoe corticoïden het best worden toegediend: per os of intraveneus? Dat is nochtans een belangrijke vraag aangezien er toch heel wat verschillen zijn tussen perorale en intraveneuze toediening. Orale inname is eenvoudig, niet invasief en niet duur; i.v. toediening verhoogt de kosten, vergt vaak een (korte) ziekenhuisopname, is invasief, valt niet in de smaak bij alle patiënten en heeft vooral negatieve invloed op hun dagelijkse leven en gemoedsstemming. Ze weten immers maar al te goed dat de zaak ernstig is als er sprake is van injecties.Per os versus intraveneus: gelijkspelDe Chinese collega's hebben de wetenschappelijke literatuur uitgekamd met meerdere zoekrobots en hebben zo vijf gerandomiseerde, gecontroleerde klinische studies teruggevonden bij in het totaal 198 patiënten die met orale corticoïden waren behandeld, en 200 patiënten die met i.v. corticoïden waren behandeld. Hun gemiddelde leeftijd was vergelijkbaar en de follow-up bedroeg 4 tot 24 weken. Bij analyse van de gegevens werd geen significant verschil waargenomen in klinische werkzaamheid na een maand of in optreden van bijwerkingen zoals huiduitslag, angst, smaakstoornissen, nausea, diarree, maagpijn, angst, hartkloppingen en hoofdpijn tussen beide toedieningsvormen. De patiënten die corticoïden per os kregen, klaagden vaker van insomnia. Daarom verdient het aanbeveling methylprednisolon in te nemen bij het ontbijt. Orale toediening blijkt dus niet minder goed te zijn dan i.v. toediening en is dan ook een valabel alternatief voor injecties. Orale toediening is immers eenvoudiger, minder invasief en vooral minder duur. De meta-analyse vertoont echter toch enkele minpunten: zwakke methode, onvoldoende statistische kracht, een klein aantal studies en een klein aantal patiënten. Om definitief uitsluitsel te geven, pleiten de auteurs dan ook voor het opstarten van een robuuste studie.Ref.: Liu S. et al. Artikel op 27/11/2017 online geplaatst op de website van Plos One.