...

De auteurs hebben hun studie uitgevoerd uitgaande van een grote gegevensbank van mensen die in een rust- en verzorgingstehuis hadden gewoond, bij wie de score van dementie was geëvalueerd en die hun hersenen aan de wetenschap hadden gegeven. De auteurs hebben markers van glutamaterge, GABA-erge en cholinerge synapsen bepaald in monsters van prefrontale hersenschors bij 171 personen (133 patiënten met een ziekte van Alzheimer in verschillende stadia en 38 controlepersonen). In tegenstelling tot wat eerdere onderzoeken bij een kleiner aantal patiënten hadden vastgesteld, hebben de vorsers bij onderzoek van de evolutie van acht synaptische markers tot hun grote verrassing vastgesteld dat het verlies van neuronen en synapsen zeer beperkt was. Twee markers werden helemaal niet beïnvloed door het stadium van dementie en van de andere verminderde de expressie wel, maar laattijdig. Prof. El Mestikawy et coll. hadden veeleer een stijging van die markers verwacht naarmate de dementie erger was.De wetenschappers hebben dan gezocht naar een eventuele correlatie tussen de beperkte daling van de synaptische markers en de mate van dementie van de onderzochte personen. Die daling bleek weinig invloed te hebben op de cognitieve functies van de betrokkenen.De studie leert dus dat dementie zou te wijten zijn aan een disfunctie van de synapsen en niet aan het verdwijnen van synapsen in de cortex van de patiënten. Dat zou het huidige therapeutische beleid, zijnde stimulering van de hersenen van de patiënten om de vernietiging van de synapsen te vertragen, op de helling kunnen zetten. (referentie: Scientific Reports, 17 januari 2018, doi: 10.1038/s41598-018-19154-y)