...

Eén van de sterke punten van de CROI 2022 was de presentatie door dr. Jeanne Sibiude van de laatste gegevens van het Franse cohortonderzoek ANRS C01/C011-EPF (Enquête Périnatale Française), dat in 1997 is gestart. Die studie beschrijft de mate van overdracht van het hiv van moeder op kind en de preventie ervan over verloop van tijd. Ze probeert na te gaan wat risicofactoren voor transmissie zijn en welke situaties een hoger risico inhouden, en evalueert de veiligheid van preventie van overdracht van het virus van moeder op kind voor de moeder. Sinds 2005 is het eerste cohortonderzoek aangevuld met het ANRS C011-cohortonderzoek, dat werd uitgevoerd bij moeder-kindkoppels die in kleinere kraamklinieken werden gevolgd en die zich niet hadden opgegeven voor het C01-EPF-onderzoek. In het totaal zijn meer dan 24.182 zwangerschappen geregistreerd.U = U: geen verticale transmissie, maar onder bepaalde voorwaardenDe vorsers hebben de gegevens gepresenteerd die ze hebben verzameld tijdens de periode 2000-2017, tijdens dewelke 15.959 levende geboortes bij hiv-geïnfecteerde moeders zijn geregistreerd.De 0% verticale transmissie van het hiv betreft specifiek de 5.482 zuigelingen, van wie de moeder al een antiretrovirale behandeling kregen op het ogenblik dat ze zwanger zijn geworden, die een onmeetbaar lage viruslast (< 50 kopieën/ml) hadden op het ogenblik van de bevalling en die geen borstvoeding hebben gegeven. Er was ook 0% verticale transmissie bij de 2.358 zuigelingen van moeders bij wie de viruslast onmeetbaar laag was geworden tijdens het eerste zwangerschapstrimester. U = U en 0% verticale transmissie, maar dan moet wel aan strikte voorwaarden worden voldaan.Zwangerschap en overdracht hiv: sterke verbetering over verloop van tijdDe studie heeft ook de vooruitgang bij de behandeling van zwangere hiv-geïnfecteerde patiënten in Frankrijk geëvalueerd. In die specifieke cohorte is het aantal hiv-geïnfecteerde vrouwen dat een antiretrovirale behandeling kreeg, gestegen van 68% in 2000-2005 naar 99,2% in 2011-2017. Het percentage moeders dat een antiretrovirale behandeling kreeg op het ogenblik van de bevruchting is gestegen van 28% naar 66% en het aantal moeders met een onmeetbaar lage viruslast bij de bevalling is gestegen van 70% naar 93%.De frequentie van perinatale transmissie is gestaag gedaald van 1,1% in 2000-2005 naar 0,7% in 2006-2010 en 0,2% in 2011-2017. Tijdens die periode hebben slechts 10 zuigelingen die geen borstvoeding kregen, het hiv opgelopen op een totaal van 4.907, dus nog niet 1/490.Omstandigheden van optreden van verticale overdrachtHet laatste deel van de presentatie van de gegevens van die cohorte betreft de omstandigheden waarin toch transmissie van het hiv van moeder op kind heeft plaatsgevonden. Die kunnen als volgt worden samengevat:Ref.: Sibiude J. et al. Abstract 684, CROI 2022.