...

Vorsers hebben een nieuw analyse van de SALSA-studie uitgevoerd om 1) de frequentie van resistentiemutaties te meten bij inclusie in de SALSA-studie en 2) de mogelijke invloed van die resistentiemutaties op het slagen van de behandeling te ramen aan de hand van een nog strikter criterium, meer bepaald een viruslast < 40 kopieën/ml en geen detectie van viraal RNA.De SALSA-studie is een non-inferioriteitsstudie, die de virologische werkzaamheid en de veiligheid van overschakeling op een tweevoudige combinatietherapie met dolutegravir en lamivudine heeft onderzocht bij volwassen patiënten die virologisch stabiel waren (viruslast < 50 kopieën/ml) tijdens een behandeling met minstens drie antiretrovirale middelen. Ter herinnering, 48 weken na overschakeling op de tweevoudige combinatietherapie is die niet minder goed gebleken dan een klassieke drievoudige combinatietherapie: de viruslast bleef onmeetbaar laag (< 50 kopieën/ml) bij 94% van de patiënten die waren overgeschakeld op de tweevoudige combinatietherapie, en 93% van de patiënten bij wie de klassieke drievoudige combinatietherapie was voortgezet. In de nieuwe studie, die op de CROI 2022 is gepresenteerd, hebben de vorsers onderzocht of het bestaan van resistentiemutaties bij inclusie in de studie invloed had op de virologische werkzaamheid bij overschakeling op een tweevoudige combinatietherapie. Ze hebben daarbij een nog strenger criterium voor evaluatie van de virologische werkzaamheid gehanteerd dan in de princeps studie, meer bepaald een viruslast lager dan 40 kopieën/ml, maar nog detectie van viraal RNA (target gedetecteerd) en geen detectie van viraal RNA (target niet gedetecteerd).SALSA: realiteit van resistentiemutatiesVoor ze de weerslag op de virologische werkzaamheid zijn gaan onderzoeken, hebben ze uiteraard eerst gekeken of er al resistentiemutaties bestonden bij inclusie in de studie. In de groep van patiënten die waren overgeschakeld op een tweevoudige combinatietherapie met dolutegravir en lamivudine en bij wie genotypes van het provirale DNA waren geanalyseerd (n = 196), was het aantal resistentiemutaties als volgt: mutaties die een belangrijke resistentie veroorzaken tegen NRTI's: 8%, tegen NNRTI's: 15%, tegen proteaseremmers: 7% en tegen integraseremmers: < 1%, mutaties die een lichte resistentie veroorzaken tegen integraseremmers: 4%, en geen belangrijke noch minder belangrijke resistentiemutaties (IAS-classificatie) tegen integraseremmers: 31%.Bij de patiënten bij wie de klassieke drievoudige combinatietherapie was voortgezet en van wie die gegevens beschikbaar waren (n = 189), was de frequentie van resistentiemutaties bij analyse van het genotype van het provirale DNA vergelijkbaar: mutaties die een belangrijke resistentie veroorzaken tegen NRTI's: 9%, tegen NNRTI's: 9%, tegen proteaseremmers: 6% en tegen integraseremmers: 2%, mutaties die een lichte resistentie veroorzaken tegen integraseremmers: 3%, en geen belangrijke noch minder belangrijke mutaties (IAS-classificatie) tegen integraseremmers: 29%.Invloed op de virologische werkzaamheidBij de patiënten die resistentiemutaties vertoonden bij inclusie in de studie, was het percentage patiënten met een onmeetbaar lage viruslast 81% in de groep die was overgeschakeld op een tweevoudige combinatietherapie, en 83% in de groep die verder de klassieke drievoudige combinatietherapie had ingenomen.Zonder in detail te gaan, zijn soortgelijke cijfers gemeten na 48 weken follow-up bij een aparte analyse volgens het type resistentiemutatie bij inclusie in de studie.De vorsers concluderen dan ook dat zelfs bij evaluatie met een strikter criterium overschakeling op een tweevoudige combinatietherapie met dolutegravir en lamivudine niet minder goed is dan voortzetting van de klassieke drievoudige combinatietherapie, ongeacht de aard van de resistentiemutaties bij inclusie in de studie.Ref.: Underwood M. et al. Abstract 481, CROI 2022.