...

Om de evolutie van de incidentie van myocardinfarct te evalueren bij hiv-geïnfecteerde patiënten en seronegatieve mensen, hebben de vorsers ongeveer 9.401 volwassen hiv-geïnfecteerde patiënten gerekruteerd in de ziekenhuizen van het 'Kaiser Permanente Northern California'-netwerk, dat San Francisco bedient, en het 'Mass General Brigham'-netwerk, dat gecentreerd is op Boston en omstreken. Elke patiënt werd vervolgens gematcht met 3 of 4 seronegatieve mensen met vergelijkbare demografische kenmerken en een vergelijkbaar cardiovasculair risico (Framingham-score) (controlegroep, n = 29.418). Meer dan 90% van de proefpersonen waren mannen. De gemiddelde leeftijd was 44 jaar. 50% was blank, 18% was van Afro-Amerikaanse origine. 25% rookte, 6% had diabetes en 25% werd behandeld wegens hypertensie. Evolutie behandeling hiv-infectieBij vergelijking van de periode 2005-2009 met de periode 2010-2017 werd een verandering vastgesteld van de kenmerken van de hiv-geïnfecteerde patiënten. Tijdens de eerste periode kreeg 76% een antiretrovirale behandeling; circa 50% kreeg proteaseremmers en de andere helft NNRTI's. Bij 61% was het virus onderdrukt (viruslast < 400 kopieën/ml). Het gemiddelde aantal CD4-cellen was 470/mm³. Tijdens de periode 2010-2017 kreeg 88% van de patiënten een antiretrovirale behandeling, was het virus onderdrukt bij 77% van de patiënten en bedroeg het gemiddelde aantal CD4-cellen 587/mm³. Het percentage patiënten dat werd behandeld met proteaseremmers, was gedaald naar 27% en het percentage patiënten dat werd behandeld met integraseremmers, was gestegen naar 40%.Myocardinfarct: incidentie lijkt over verloop van tijd te stijgenTussen 2005 en 2009 was de cumulatieve incidentie van myocardinfarct over vijf jaar identiek in de twee groepen: 1,1% zowel bij de hiv-geïnfecteerde patiënten als in de seronegatieve controlegroep. Tussen 2010 en 2017 is de incidentie van myocardinfarct over een periode van vijf jaar bij de hiv-geïnfecteerde patiënten gestegen naar 1,2%, terwijl die incidentie in de controlegroep is gedaald naar 0,9%. Het verschil tussen de twee groepen was significant. Na correctie voor de demografische kenmerken en de cardiovasculaire risicofactoren was het risico op myocardinfarct 60% hoger bij de hiv-geïnfecteerde patiënten dan in de controlegroep.Wat zijn de oorzaken van die stijging?De vorsers schrijven het verschil in incidentie van myocardinfarct tijdens de periode 2010-2017 grotendeels toe aan een daling van het risico in de controlegroep en niet zozeer aan een stijging van het risico bij de hiv-geïnfecteerde patiënten. Dat het risico op myocardinfarct niet in dezelfde mate is gedaald bij de hiv-geïnfecteerde patiënten dan in de controlegroep, is volgens de onderzoekers mogelijk toe te schrijven aan een langere duur van de infectie, een lange blootstelling aan chronische ontsteking (inherent bij een hiv-infectie) en het gebruik van recentere antiretrovirale middelen. Integraseremmers correleren met een gewichtstoename en TAF correleert met hogere serumlipiden dan het oudere TDF. Preventie, controle, rigoureuze follow-up en behandeling van hart- en vaataandoeningen zijn dus belangrijk bij hiv-geïnfecteerde patiënten.Ref.: Silverberg M. et al. Abstract 39, CROI 2022.