...

'Magere' niet-alcoholische leververvettingNiet-alcoholische leververvetting (NAFLD) wordt gedefinieerd als ophoping van vetweefsel (meer dan 5%) in de levercellen zonder overmatig alcoholgebruik. NAFLD kan evolueren naar fibrose, cirrose en kanker. De prevalentie van NAFLD bij hiv-geïnfecteerde patiënten die tevens een virale hepatitis vertonen, is nog niet bekend. De ramingen variëren van 13% tot 65%. Maar net zoals in de algemene bevolking is overgewicht een belangrijke risicofactor. NAFLD werd echter ook gemeld bij hiv-patiënten met een normaal lichaamsgewicht (BMI lager dan 25 kg/m²).Een groep Canadese en Italiaanse vorsers onder de leiding van dr. Adriana Cervo van de McGill University, Montreal, heeft de prevalentie en de risicofactoren voor NAFLD bepaald bij magere hiv-patiënten. Ze hebben daarvoor de gegevens van drie cohortonderzoeken samengevoegd: twee Italiaanse retrospectieve cohortonderzoeken en een Canadees prospectief cohortonderzoek. Die cohortonderzoeken werden uitgevoerd bij volwassen hiv-geïnfecteerde patiënten zonder HBV- of HCV-co-infectie, die geen andere belangrijke leverziekte vertoonden en die niet te veel alcohol dronken. NAFLD en fibrose werden geëvalueerd met een FibroScan, waarmee de stijfheid van de lever op niet-invasieve wijze kan worden gemeten. In het totaal ging het om 1.511 patiënten, overwegend mannen (75%) en blank (84%). De gemiddelde leeftijd was 50 jaar. Iets meer dan de helft (57%) had een BMI lager dan 25 kg/m² en werd als mager beschouwd.Een normale of lage BMI sluit niet-alcoholische leververvetting niet uitDe prevalentie van NAFLD bij magere hiv-patiënten was 24%. Bij vergelijking van de magere hiv-patiënten met of zonder NAFLD waren de patiënten met NAFLD ouder, hun BMI was hoger, de diagnose van hiv-infectie was al langer gesteld, ze hadden vaker minder dan 200 CD4-cellen/mm³ en ze hadden vroeger oudere antiretrovirale middelen gekregen die de lever kunnen beschadigen (stavudine en didanosine).De prevalentie van metabole afwijkingen (diabetes, hypertensie, verhoogde serumlipiden) was hoger bij magere hiv-geïnfecteerde patiënten met NAFLD dan bij magere hiv-geïnfecteerde patiënten zonder NAFLD (62% versus 49%). De frequentie van verhoogde SGPT was ook hoger bij magere hiv-patiënten met NAFLD dan bij magere hiv-patiënten zonder NAFLD (37% vs. 24%).Bij multivariate analyse correleerden de volgende factoren met NAFLD bij magere hiv-geïnfecteerde patiënten: een hogere leeftijd, hogere serumtriglyceriden en een sterker verhoogde SGPT-spiegel. Anderzijds werd een negatieve correlatie vastgesteld tussen de HDL-cholesterolconcentratie en NAFLD.Significante leverfibrose werd vastgesteld bij 16% van de magere patiënten met NAFLD, dus tweemaal zoveel als bij de magere patiënten zonder NAFLD (8%).Bij 27% van de patiënten is de fibrose verergerd naar een duidelijke cirrose, maar er was geen statistisch significant verschil tussen de magere hiv-geïnfecteerde patiënten en die met overgewicht of obesitas.Uit die studie onthouden we dus dat niet-alcoholische leververvetting vaak voorkomt bij hiv-geïnfecteerde patiënten, ook als ze een normale of lage BMI hebben.Ref.: Cervo A. et al. Clinical Infectious Diseases, Online gepubliceerd voor de papieren versie in april 2020.