...

Een echte proefbankDe CHAPAS-4-studie is uitgevoerd in zes centra in Oeganda, Zambia en Zimbabwe bij 919 patiënten (497 jongens en 422 meisjes) van 3 tot 15 jaar (mediane leeftijd 10 jaar) met een gemiddeld aantal CD4-cellen van 669/mm³ en een gemiddelde viruslast van 17 573 kopieën/ml. De meeste kinderen hadden gedurende ongeveer zes jaar een eerstelijnstherapie met een NNRTI ingenomen. Ze werden gerandomiseerd naar een van de volgende twee behandelingen op basis van een NRTI (backbone): TAF/emtricitabine 1 x/d of de huidige standaardbehandeling, zijnde lamivudine plus abacavir of zidovudine (het geneesmiddel dat niet als eerstelijnstherapie werd ingenomen). Er zijn meerdere ankermedicijnen uitgetest: dolutegravir, darunavir/ritonavir, atazanavir/ritonavir en lopinavir/ritonavir, de standaardbehandeling.Virale suppressie werd gedefinieerd als een viruslast lager dan 400 kopieën/ml. Het percentage virale suppressie was hoog (80% of hoger) in alle behandelingsgroepen. De belangrijkste 5 conclusies van de studie zijn:De CHAPAS-4-studie treedt de richtlijnen van de WGO bij. De WGO raadt dolutegravir aan als tweedelijnstherapie bij kinderen. Er is nood aan een vaste combinatie van TAF, emtricitabine en dolutegravir als ankermedicijn in een voor kinderen geschikte dosering. Ook darunavir/ritonavir en atazanavir/ritonavir zouden kunnen worden gebruikt als ankermedicijnen. Er zijn dus heel wat effectieve en veilige opties voor een tweedelijnstherapie bij seropositieve kinderen.Ref.: Musime V. et al. abstract OALBB0503, IAS 2023, Brisbane.