...

Met het hiv samenhangende neurocognitieve stoornissen (Engels letterwoord HAND) komen nog altijd vaak voor bij hiv-geïnfecteerde patiënten, hoewel de laatste jaren veel inspanning is geleverd om de werkzaamheid en de veiligheid van de antiretrovirale behandeling te verbeteren en de tijd tot starten van de behandeling te verkorten.Deze studie heeft de prevalentie en de voorspellers van met het hiv samenhangende neurocognitieve stoornissen geëvalueerd bij een groot aantal hiv-geïnfecteerde patiënten die sinds 2009 werden gevolgd. Evaluatie volgens meerdere criteriaDeze monocentrische, retrospectieve, transversale studie heeft de neurocognitieve functies geanalyseerd van hiv-geïnfecteerde patiënten die prospectief tussen 2009 en 2020 in het Instituut voor infectieziekten Lazzaro Spallanzani in Rome werden gerekruteerd. Bij alle patiënten werd een gestandaardiseerde batterij van 13 tests in vijf verschillende cognitieve domeinen uitgevoerd en op grond van daarvan werd een diagnose gesteld van met hiv samenhangende neurocognitieve deficits volgens de Frascati-criteria. Die drie criteria worden samengevat met de letterwoorden ANI (asymptomatisch neurocognitief deficit zonder tastbare weerslag op het dagelijkse leven), MND (licht neurocognitief deficit met slechts een lichte weerslag op de dagelijkse beleving) en HAD (met hiv samenhangende dementie met sterke weerslag op het dagelijkse leven). Binnen de wetenschappelijke gemeenschap is er echter discussie over die classificatie. Veel experts vinden immers dat die criteria een bron zijn van overschatting. Daarom hebben de vorsers de patiënten in twee extra categorieën ingedeeld, 'klagers' en 'niet-klagers' naargelang de patiënt tijdens de anamnese al dan niet gewaagde van geheugen-, aandachts- of concentratieproblemen of problemen bij het uitvoeren van fijne bewegingen. Evolutie van de behandelingIn het totaal zijn 2.383 neurocognitieve tests uitgevoerd bij 1.365 patiënten gedurende vier perioden, die representatief zijn voor de therapeutische voortgang, namelijk 2009-2011, 2012-2014, 2015-2017 en 2018-2020. De belangrijkste kenmerken van de patiënten waren als volgt: 82% mannen, 45% mannen die seks hadden met mannen, 22% HCV-co-infectie, hiv-infectie sinds gemiddeld 10 jaar, scholingsniveau gemiddeld 13 jaar, viruslast < 40 kopieën/ml bij 85% van de patiënten, gemiddeld aantal CD4-cellen 600/mm³, bij 35% van de patiënten is het aantal CD4-cellen/mm³ ooit lager geweest dan 200/mm³.Wat de antiretrovirale behandeling betreft, werd 42% behandeld met een NRTI + NNRTI, 19% met een NRTI + gebooste proteaseremmer, 18% met NRTI + integraseremmer en 9% kreeg een tweevoudige combinatietherapie.Positieve invloed therapeutische aanwinstenDe totale prevalentie van met hiv samenhangende neurocognitieve deficits bedroeg 22%. De distributie van de patiënten volgens de Frascati-criteria was als volgt: ANI 16%, MND 5,5% en HAD 1%. Tijdens de follow-up heeft 33% van de patiënten cognitieve klachten gehad. De prevalentie van met hiv samenhangende neurocognitieve deficits bedroeg 40% bij de 'klagers' en slechts 13% bij de 'niet-klagers'.De interessantste vaststelling is evenwel dat de prevalentie over verloop van tijd gedaald is. In de totale patiëntengroep is de prevalentie van HAND gedaald van 38% in 2009-2011 naar 16% in 2018-2020. In de groep van de 'klagers' is de prevalentie gedaald van 52% in 2009-2011 naar 29% in 2028-2020. In de groep van de 'niet-klagers' is ze gedaald van 23% in 2009-2011 naar 11% in 2018-2020.Factoren die correleerden met het bestaan van HAND, waren een hogere leeftijd, een laag scholingsniveau, een laag aantal CD4-cellen en een HCV-co-infectie.De prevalentie van met hiv samenhangende neurocognitieve deficits was sterker gedaald bij de patiënten die een tweevoudige combinatietherapie of een drievoudige combinatietherapie op basis van een integraseremmer van de tweede generatie kregen, dan bij de patiënten die een NNRTI kregen. Hiv-infecties worden nu veel sneller opgespoord en worden nu nagenoeg meteen behandeld. De prevalentie van met hiv samenhangende neurocognitieve deficits zal dus zeker nog significant dalen.Conclusie In die grote groep van hiv-geïnfecteerde patiënten, die merendeels een onmeetbaar lage viruslast hadden, is de prevalentie van met hiv samenhangende neurocognitieve deficits tijdens de laatste tien jaar gedaald. Naast hiv-gebonden factoren en de demografische kenmerken van de patiënten blijkt het risico op neurocognitieve stoornissen lager te zijn als de patiënten een tweevoudige combinatietherapie of een drievoudige combinatietherapie op basis van een integraseremmer krijgen en als de behandeling sneller wordt gestart. Dat komt waarschijnlijk doordat de nieuwe behandelingsstrategieën effectiever zijn en beter worden verdragen. Ref.: Mastrorosa I. et al. Abstract 132, CROI 2022.