...

Vorsers van de dienst infectieziekten van het Ospedale San Raffaele in Milaan hebben die studie uitevoerd om de prevalentie en de incidentie van metabool syndroom te ramen bij hiv-dragers voor en na overschakeling op CAB + RPV LA en om na te gaan welke risicofactoren correleren met de ontwikkeling van een metabool syndroom. Voor hun studie hebben de vorsers 393 patiënten van de prospectieve SCohoLART-studie gerekruteerd, grotendeels mannen (61,6%). De gemiddelde leeftijd was vijftig jaar en alle patiënten vertoonden een of meer elementen van het metabool syndroom. Alle patiënten hadden een onmeetbaar lage viruslast sinds minstens een jaar tijdens een klassieke orale antiretrovirale behandeling voor ze werden overgeschakeld op langwerkende injecties om de twee maanden. Incidentie en prevalentie van metabool syndroom De prevalentie van metabool syndroom in die cohorte bedroeg 46,6% voor CAB + RPV LA, en is gestegen naar 50,6% bij overschakeling op injecties en is tijdens het daaropvolgende jaar verder gestegen tot 53%. De prevalentie steeg dus tijdens de behandeling met injecties. Dat was echter niet zo wat de incidentie betreft (het aantal nieuwe gevallen tijdens behandeling met CAB + RPV LA). De incidentie van metabool syndroom is gedaald van 2,37 per 100 persoonsjaren voor overschakeling op de injecties naar 1,24 per 100 persoonsjaren tijdens behandeling met CAB + RPV LA. Risicofactoren In een tweede fase hebben de onderzoekers gepeild naar de belangrijkste risicofactoren voor evolutie naar een metabool syndroom bij hiv-dragers. De belangrijkste risicofactor is nog altijd de leeftijd. Factoren die beschermden tegen het optreden van een metabool syndroom, waren overschakeling op CAB + RPV LA en een langdurige onderdrukking van het virus. Ref.: Ranzenigo M. et al. Poster P288, HIV Glasgow 2024.