...

Sinds 2015 test de kliniek voor seksueel overdraagbare aandoeningen van Amsterdam twee strategieën bij de behandeling van hiv-infectie. Enerzijds een klassieke strategie met bevestiging van de infectie binnen een week en starten van de behandeling binnen een maand en anderzijds opsporing, verwijzing naar een hiv-referentiecentrum en starten van de antiretrovirale behandeling op één en dezelfde dag (AHI-strategie genoemd, waarbij AHI staat voor acute hiv infection). Wat is de waarde van die tweede strategie? Deze studie probeert daar een antwoord op te geven. Voor het opstarten van de nieuwe strategie bedroeg het aantal gediagnosticeerde acute hiv-infecties 0,6%. Sinds het opstarten van de nieuwe strategie is dat gestegen tot 11%. Een interessante stap voorwaarts in de strijd tegen verspreiding van de infectie. De virale belasting en het risico op overdracht van het virus zijn immers het hoogst tijdens de acute fase. In de periode 2008-2011 was de mediane tijd tussen het stellen van de diagnose en de vaststelling van een onmeetbaar lage virale belasting 584 dagen en werd pas een behandeling gestart als het aantal CD4-cellen lager was dan 500/mm³. In de periode 2012-2015 was het mediane aantal dagen gedaald tot 230 en werd een behandeling gestart als het aantal CD4-cellen daalde tot beneden 500 cellen of bij een acute infectie. Sinds 2015 wordt een behandeling gestart zodra de diagnose is gesteld, zonder rekening te houden met het aantal CD4-cellen. Het mediane interval tot een onmeetbaar lage virale belasting is sindsdien gedaald tot 95 dagen en met de ahi-strategie, waarbij een acute infectie onmiddellijk wordt behandeld, zelfs tot 55 dagen. Volgens de groep van Amsterdam bewijst dit dat die strategie haalbaar is en het virus sneller onderdrukt. Nu moet nog worden nagegaan welke invloed die strategie heeft op de evolutie van hiv-infectie bij mannen die seks hebben met mannen, in Amsterdam.Ref.: Dijkstra M. et al. Clinical Infectious Diseases, Online gepubliceerd voor de papieren versie op 05/05/2020.